Rij meergezinswoningen in neoclassicistische stijl van hetzelfde type, kort na elkaar opgetrokken tussen 1900 en 1903. Als eerste kwam het nummer 44 tot stand, samen met het verbouwde nummer 42, in opdracht van J. Schippers, naar een ontwerp door de aannemer Covents (De Vrièrestraat) uit 1900. In opdracht van Th. Helewaert werden in 1903 de nummers 38-40 opgetrokken, waarvan ontwerper noch aannemer uit het bouwdossier vallen af te leiden. In opdracht van Jan Baptist De Combe ontwierp de architect Paul Van Glabbeek later dat jaar de nummers 34-36, samen met het verbouwde hoekhuis met de Van Craesbeeckstraat, een project uitgevoerd door aannemer Petrus Covents (Haantjeslei).

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen vier bouwlagen onder zadeldaken. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de eerste verdieping, rusten op een klassieke houten winkelpui met plint uit blauwe hardsteen. Nummer 44 is gedecapeerd met verlies van het stucdecor. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en houten kroonlijst op klossen, in nummers 34-36 met extra consoles, vormt de gevelbeëindiging. De winkelpuien met zijportaal en privé-inkom, pilasters en entablement met consoles, zijn bewaard in nummers 36 en 38.