is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve 't Oosthof
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve 't Oosthof: poortgebouw
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve 't Oosthof
Deze vaststelling was geldig van tot
Historische hoeve die teruggaat tot een motteburcht met opperhof, neerhof en dubbele verdedigingsgracht. Het kasteel is afgebroken in 1845, maar de hoeve is mits enkele veranderingen blijven bestaan. De statige toegangspoort verwijst nog duidelijk naar het vroegere prestige (het poortgebouw is Ontwerp van lijst sinds 12/05/2003). Naar verluidt wordt deze hoeve in de volksmond vermeld als eigendom van de "paters" of Tempeliers. Naam wellicht wegens ligging in de oosthoek van de parochie.
Er zijn archivalische bronnen over het goed te vinden vanaf de 15de eeuw. Daaruit blijkt dat de hoeve steeds in handen geweest is van burgerlijke heren. De eerste vermelding van "'t Oosthof" dateert van 1468 en luidt: "Zuudoost vander kerke gheheeten 't goed ten Oosthove met alle de huusen ende boomen daerup staende". Een vermelding van enkele decennia later (1501) bevat een beschrijving van de site: "goede ghenaempt ten Oosthove metten casteele, de singhele rondomme over alle zyden ende alle de boomgaerden". De 16de eeuw werd getypeerd door talrijke krijgsverrichtingen tussen de calvinisten en de katholieke Spaanse overheersers. Legereenheden van het Brugse Vrije en Spaanse troepen moesten het kustgebied beschermen tegen de aanvallen van de zogenaamde Watergeuzen. Op het Oosthof was een legerkamp ingericht in de jaren 1570. In 1577 kreeg pastoor Joos Van Dale de toelating in de legerkapel van het kamp de goddelijke diensten te verrichten. Op de kaart van P. Pourbus van 1561-1571 wordt de hoeve met kasteel vermeld onder de naam "Toosthof".
Vanaf de 17de eeuw worden de beschrijvingen (1683 en 1690) geïllustreerd met gedetailleerde iconografische bronnen. Daarop vinden we een duidelijke weergave van de motteburcht, voorzien van een centrale toren, omwald met een poortgebouw over de gracht. Ten westen van dit opperhof, de hoeve, bestaande uit twee volumes, wellicht stal aan de weg en schuur ten zuiden van het erf; centraal op het erf een hoge duiventoren met spitse bedaking. Het geheel wordt door een tweede vierkante gracht omwald, die ten noorden van het erf via een grote toegangspoort kan overgestoken worden.
De 18de-eeuwse evolutie van de site wordt opnieuw door verschillende kaarten geïllustreerd. Het goed is dan in eigendom van de graaf van Colomma. De twee hoevegebouwen zijn nog steeds aanwezig, de stal onderging een belangrijke verlenging naar het zuiden. Over het opperhof krijgen we meer details: er zijn enkele aanbouwen aan het kasteel gebeurd aan de oostkant, en een langwerpig bijgebouw ten westen.
Vanaf de 19de eeuw verlenen kadastergegevens een duidelijk beeld van de veranderingen op "'t Oosthof". Het Primitief Kadasterplan van 1830 heeft dezelfde situatie weer als op de 18de-eeuwse kaarten, de grote omwalling is gedempt. De Atlas der Buurtwegen van 1843 bevat dezelfde gegevens. In 1845 vindt een hele belangrijke mutatie plaats: in opdracht van graaf Debrouckere van Mechelen, wordt het kasteel gesloopt en wordt de omwalling rond het opperhof aan de westkant gedempt om daar een nieuwe boerenwoning op te trekken. In 1882 wordt ten oosten van de boerenwoning een bakhuis gebouwd, de schuur wordt verbouwd en uitgebreid aan de zuidkant met een rosmolen. In 1918 wordt bij het bakhuis een varkensstal gebouwd.
