Traditioneel diephuis van twee traveeën, twee bouwlagen en een insteekverdieping, onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, roofing), uit de 16de eeuw.
Trapgevel van vijf treden met een overhoeks topstuk, in bak- en zandsteenbouw met speklagen, negblokken, wigvormig ontlastingssysteem en druiplijsten, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Pui en insteek met zandstenen posten, aangepaste deur- en vensteropeningen met vernieuwde dorpels, en een verbouwde garagepoort. Behouden kozijnen waarvan de kruismonelen zijn verwijderd op de bovenverdieping, belijnd door een waterlijst. Tweeledige, door waterlijsten gelede top, geopend door een drielicht met lager middenluik, hogerop een rechthoekig luik en een balkgat. Achtergevel: trapgevel in bak- en zandsteenbouw.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)