Laatclassicistisch burgerhuis met enkelhuisopstand uit het laatste kwart van de 18de of het eerste kwart van de 19de eeuw. De weduwe Liebrechts liet in 1878 de hardstenen plint toevoegen door de steenkapper Ed. Liénard Frères & Soeurs. In 1886 voegde de architect Jan Kockerols in opdracht van ‘agent d’affaires’ E. Liebrechts een neoclassicistisch geveldecor (schijnvoegen, vensteromlijstingen, hoofdgestel) toe, dat recent opnieuw werd verwijderd. In 1888 gaf Liebrechts aan Kockerols opdracht voor de bouw van de aanpalende gekoppelde burgerhuizen op de hoek van Raapstraat en Mutsaardstraat, één van diens vroege werken.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Regelmatig van ordonnantie, is de opstand opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters, haast vierkant op de tweede verdieping, met geprofileerde dagkanten, doorgetrokken lekdrempels op de begane grond en individuele in de bovenbouw. Rechthoekige inkomdeur in de linker travee, gevat in een geprofileerde, hardstenen omlijsting in Lodewijk XVI-stijl, met neuten, oren, chutes, en een voluutsleutel met festoen. Gebogen, smeedijzeren traliehekken met pijlpunten in de pui. De houten kroonlijst met klossen en tandlijst die de gevel beëindigt, dateert nog van de gevelverfraaiing uit 1886.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1878#256 en 1886#388.