Traditioneel breedhuis genaamd "de Rape", te dateren in de 16de eeuw. Het pand zou een overblijfsel zijn van het voormalige Artilleriehuis, dat bewaard bleef bij de sloop van de ‘houten Eeckhof’, het stedelijk wapen- en munitiemagazijn, voor de aanleg van de Stadswaag door Gilbert van Schoonbeke in 1548. Van het oorspronkelijke gebouw rest enkel de volledig heropgebouwde voorgevel met de hardstenen poortomlijsting maar zonder het markante, getrapte dakvenster. Deze is geïntegreerd in een grootschalig woningbouwcomplex dat het merendeel van het bouwblok van Stadswaag, Raapstraat en Lange Noordstraat beslaat, opgetrokken door de bouwmaatschappij nv Interbuild naar een ontwerp door de architect Ferre Verbaenen uit 1993, uitgevoerd vanaf 1994.
Oorspronkelijk dubbelhuis van vijf/vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Lijstgevel in baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de pui met geprofileerde sokkel, speklagen, kwarthol geprofileerde negblokken, wigvormige ontlastingsstenen en steigergaten, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Kruiskozijnen op de bovenverdieping en in de voorlaatste travee van de begane grond, dit laatste geflankeerd door twee gestapelde bolkozijnen. Twee aangepaste, gekoppelde kozijnen in een omlijsting uit blauwe hardsteen in de twee linker traveeën, dateren zoals het régenceportaal uit het tweede kwart van de 18de eeuw. Spiegelboogdeur en -bovenlicht gevat in een omlijsting uit blauwe hardsteen. Geprofileerd, kwarthol met spiegels versierd beloop op neuten, beëindigd door een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Het gebogen middenkalf draagt een schelpvormige sleutel met afbeelding van een raap als verwijzing naar de huisnaam. De sleutel en zwikken van het bovenlicht hebben eveneens een schelpvorm. Het brede, centrale dakvenster van zes treden met schouderstukken en overhoeks topstuk is niet heropgebouwd. Daarvan werd de eerste geleding geopend door een rechthoekig drielicht waarvan het middenluik met latei op kraagstenen werd geflankeerd door twee kloosterkozijnen. Zelfde rechthoekig luik in de tweede geleding en een balkgat in de top.