Geheel van twee gekoppelde meergezinswoningen op de hoek van Rijkenhoek en Scheldeken, in twee fasen gebouwd in opdracht van de heer J. Hellemans. Als eerste kwam in 1902 het rijhuis (nummer 2) tot stand, waarvan ontwerper noch aannemer gekend zijn. Van 1926 dateert de bouw van het hoekhuis (nummer 4) door de aannemer Amedee Wijmeersch, die de gevelordonnantie van het pand uit 1902 doortrok. Het beeld Onze-Lieve-Vrouw van de Nood Gods, afkomstig van het gesloopte hoekhuis, werd opnieuw opgesteld tegen de nieuwe gevel. De drie rechter traveeën kregen later een extra verdieping.
Hoekcomplex met in totaal vier bij vier traveeën vier traveeën en vier/vijf bouwlagen onder een zadel- en plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de eerste verdieping, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door kordonvormende lekdrempels en doorgetrokken imposten, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige bovenvensters met geriemde omlijstingen tot op impostenhoogte en stucsleutels; individuele lekdrempels en onderdorpels op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Oorspronkelijk overspannen door een ijzeren I-balk met rozetten, bestond de pui uit drie brede inrijpoorten en gekoppelde privé-portalen in de middenas zijde Rijkenhoek.
Volgens de bouwplannen beslaat een atelier de volledige begane grond. De bovenverdiepingen van het rijhuis vormen een driekamerwoning met wc, deze van het hoekhuis omvatten telkens twee huurkwartieren, een twee- en een driekamerwoning met gemeenschappelijk wc. Beide panden worden ontsloten door zijdelings ingeplante inkom- en traphallen.
Op de hoek: kwartholle nis waarin het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Nood Gods, op een geprofileerde sokkel, beschermd door een metalen baldakijn. De gepolychromeerde houten Pieta uit de 18de eeuw, toegeschreven aan de beeldhouwer Nicolaus Lauweryssens, is vermoedelijk in oorsprong afkomstig van een pand in het Scheldeken. Het werd in 2013-2014 samen met het baldakijn gerestaureerd door Noortje Cools. Het gebombeerde, driezijdige baldakijn met kruis, onderscheidt zich door een schubbenpatroon, en een lambrekijn van vergulde rozetten en kwasten.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1902#1054 en 1926#23916.