Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1845 opgetrokken in opdracht van de heer Matthyssens. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat de voorname rijwoning met dubbelhuisopstand drie bouwlagen onder een schilddak (nok loodrecht op de straat, leien). De bepleisterde lijstgevel met schijnvoegen die uitstralen boven de vensters op de begane grond, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door zware waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het brede middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door de vlak omlijste rechthoekige koetspoort, door geriemde vensteromlijstingen en balkons op voluutconsoles op de bovenverdiepingen, alle uit blauwe hardsteen. Pilasters met ingediepte schacht en decoratief lijstwerk accentueren de eerste verdieping; de balkonborstweringen zijn vernieuwd. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de hoge eerste verdieping met doorgetrokken balustraden, en op de tweede verdieping met onderdorpels. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste kroonlijst op voluutconsoles die alterneren met casementen, vormt de gevelbeëindiging. Gebogen smeedijzeren traliehekken met pijlpunten en keldertralies; gietijzeren voetschraper. Vernieuwd schrijnwerk.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1845#107.