Eind 20ste eeuw vinden nog een aantal belangrijke wijzigingen plaats: in 1977 wordt de eeuwenoude duiventoren afgebroken. In 1992 wordt de schuur uitgebreid, waarbij de rosmolen verdwijnt en wordt het 18de-eeuwse bijgebouw van het voormalige opperhof afgebroken. De omwalling om het opperhof is gedempt; de grote algemene omwalling is opnieuw uitgegraven en met knotwilgen afgezoomd. Anno 2002 bouwt men op het binnenerf een nieuwe stal.
Hoeve met losse bestanddelen, zijnde poortgebouw, boerenwoning, bakhuis, zomerkeuken, stalvleugel en schuur, opgesteld aan de vier zijden van een onverhard erf.
Het oudste en meest beeldbepalende element is het poortgebouw. Dit duidt de vroegere noordelijke toegang tot het erf aan. Vermoedelijk wordt de erfingang in de 19de eeuw verlegd naar de straatkant (west), door het dempen van de omwalling. Het gebouw wordt al op 17de-eeuwse kaarten aangeduid en is vermoedelijk nog ouder. Ondanks een gedeeltelijke heropbouw na een aanrijding eind 20ste eeuw heeft dit bakstenen bouwsel zijn karakter gaaf bewaard. Rode bakstenen muur, opgetrokken in moeffen, waarin een rondboogvormige poortopening en een korfboogvormige deuropening. Boven de deur, aan de buitenzijde, een nis. Aan de erfzijde is de poort door drie zware bakstenen steunberen gestut; de deuropening is aan erfzijde licht getoogd met strek. Het geheel is door een smal pannen zadeldak afgedekt.
De boerenwoning bevindt zich aan de oostzijde van het erf, in 1845 gebouwd op de plaats van de westelijke gracht omheen de vroegere motte. Donkere baksteenbouw van één bouwlaag en zeven traveeën onder een pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan Dullemolenstraat). Licht getoogde muuropeningen met luiken, schrijnwerk vervangen. Indeling gewijzigd.
Achter (ten oosten van) de boerenwoning, op de nog zichtbare hoger gelegen motte, een bakhuis en varkensstal, gebouwd in respectievelijk 1882 en 1918; eind 20ste eeuw iets uitgebreid. Donkere baksteenbouw onder pannen zadeldaken (Vlaamse pannen); voor het bakhuis zijn moeffen gebruikt, vermoedelijk recuperatiemateriaal van het afgebroken kasteel.
Ten westen van het erf, grenzend aan de straat, een lange stalvleugel in donkere baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok parallel aan straat en boerenwoning, Vlaamse pannen). In de stal zijn twee delen te onderscheiden: het noordelijke gedeelte, met iets lagere muren (zelfde nokhoogte) is het oudste en wordt al op 17de-eeuwse kaarten aangeduid. Dit gedeelte is vrij gesloten en wordt door twee steunberen gestut; boven de deur, een laaddeur onder klimmend dak. Het recentere gedeelte is in kern 18de-eeuws (aangeduid op 18de-eeuwse kaarten) en bevat bouwsporen die de verandering van de muuropeningen aanduiden (onder meer dichtgemaakte korfboogpoort). Binnen deze koeienstal is een nieuwe melkinstallatie aangebracht; recente aanbouw onder lessenaarsdak ten zuiden.
Ten zuiden van het erf, grote schuur met geïncorporeerd dubbel wagenhuis aan de oostkant. Al op 17de-eeuwse kaarten wordt op deze plaats een schuur aangeduid van grosso modo hetzelfde volume. De verbouwing van 1882 is evenwel beeldbepalend. Donkere baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op straat); rode bakstenen elementen voor de strekken van de poortopeningen. Dubbele dwarsschuur, met twee segmentbogige poorten, verder gesloten gevel, wagenhuis met twee lagere segmentboogpoorten. Schuur nu met kalverstallen. Het volume is met negen gaaf bewaarde gebintes overwelfd. Tegen de zuidelijke zijgevel is een recente aanbouw onder lessenaarsdak toegevoegd.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dullemolenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve 't Oosthof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58074 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.