erfgoedobject

Hoeve Claragoed

bouwkundig element
ID
58022
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58022

Juridische gevolgen

Beschrijving

Hoeve "Claragoed", historische hoeve getypeerd door zijn monumentale dwarsschuur.

Historiek

Eerste vermelding van de hoeve volgens het naambord bij de erfoprit in 981; deze datum wordt in bepaalde bronnen gezien als de eerste vermelding van "Ukesham", wat de voorloper van Nieuwmunster zou zijn. Dit gegeven is echter in geen enkele bron wetenschappelijk onderbouwd, waardoor wij deze datum niet in aanmerking nemen voor de historiek van het Claragoed. Een andere sterk verspreide geschiedenis is die van de Tempeliers. De middeleeuwse Orde van de Tempeliers kreeg in 1128 het noordwesten van de parochie Nieuwmunster van de Graaf van Vlaanderen (Diederik van den Elzas). Volgens de overlevering hadden zij daar twee hoeves, namelijk het Claragoed en de Grote Hofstede (zie Brugse Steenweg nummer 11). Na de afschaffing van de Orde in 1312 zouden de hoeves geschonken zijn aan de abdij van Sint-Clara in Brugge, waarnaar de hoeve waarvan hier sprake is vernoemd. De gegevens over de Tempeliers berusten wellicht op legendes; archiefgegevens bewijzen wel dat de hoeve in de middeleeuwen eigendom was van de Rijke Klaren. De hoeve is op de kaart van Pourbus (1571) aangeduid, bestaande uit vier volumes, heel schematisch weergegeven. 18de-eeuwse bronnen in verband met Sint-Clara in Brugge vermelden en beschrijven de hoeve: "hofstede matten schuere, lochtynck ende gars" (1786). Deze toestand wordt weergegeven op de bijhorende kaart van 1786 en op de kaart van Ferraris (1770-1778): de hoeve wordt op laatst genoemde  aangeduid als "Claragoet", een vierkant omwalde hoeve bestaande uit schuur met L-vormige boerenwoning, bakhuis en twee parallelle vleugels, zijnde een schuur en een stal. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845) worden dezelfde volumes opgetekend; de omwalling lijkt verdwenen. In de 19de eeuw is de hoeve in handen van edellieden. De hoofdvolumes, zijnde boerenwoning en schuur, blijven gedurende heel de 19de eeuw bewaard; de andere volumes worden verbouwd of afgebroken. In 1905 wordt aan de L-vormige boerenwoning een achterbouw toegevoegd, in 1977 een tweede uitbreiding. Na een brand in de jaren 1990 wordt het gedeelte van 1905 vervangen door nieuwbouw. Het volume van de schuur bleef al die tijd onaangeroerd.

Beschrijving

Boerenwoning ten oosten van het erf, afgaande op de typologie met minimaal 17de-eeuwse kern. Langgeveltype met geïncorporeerde stallen, witgekalkt volume met gepekte plint onder pannen zadeldak, hogere nok ter hoogte van de opkamer; aandak aan de zuidtuitgevel. De achtergevel is met steunberen gestut. Rechthoekige muuropeningen, deels gewijzigd en met vernieuwd schrijnwerk. Twee recente aanbouwen aan de oostelijke achtergevel.

Monumentale dwarsschuur ten noorden van het erf, haaks op de boerenwoning. De hoge schuur domineert het zicht in de wijde omgeving. Aangeduid op alle 18de-eeuwse kaarten, maar vermoedelijk in kern veel ouder: wellicht is de schuur één van de vier volumes op de 16de-eeuwse kaart van Pourbus. Gaaf bewaarde houten structuur met typerende dubbele schoring. Lage gele bakstenen buitenmuren, spant afgedekt met golfplaten. Anno 2002 is de volledige oppervlakte van de schuur ingepalmd door varkensstallen.

  • Rijksarchief Brugge, Watering van Blankenberge, nr. 91: Ommeloper van de Watering van Blankenberge, 1478, fol. 281r.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 1000: Figuratieve kaart van een hofstede en van gronden, in het bezit van het opgeheven klooster van Sint-Clara te Brugge, 135x115cm (1786).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 1703: Figuratieve kaart van de hofsteden en gronden van het opgeheven klooster van de Rijke Claren te Brugge (1786).
  • Rijksarchief Brugge, Ommeloper Mestdagh, nr. 960 (ommeloper van de parochie Nieuwmunster door P.A. Nollet en J. Lootijns, 1713, kopie 1732 met aanvullingen tot in 1798).
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen Brugge, Kadastrale legger 207, mutatieschetsen 2 (1864), 4 (1879), 2 (1905), 4 (1977).
  • CUMPS L., De tempeliers in Vlaanderen, Tielt, 1976, p. 183, 187.
  • LOGIER F. EN BOUSSEMAERE J., Nos nobis, omine... Of de Tempeliers in onze streken, in: De Heemstede, jg. 2, nr. 2, p. 88 e.v.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Claragoed [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58022 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.