erfgoedobject

Groot Hof Mariemont

bouwkundig element
ID
58072
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58072

Juridische gevolgen

Beschrijving

Hoeve "Groot Hof Mariemont". Mooie, omwalde hoeve met bergschuur, één van de belangrijkste buitenstedelijke eigendommen van het Sint-Janshospitaal, pas in de jaren 1990 door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn verkocht aan de pachters (Ontwerp van Lijst sinds 12/05/2003). De eerste vermelding van de hoeve dateert van 1400, waarin vermeld wordt dat het Sint-Janshospitaal een hoeve bouwt ten noorden van een al bestaande tiendenschuur: "(...) noordoost vander kerken oostwaert over den dyc ende benoorthalf der tiende schuere". Een 16de-eeuwse bron in het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn-archief bevat een beschrijving van de toenmalige hoeve: "(...) de hofstede voorseit met alle de huusen ende boomen daerup staende (...) 't hof Maryemoens (...) met de walgracht rontsomme". Op de kaart van P. Pourbus van 1561-1571 wordt de hoeve afgebeeld. In 1629-30 wordt één van de vermelde gebouwen, en meer specifiek het woonhuis, vervangen door een nieuw op dezelfde plaats. Twee ommelopers van 1690-91 bevatten afbeeldingen van de hoeve, bestaande uit één volume met omwalling. Eén ommeloper toont een volume evenwijdig met de straat. De meest gedetailleerde (L. Gilliodts) toont een waarschijnlijker versie, namelijk een volume haaks op de straat, bestaande uit twee delen. Wellicht stonden er meerdere gebouwen op het erf, en gaat het hier om een eerder schematische weergave van de boerderij. 18de-eeuwse Kaarten geven een duidelijker beeld van de toestand in die tijd: een kaart van 1765 toont ons een toestand die overeenkomt met de huidige structuur van de hoeve: ten oosten van het omwalde erf, een schuur, ten noorden tegen de Copsweg een stal, in het westen de boerenwoning met daarachter een moestuin; de gebouwen zijn in een U-vorm rond het erf geplaatst. Ten oosten buiten de omwalling bevindt zich een tweede moestuin. De kaart van Ferraris (1770-1778) komt hiermee overeen, maar laat na de omwalling weer te geven; de hoeve wordt daarop "Marymons" genoemd.

De toestand bij de opstart van het kadaster, op het Primitief Kadasterplan van 1830, is identiek aan de Ferrariskaart, met uitzondering van het kleine volume dat zich ten oosten van de boerenwoning bevindt. (N.B. Dit kleine volume wordt op het kadastraal plan van 2002 nog steeds weergegeven, hoewel het niet op die plaats aanwezig is.) Het wagenhuis in het verlengde van de boerenwoning is gedateerd "1852", dit gegeven in situ wordt niet bevestigd door mutatieschetsen in het kadaster; het volume van het huidige wagenhuis is al op de 18de-eeuwse kaarten waarneembaar. Vermoedelijk wordt in 1852 een deel van de stallen tot wagenhuis omgebouwd (zie bouwspoor staldeurtje tussen de twee wagenpoorten). In 1886 vindt de enige geregistreerde 19de-eeuwse mutatie plaats: het wagenhuis wordt achteraan voorzien van een ronde constructie, wellicht rosmolen; de stal wordt naar het oosten verlengd; de schuur krijgt een zuidelijke uitbreiding (varkensstallen). In rekeningen bewaard in het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn-archief worden enkele werken van circa 1900 geregistreerd: In 1890 wordt een varkensstal met zes varkenshokken gebouwd; vermoedelijk gaat het hier om de varkensstal ten noordwesten van de boerenwoning (niet op kadasterplan aangeduid); in 1909 wordt dit gebouw uitgebreid met een nieuwe kalverstal. Een nieuw bakhuis wordt gebouwd in 1905, vermoedelijk aan de achtergevel van de boerenwoning. In 1952 wordt de rosmolen, dan in gebruik als "karrenkot" afgebroken en vervangen door een uitbouw aan de achtergevel van het wagenhuis; in de jaren 1960 wordt de zomerkeuken met bakhuis (aanbouw achtergevel boerenwoning) verbouwd tot het huidige volume (mondelinge gegevens huidige eigenaar). Deze twee verbouwingen worden in 1997 weergegeven in het kadaster, samen met de bouw van een aantal nieuwe stallen ten oosten van het erf.

