Traditioneel pand genaamd “’t Gulde Schaep” op de hoek van Raapstraat en Stadswaag, dat in kern uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw dateert, en oorspronkelijk een samenstel vormde van twee parallelle diephuizen. De voorgevel zijde Raapstraat werd in 1808 door Matheus Van der Zanden in laatclassicistische stijl aangepast. G. Braspenning liet het pand restaureren naar een ontwerp door de architect Guy Demoor uit 1994.

Hoekgebouw van vijf bij vijf traveeën en twee bouwlagen onder een complex zadeldak (U-vormige nok parallel aan de Raapstraat, pannen). Voorgevel: bepleisterde lijstgevel met dubbelhuisopstand. Geleed door de puilijst beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige muuropeningen, de deur in een, vlakke, hardstenen omlijsting met neuten, de vensters met individuele lekdrempels. Een klassiek hoofdgestel met vernieuwde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Zijgevel: lijstgevel in bak- en zandsteenbouw met sokkel, speklagen en steigergaten, verankerd door smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Bij de harde restauratie werden vroeger gedichte of vergrote vensteropeningen en de top van het dakvenster gereconstrueerd. Verkleinende registers van kruiskozijnen met kwartholle negblokken en wigvormig ontlastingssysteem. Getrapt dakvenster van drie treden met overhoeks topstuk, waarin een rechthoekig luik met latei op kraagstenen en een balkgat met bewaarde hijsbalk. Achtergevel: trapgevel van zeven treden met topstuk.

Hoekpand van vijf + vijf traveeën en twee bouwlagen onder een afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen) met kern uit de tweede helft van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw (zie zijgevel) en een voorgevel uit 1808. Deels gedecapeerde deels bepleisterde en beschilderde voorgevel met rechthoekige vensters op individuele lekdrempels. Dito zijgevel met getrapt dakvenster (drie treden + overhoeks topstuk) waarin een rechthoekig luik met bovendorpel op consooltjes en een balkgat met bewaarde hijsbalk; duidelijke sporen van traditionele bak- en zandsteenbouw onder meer sokkel, speklagen, kwartholle negblokken, wigvormig ontlastingssysteem en steigergaten. Links korfboogdeurtje in een natuurstenen omlijsting. Getrapte achtergevel (zeven treden).