Traditioneel diephuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), dat uit de 17de eeuw dateert. Emiel Hostie liet de trapgevel in 1924 onder leiding van de architect Alfried Defever ingrijpend restaureren, waarvoor het stadsbestuur van Antwerpen een premie toekende ten bedrage van 60 % van de kosten of 9450 Belgische frank.

Heropgebouwde trapgevel van zes treden met overhoeks topstuk, uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de kwarthol geprofileerde plint, speklagen, waterlijsten, wigvormige ontlastings- en dekstenen, de deuromlijsting en kozijnen, verankerd door smeedijzeren muurankers. Rondboogdeur in kwarthol geprofileerde omlijsting met diamantkopsleutel en -imposten, onder een bolkozijn met druiplijst. Drielichts- en kruiskozijnen met druiplijsten en kwartholle negblokken op begane grond en bovenverdieping. De geveltop wordt geopend door een drielicht, het hogere, rondbogige middenluik in een kwarthol geprofileerde omlijsting met diamantkopsleutel en -imposten, de rechthoekige zijlichten met druiplijst, waarboven een balkgat. Bewaard houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met glas-in-loodramen.

Achtergevel: trapgevel in bak- en zandsteenbouw met kruiskozijnen en zelfde drielicht in de geveltop.

Heropgebouwde trapgevel (zes treden overhoeks topstuk) van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Bak- en zandstenen parement met speklagen en druiplijsten; top met rondboogluik met diamantkopsluitsteen en -imposten, geflankeerd door kleinere rechthoekige luiken met uitspringende bovendorpel. Drielichts- en kruiskozijnen met uitspringende boven- en tussendorpels. Links rondboogdeur in een geprofileerde omlijsting met diamantkopsleutel en -imposten; bekronend bolkozijn.