Gebouwd in de periode 1959-1961, ontworpen door architect Dupuis in samenwerking met Albert Bontridder.
De woning van der Vaeren strekt zich uit op een ruim perceel, met aan de zuidkant een onbeperkt uitzicht op de wijde omgeving van Leuven. In een poging het zonlicht maximaal te vatten, volgt het lage langgerekte bouwvolume een convex profiel via onregelmatige lijnen. De inplanting wordt bepaald door de topografie van het licht golvend terrein en domineert een vallei met bossen en velden. In deze context laat Dupuis de horizontale dimensie domineren. De kracht van het gebouw ligt in zijn verankering in de bodem, waarbij de profielen van de afzonderlijke elementen als een abstracte sculptuur naar het terrein toe worden gebogen. De woning van der Vaeren behoort tot de bekendste en meest gepubliceerde realisaties van Dupuis, één van de referentieprojecten uit de vruchtbare derde periode in zijn oeuvre, waarin ook de dubbelwoning 'paviljoenen' Robert Mestdagh en de woningen Marcel en Paul Wittmann, Robert Wéry en De Landtsheere tot stand kwamen.
De woning van der Vaeren is opgetrokken uit grotendeels witgeschilderd baksteenmetselwerk, onder zadeldaken met flauwe helling, waarvan de uitkragende delen luifels vormen rustend op metalen posten. Het raamwerk is uitgevoerd in staal. Het wordt omringd door terrassen in breuksteen.
In de opbouw van het plan zijn vijf parallelle stroken te onderscheiden, die de dynamische scenografie bepalen. De eerste strook bij de ingang wordt gevormd door een 1,80 meter hoge muur, als een onregelmatig scherm tussen het landschap en het woonvolume. De achterliggende voortuin met centraal de kleurrijke toegangspatio met grillig pad en bruggetje over een waterpartij leidt ondubbelzinnig naar de inkom, een beglaasd sas. De onregelmatige inkomhal met gekleurde glaspanelen en spiegels en aansluitende nachthal, is via een rood geverfde muur met een tweezijdige vitrinekast en een dubbele glazen deur gescheiden van de salon. De daaropvolgende strook met enerzijds de slaapkamers en anderzijds de leefkamer, wordt centraal gedomineerd door de haardhoek, een uitgediept cilindervormig torenvolume in blote, zachtroze baksteen, die ook uitwendig de horizontale lijnvoering met een krachtig accent articuleert. Deze zone is via 'picture-windows' intens betrokken op het landschap. De slaapkamers, waarvan de grootste een suite vormt met de badkamer en de babykamer, en de kleinere gearticuleerd worden door tweezijdige erkers, grenzen respectievelijk aan een afgescheiden terras en twee diepe waterpartijen. De salon ligt ingebed binnen de aangrenzende, verhoogde bibliotheek en het buitenterras. Een houten schuifwand en een 'tokonoma' scheidt het salon van de eetkamer, waar de plaatsing van de ramen via open hoeken een visuele spanning oproept. Het breukstenen terras vormt de laatste strook die als een soort sokkel fungeert en de binnenruimte naar het landschap doortrekt. Het uitkragende dak wordt hier ondersteund door betonnen sculpturen, respectievelijk een abstract geometrisch reliëf en een rechthoek met ovale uitsparing. Een garage, keuken en dienstbodenverblijf sluiten aan beide uiteinden het bouwvolume af.
Het interieur van de suite salon, haardhoek bibliotheek en eetkamer, vormt een uitgesproken contrastrijk geheel. Inbouwelementen in natuurhout (vitrine, 'tokonoma', bibliotheek) worden in het salon effectrijk afgewisseld met spiegels of wandvlakken in een oorspronkelijk felle kleurstelling. De bevloering in zwart en wit marmer met ingewerkt geometrisch motief, vindt een echo in de gelaagde, wit en zwart gelakte zwevende plafonds. De hoge cirkelvormige haardhoek met verdiepte vloer, vormt een dominant contrast. Deze intieme, in zichzelf besloten ruimte met omlopende zitbank, wordt bepaald door de centrale haard met een zwevende, kegelvormige rookvang, uitgevoerd in metaal en omringd door opaalglazen hanglampen. De bibliotheek is volledig uitgevoerd in houten schrootjes, de eetkamer daarentegen is onderkoeld bezet in monochroom grijs. De office, leidend naar de keuken, is voorzien van kastenwanden in fel contrasterend geel en rood formica.
De woning van der Vaeren is nagenoeg intact bewaard. Sinds 1985 werden beperkte moderniseringswerken uitgevoerd, onder meer het vernieuwen van keuken en badkamer binnen de bestaande ruimte, het vervangen van de verwarmingsinstallatie met bijkomende radiators, en, minder gelukkig, het stelselmatig vervangen van stalen raamwerk door dubbel beglaasd aluminium raamwerk met iets breder profiel. Ook het oorspronkelijk kleurenschema van de wanden werd hier en daar verstoord, zij het omkeerbaar.