Beschrijving van het "Hof Mariemont" anno 2002

Hoeve met losstaande bestanddelen op een rechthoekig omwald erf, drie volumes in U-vorm omheen het binnenerf geplaatst (vroeger met vaalt), zijnde boerenwoning van het langgeveltype (west), stal (noord) en bergschuur (oost). De historische omwalling is nog grotendeels bewaard, met beeldbepalende kracht op het erf aan de kant van de Copsweg, waar de met bakstenen betegelde stoep afhelt tot in de gracht. De moestuin die op historische kaarten ten westen van het erf is aangeduid wordt nog steeds daar gecultiveerd. Het erf ligt hoger dan de omgevende gronden en heeft een typische (licht) halfbolle vorm, goed af te lezen in de gevel van de boerenwoning. De erftoegang bevindt zich ten westen van het erf, uitkomende op de eigenlijke achtergevel van de boerenwoning. Voor de verharding van de Copsweg midden 20ste eeuw, was de erftoegang aan de zuidzijde van het erf, uitkomende op het binnenerf van de hoeve, richting Kortestraat of Blankenbergse Dijk (zie 17de- en 18de-eeuws kaartenmateriaal).

Boerenwoning. Hoewel vermeld wordt dat al voor 1400 een schuur aanwezig is op deze plaats, is het oudste gebouw de boerenwoning, een heropbouw op dezelfde plaats van 1629-30. De bouwdatum "1630" is in een cartouche op de zijpuntgevel (kant straat) weergegeven, zij het ondertussen moeilijk leesbaar. De boerenwoning is ingeplant ten noorden van het erf, haaks op de omwalling langs de straat. Boerenwoning van het langgeveltype (in totaal 36 meter), met geïncorporeerde paardenstal van dezelfde datum en aansluitend een wagenhuis. Witgekalkt bakstenen boerenwoning met gepekte plint onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen) met klimmend dakvenster, vier traveeën + twee opkamertraveeën onder hogere nok. Erfgevel afgeboord met bakstenen getrapte fries; rechthoekige muuropeningen, in jaren 1960 zijn twee vensters tot één lager samengevoegd; schrijnwerk vernieuwd. Kelder met groot tongewelf onder opkamer; in zijpuntgevel straatkant twee keldervensters. Achtergevel boerenwoning midden 20ste eeuw uitgebreid met nieuw volume: witgekalkte uitbouw onder zadeldak (nok loodrecht op hoofdnok van boerenwoning) van jaren 1960, ter vervanging van het vroegere zomerkeuken/bakhuisvolume; rechthoekige muuropeningen, sluitsteen boven deur waarin monogram van Openbare Onderstand Brugge (OBB); twee rondboogvensters op verdieping.

Geïncorporeerde paardenstal van vijf traveeën, (met uitzondering van de linker travee) witgekalkt onder pannen zadeldak met één klimmend dakvenster. Kleine muuropeningen, vloer in stal van baksteen en kasseien. Boven boerenwoning en stal, dezelfde gebintes, gebeitelde telmerken, boven paardenstal is een in hout afgetimmerde slaapruimte bewaard.

Wagenhuis, gedateerd "1852" in zijpuntgevel, ten zuiden aansluitend bij de boerenwoning met stal, vermoedelijk een in kern 17de-eeuws bij de boerenwoning geïncorporeerd stalvolume dat in 1852 is verbouwd tot wagenhuis. Roodbruine baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen) van dezelfde hoogte als de boerenwoning. Dubbel wagenhuis met twee korfboogpoorten, waartussen een lage rechthoekige deuropening die is dichtgemetseld. Zuidelijke zijpuntgevel met rondboogzoldervenster. Aan achtergevel van wagenhuis, een rood bakstenen aanbouw onder lessenaarsdak van 1952.

Stalvleugel ten noorden van het erf, evenwijdig met de walgracht langs de Copsweg; steunberen rusten gedeeltelijk in de walgracht. Afgaand op het aanwezige archiefmateriaal gaat deze koeienstal zeker terug op de eerste helft van de 18de eeuw, met een uitbreiding aan de oostkant van 1886. Donkere baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok loodrecht op boerenwoning), laaddeur onder klimmend dak in 19de-eeuws gedeelte. Gedeeltelijk witgekalkt (zie zijpuntgevel west), onder gootlijst bakstenen getrapte fries. Aan westkant lage uitbouw met enkele varkensstalletjes; nu is het volledige volume in gebruik als varkensstal. Rechthoekige of licht getoogde muuropeningen, dagkanten witgekalkt.

Bergschuur ten oosten van het erf, afgaand op archiefmateriaal zeker teruggaand tot eerste helft 18de eeuw, afgaande op de aanwezige bakstenen, wellicht eind 17de-eeuws. Er stond al vóór 1400 een tiendenschuur op deze site, maar deze wordt op 17de-eeuwse kaarten niet meer afgebeeld, waaruit we kunnen concluderen dat die wellicht samen met de vroegere boerenwoning in de woelige 16de en 17de eeuw is vervallen (zie D'HOOGHE A.M.). De bergschuur is driebeukig en heeft een rechthoekig grondplan van 15 x 28 meter. Ze is afgedekt door een groot schilddak, dat een lange noknaald heeft. Door haar hoge dakconstructie domineert de bergschuur de andere hoevegebouwen.

