't Pottemaeckershof, voormalige hoeve met losse bestanddelen, lange erfoprit vanaf de Loweg, eertijds doorlopend tot aan de Mareweg (Ontwerp van Lijst sinds 12/05/2003).
Historiek
Eerste vermelding onder deze benaming in 1689, vanaf circa 1935 gekend als "De Linde" of "'t Lindenhof", huidige eigenaars kiezen opnieuw voor historische naam. In 1594 wordt de site vermeld als "hofstede toebehoorende clais Kenelare over Jooris ridsaert den pottemakere". Op bijhorend plan aanduiding van een klein volume. Vanaf circa 1630 tot begin 20ste eeuw blijft de familie Mermuys de hoeve pachten. In 1689 beschreven als "hun selfs lant genaempt t pottemaeckers hofstedeken"; toen bestaande uit een boerenwoning, ten noorden bakhuis en stal iets oostelijk van het bakhuis. Tegen eind 18de eeuw uitgebouwd tot grote hoeve met acht paarden, beschreven als "een oude hofstede genaemt Potmakers Hofstede ende is een viercant stuck soms hooge en soms neder lant, streckende cum oostende aenden groenen wegh" (1790). Op de kaart van Ferraris (1770-1778) is de eind-18de-eeuwse samenstelling af te lezen: boerenwoning met twee parallelle volumes: ten zuiden de in 1765 opgetrokken schuur, ten noorden het oude bakhuis. In de 19de eeuw zijn heel wat verbouwingen en uitbreidingen terug te vinden. In 1821 wordt een paardenstal aan het oostelijke uiteinde van de boerenwoning bijgebouwd. Circa 1860 worden twee stallen ten westen aan de schuur gebouwd en wordt het bakhuis heropgebouwd. In 1884 wordt het vermoedelijk 17de-eeuwse stalletje naast het bakhuis heropgetrokken. In de 19de eeuw verhoogt men ook de vijf linkertraveeën van de boerenwoning, waardoor de nok even hoog komt als bij de opkamer. Bij de restauratie van de hoeve in de jaren 1980 werd het open wagenkot tegen de boerenwoning afgebroken. Hoeve in gebruik als woning, schuur wordt verhuurd als feest- of vergaderzaal.
Beschrijving
De boerenwoning is het oudste gebouw van de hoeve, vermoedelijk in kern 17de-eeuws. Groot witgekalkt volume met gepekte plint, verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen); rechts twee opkamertraveeën (oorspronkelijk met hogere nok) en links daarvan vijf traveeën, in de 19de eeuw opgehoogd tot anderhalve bouwlaag. Licht getoogde muuropeningen, T-vensters met luiken (luikduimen aanwezig bij opkamer). Indeling en balkenlagen van de boerenwoning bewaard; onder opkamer dubbele kelder met tongewelven; deuren naar kelder en opkamer zijn 18de-eeuwse paneeldeuren; opkamer met vloer van Boomse tegels.
Rechts tegen de boerenwoning, witgekalkte (voormalige) paardenstal onder pannen zadeldak, gedateerd in zijpuntgevel "1821"; muurankers, gepekte plint, licht getoogde muuropeningen. Stoep voor boerenwoning en paardenstal. Ten noorden van de boerenwoning, bakhuis met aangebouwde varkensstallen. Laag bakstenen volume onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok evenwijdig met boerenwoning), witgekalkt met gepekte plint; oven en balken bewaard, bakhuis met zwarte Boomse tegels op vloer. Ten oosten van het bakhuis, een koeien- en varkensstal, gebouwd in 1884 (zie jaartal in zijpuntgevel) op de plaats van de vermoedelijk 17de-eeuwse stal. Gele verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op boerenwoning) met overstekende dakrand.
Ten zuiden van het huis, aan de overkant van het begraasde erf, de monumentale schuur met mansardedak, gedateerd "1765" in balk van dakspant. Bakstenen volume onder pannen mansardedak (nok evenwijdig met boerenhuis, Vlaamse pannen), achter loopt het dak over in een lessenaarsdak; dubbele dwarsschuur met twee korfboogpoorten aan erfzijde. Typerend zijn de luchtgleuven in de vorm van schietgaten, wat er naar verluidt op wijst dat deze schuur versterkt was. Schuur van zes traveeën met gaaf bewaarde gebinten, waarin talrijke inscripties zijn aangebracht, vaak verwijzend naar de familie Mermuys, die eeuwenlang de hoeve heeft uitgebaat.
Ten oosten tegen de schuur aangebouwd, twee stallen, gedateerd "18.0", vermoedelijk gebouwd circa 1860. Bruine verankerde baksteenbouw onder zadeldaken, licht getoogde muuropeningen.
Met dank aan de huidige eigenaars voor doorgeven van historische gegevens.
- POLLET J., Toponymie van Meetkerke met een geschiedkundige schets, Brugge, 1942, p. 82.