Hoeve "'t Hoog Kamerke". Hoeve met losse bestanddelen, getypeerd door centraal op het erf gelegen rosmolen; lange erfoprit. Aangeduid op de kaart van P. Pourbus van 1561-1571. De eerste vermelding van de hoeve dateert van 1661: "Bij der hofstede behoorende Jonckheer Maerten van Nieuwenhove ghenaemt thoogcamerken". Op de kaart van Ferraris (1770-1778) worden twee haaks op elkaar geplaatste volumes aangeduid, schuur/ stal ten noorden, boerenwoning ten oosten daarvan. Een inscriptie op de boerenwoning vermeldt de volledige heropbouw ervan in 1843, aan de andere kant van de schuur/ stal; deze toestand is af te lezen op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845).
Boerenwoning van het langgeveltype, witgekalkt met gepekte plint onder pannen zadeldak (nok loodrecht op straat); twee opkamertraveeën en zes traveeën van anderhalve bouwlaag met typerende halfronde vensters op bovenverdieping. Opschrift "AD ALENDA JUMENTA - TEN JAERE 1843 UYT DEN GRONDE OPGEBOUWD", wijst erop dat een ouder volume (op een andere plaats) werd vervangen in 1843; recente verbouwingen (onder meer garages in rechtertraveeën). Schuur vervangen door recente loods; stal en wagenhuis onder zelfde zadeldak, wellicht 19de-eeuws.
Centraal op het erf, achtzijdige rosmolen, gebouwd in 1880. Geel-bruine baksteen van 21,5 x 10 x 5 centimeter; rode baksteen voor de hoeken van het gebouw en de strekken. Breedte van de molen bedraagt buitenwerks circa 6,40 meter. Drie luikopeningen; onder de twee die zich tegenover elkaar bevinden is er een tweede luikopening (met duimijzers voor buitenluiken) waarvan de betekenis niet gekend is. Twee evenwijdig gelegen balken waarin telkens een sleetspoor van een kamwiel. Afgedekt met golfplaten, nieuwe poort in ijzer.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen Brugge, Mutatieschetsen, Zuienkerke, 1880/2.
- DEVLIEGHER L., Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek, Brugge, 1983, p. 324-325.
- POLLET J., Toponymie van Meetkerke met een geschiedkundige schets, Brugge, 1942, p. 62.