Geheel de noordelijke zijde en het grootste deel van de oostzijde werd herbouwd. De muren van de noordzijde werden hoger opgetrokken. Aan de zuidzijde werden in 1886 varkenshokken met rondboogvormige eetbakken in de buitenmuren, bijgebouwd. De steunberen werden achteraf in de muur ingemetseld. In de muren zijn langwerpige spleetopeningen die zorgen voor de verluchting van de schuur. Het houten skelet bestaat uit ankerbalkgebinten. Op de drie middelste staan twee kromhouten die een bintbalk dragen. Daarop komt een schaargebint en daarboven een nokgebint dat bestaat uit twee schuine poten die de noknaald dragen. Horizontale balken boven de zijbeuken verbinden de hoofdstijlen met de muren. Vanaf deze balken, stijlen, kromhouten en schaarbenen vertrekken schuine schoren die de gordingen ondersteunen. Op de buitenste stijlgebinten staan gewijzigde en gedeeltelijk vernieuwde bovengedeelten.

Binneninrichting. Anno 2002 is een bakstenen constructie met varkensstallen tussen de gebinten opgetrokken. De doorrit ligt, tussen twee stijlgebinten, dwars doorheen het gebouw en de uitrit is naar het binnenhof gericht, de poorten zijn vernieuwd. De tasruimten bevinden zich links en rechts van de doorrit. De paardenstal was links van de uitrit, tegen de westelijke zijde. De koeienstal, waarvan de poortjes werden dichtgemetseld, bevond zich rechts van de uitrit. Naast de buitenste stijlen, aan de zuidzijde, is er een kelder. Achter de schuur (zuid) was een paardenmanége, waarvan de bakstenen vloer nog duidelijk te zien is op het begraasde erf.

De muren zijn grotendeels herbouwd. Slechts enkele muurgedeelten zijn oorspronkelijk. Het houten gebintwerk vertoont sporen van veranderingen. Het dak is met pannen gedekt, waarschijnlijk was het vroeger een strodak.

Ten zuiden van het erf, een bakstenen rond hondenhok met hutvormig dakje.

Ten westen van het huis, tegen de walgracht langs de Copsweg, is een bakstenen varkens- (oost) en kalversstal (west) aanwezig. Het meest oostelijke deel, in gele baksteen, is gebouwd in 1890, in 1909 kwam een aanvulling in rode baksteen. Laag volume gevat onder een pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op huis), omgeven door een bakstenen stoep.

  • Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Brugge, Handboek landgoederen, D 4 (1400).
  • Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Brugge, Rekening Sint-Janshospitaal 1629-1630, nr. 346.
  • Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, Brugge, Bestekken werken buitengoederen, Zuienkerke (1-12), 1806-1940, nr. 5.
  • Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Brugge, Kaarten en Plannen Zuienkerke B, 64B, nr. 217: "Caerte figuratif (...) van eene behuyse hofstede met de daermede gaende landen competerende het hospitael van Sint Janshuys in Brugge zijnde ghebruycke van François Joseph Blomme (...)" (1765, P.J. Drabaut).
  • Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Brugge, Leggers, nr. 9 (16de eeuw).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen, nr. 571: Kaart met de watering van Eiensluis (1788).
  • Rijksarchief Brugge, Landboeken Van Sieleghem, nr. 69 (Ommeloper van de parochie Zuienkerke door Charles Lootijns (1690-1691, 18de-eeuwse kopie).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen, nr. 515: Kaart met de watering van Eiensluis (1759).
  • Rijksarchief Brugge, Gemeentearchief Zuienkerke, nr. 123: Ommeloper van de parochie Zuienkerke door L. Gilliodts (1690, kopie van 1750).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen, nr. 906: Perceelsgewijze kaart met landerijen in de gemeente Zuienkerke in het bezit van het Sint-Janshospitaal te Brugge (1807).
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen Brugge, Mutatieschetsen, nr. 207, Zuienkerke, mutatieschetsen, 1886/13, 1997/3.
  • BOTERBERGHE R., Zuienkerke. Geschiedenis van een polderdorp, Zuienkerke, 1992, p. 263, 286, 361.
  • D'HOOGHE A.M., De bergschuren in de Vlaamse Noordzeepolders, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, Gent, 1977-1978, p. 189-191.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groot Hof Mariemont [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58072 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.