erfgoedobject

Hoeve Blauwe Toren

bouwkundig element
ID
57848
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/57848

Juridische gevolgen

Beschrijving

Hoeve "Blauwe Toren". De vroegere naam is "Goed ten Torre". Beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 16/04/2004.

De oudste vermelding van de hoeve gaat terug tot een register van 1365. Het vermeldt Gertrudis van den Walle als houdster van het goed "dat men heet goed ten torre". Het leengoed omvatte toen drieëndertig gemeten foncier en zes achterlenen. In dit document staat ook de rechtsmacht als volgt omschreven: "vermach d erfachtighe van desen leene te stellene eenen bailliu, omme mette voornoomde mannen recht ende wet te doenen". De leenhouder bezat "een visscherie alsoo verre als de gronden vanden selven leene bestrecken".

Het woonhuis is een overblijfsel van het kasteelgoed de Blauwe Toren. De historische hoeve is op verschillende oude kaarten als een omwalde hoeve aangeduid. In 1641 is er sprake van "de hofstede metten walgrachten, mote ende boomgaert". De hoevegebouwen staan ook op die manier weergegeven op de kaart van Ferraris (1770-1778). Het oorspronkelijk woonhuis had dus waarschijnlijk een L-vormige plattegrond bestaande uit een breedhuis en een diephuis met in de oksel een traptoren naar het type van de laat-middeleeuwse patriciërswoning. De traptoren gaf waarschijnlijk de naam aan deze historische hoeve.

Bij het woonhuis wordt in 1864 een bakhuis en keuken gebouwd. Dan wordt ook nog melding gemaakt van een boomgaard aan de Oostendse Steenweg en achter het woonhuis. In 1906 worden een aantal bijgebouwen (met name de stalvleugels) opgetrokken en hierdoor verdween wellicht de omwalling. De gebouwen van 1906 en het woonhuis worden in 1937 nogmaals uitgebreid met onder meer een hangar en een garage. In 1961 volgt nog een vergroting van het woonhuis. Door de aanleg van de expressweg in 1969 wordt het perceel kleiner.

De oorspronkelijk L-vormige plattegrond is onder meer nog af te lezen van de plattegrond van de kelder en het nog bewaarde ouder metselwerk in de zijgevels waar duidelijk de aftekening van een breed- en een diephuis is te zien.

Het huidige woonhuis is een breedhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak bedekt met Vlaamse pannen. De gecementeerde verankerde bakstenen lijstgevel wordt geflankeerd door twee pilasters met bolbekroning. De gevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van een kleine roedeverdeling, op de verdieping weliswaar vernieuwd. De bovenvenster links en rechts zijn blind en voorzien van een beschilderde roedeverdeling. De imposante lijstgevel wordt bovenaan afgelijnd door een kroonlijst op houten modillons. De zijgevel is een verankerde grijsbeschilderde puntgevel met sporen van oudere muuropeningen. Tegen de achtergevel van het woonhuis staat een lagere aanbouw onder lessenaarsdak.

Het oudste gedeelte van het woonhuis (vooraan) is onderkelderd. Links vooraan is de kelder voorzien van een balkenzoldering bestaande uit moer- en kinderbalken. De moerbalken zijn voorzien van een eenvoudige profilering. De kelder rechts is voorzien van een tongewelf loodrecht op de straat. In de oksel van de twee kelders bevindt zich de aanzet van de traptoren.

Op de verhoogde begane grond links aanwezigheid van een salon met aankleding in Lodewijk XVI-stijl. De deuren met bewaard hang- en sluitwerk geven toegang tot het salon. En hebben een geprofileerde omlijsting voorzien van oren waaronder volute. In de hoeken een rozet. De wanden zijn voorzien van stucwerk in Lodewijk XVI-stijl. De deurstukken hebben rijk stucwerk met onder meer tuingerief, jachttrofeeën telkens opgehangen aan een strik waarboven guirlandes eveneens met het typische strikmotief. De deurstukken zijn geflankeerd door gecanneleerde pilasters. De muurdam tussen de twee vensters aan de kant van het erf zijn eveneens voorzien van stucwerk met onder meer jachttrofeeën. Een gelijkaardige aankleding vinden we terug boven de later geplaatste schouw. Oorspronkelijk stak links en rechts van de schouw een raam, zie sporen in de zijgevel. Het plafond is afgewerkt met een eenvoudige lijst en voorzien van een bepleisterde moerbalk.

Het rechtersalon is voorzien van moer- en kinderbalken. Vermoedelijk zijn de kinderbalken vernieuwd. De moerbalken zijn voorzien van een houten bekisting.

Een houten spiltrap geeft toegang tot de verdieping en de zolder. Op de tussenverdieping is er een kamer met bewaarde balklagen. Op de verdieping geven 19de-eeuwse deuren uit op de overloop. De deuren zijn gevat in een geprofileerde omlijsting met oren.

De dakconstructie dateert uit de 19de eeuw.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen nummer 207, 1864/ schets nummer 15, 1906/ schets nummer 10, 1937/ schets nummer 38, 1957/ schets nummer 37, 1961/ schets nummer 42, 1972/ schets nummer 55.
  • COORNAERT M., De topografie, de geschiedenis en de toponymie van Sint-Pieters-op-den-Dijk tot 1899. Met studie van de waterwegen, Brugge, 1972, p. 223-224.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Koolkerke, Sint-Jozef en Sint-Pieters, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL12, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Blauwe Toren [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/57848 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.