Traditioneel breedhuis genaamd “St. Jan”, in 1651 gebouwd door Jan Penne, lettergieter bij Plantijn en Moretus, en zijn echtgenote Barbara Peeters. Het hardstenen barokpoortje uit de bouwperiode, draagt het steenhouwersmerk van Jean Lermigneau, 'maitre de carrière' in Feluy en Arquennes. Afgaande van de steigergaten betrof het in oorsprong een pand van twee bouwlagen met een getrapt dakvenster in de middenas, dat in de vroege 19de eeuw met een derde bouwlaag werd verhoogd. De bakker Théodore Beelen liet in 1843 de kruiskozijnen van de eerste verdieping uitbreken. De timmerman Charles Verbeeck paste in 1879 de begane grond in de twee linker traveeën aan met een winkelraam en -deur. De arts Yves De Grave en Ria Sijmus lieten het pand restaureren naar een ontwerp door de architect Dany Depuydt uit 1981, uitgevoerd in 1981-1996.
Rijhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). Lijstgevel in bak- en zandsteenbouw met speklagen, kwartholle negblokken, wigvormige ontlastingsstenen, steigergaten en een kwartholle daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Jaarankers onder de kroonlijst vormen het bouwjaar “1651“. Registers van rechthoekige vensters met vernieuwde dorpels, vroegere kuiskozijnen waarvan de monelen zijn verwijderd; sporen van gedichte kloosterkozijnen in de rechter penant. Rondboogdeur gevat in een barokke omlijsting uit blauwe hardsteen, met bewerkte posten, voorzien van neuten en imposten, een geblokte archivolt met een voluutsleutel, panelen in de zwikken en een gestrekte, gekorniste waterlijst. Erboven een steekbogig bovenlicht met flankerende voluten, oren, een sluitsteen en een gebogen, gekorniste waterlijst. Achterbouw in bak- en zandsteenbouw van twee bouwlagen en drie traveeën onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen).
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1843#140, 1879#1223 en 18#61870.
- DEPUYDT D. 1982: Huis St. Jan - Rijke Beukelaerstraat 4: bouwgeschiedenis, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1982.3-4, 48-60.