Burgerhuis in neotraditionele stijl gebouwd in opdracht van Jean François Proost, naar een ontwerp door Léonard en Henri Blomme uit 1882. De geveltop vertoont een nauwe verwantschap met het traditionele, laat-16de-eeuwse diephuis “De Drij Koningen” in de Koningstraat, waarvan de architecten in 1881 de trapgevel gerestaureerd hadden.
Het hotel Proost behoort tot het vroege gemeenschappelijke oeuvre van de gebroeders Blomme, die tussen 1876 en 1906 voor tal van bouwprojecten samenwerkten. Daarnaast voerden beiden ook in eigen naam belangrijke architectuuropdrachten uit, en bekleedde Léonard Blomme van 1869 tot 1899 het ambt van provinciaal architect voor het arrondissement Mechelen. Tot hun belangrijkste gezamenlijke realisaties, consequent ontworpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl, behoren het Jongensweeshuis uit 1876-1881 in de Durletstraat, het Gemeentehuis van Borgerhout uit 1886-1889, en tijdens de jaren 1890 een reeks vastgoedprojecten voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in de wijk Zurenborg.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). De trapgevel van zeven treden met overhoekse topstukken, heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen en smeedijzeren sierankers, die in de geveltop het bouwjaar 1882 vormen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de geprofileerde plint met getoogde keldermonden, en van witte natuursteen voor speklagen, kozijnen, waterlijsten, het balkon, hoekblokken, topstukken, sluit- en kraagstenen. Axiaal van opzet legt de compositie de klemtoon op de middenas van de eerste verdieping, die wordt gemarkeerd door een driezijdig balkon met gelede basis en balustrade. De tweede verdieping en de geveltop zijn in lichte overkraging uitgewerkt, steunend op een boogfries met korbelen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met kwartholle negblokken, een geprofileerde waterlijst als lekdrempels, op de begane grond en de tweede verdieping geaccentueerd door ontlastingsbogen met een diamantkopsleutel. De drieledige, door waterlijsten gelede geveltop, wordt geopend door twee drielichten met lager middenvenster en druiplijsten, en door een balkgat. Bewaarde houten deur en waaier, en smeedijzeren souterraintralies.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1882#347.