is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeves Klein en Groot Schoeringe
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeves Klein en Groot Schoeringe: walgracht en hoevegebouwen van Groot Schoeringe
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klein en Groot Schoeringe, twee historische hoeves
Deze vaststelling was geldig van tot
Hoeves "Klein en Groot Schoeringe", twee historisch bij elkaar horende hoeves die tot het belangrijkste patrimonium van het Brugse Sint-Janshospitaal hoorden. Om in zijn eigen onderhoud te voorzien was het Sint-Janshospitaal verplicht om onroerende goederen in het Brugse Vrije aan te kopen om er de opbrengsten van te kunnen binnenhalen. Het hospitaal verwierf meteen na zijn ontstaan op het einde van de 12de eeuw verschillende goederen, zodat het zeker tijdens de middeleeuwen tot de grootgrondbezitters van het Brugse Vrije mag gerekend worden. Zuienkerke en Houtave waren de gemeentes waarin de belangrijkste inspanningen werden geleverd op dat vlak. De boerderij Schoeringe in Zuienkerke was het belangrijkste buitenstedelijke patrimonium van het Sint-Janshospitaal, en wordt in de literatuur aangeduid als een modelhoeve van de West-Vlaamse landbouw.
De hofstede Schoeringe gaat terug tot 1230, wanneer de Bruggelingen Geldulf en Hendrik Ram een stuk grond van 33 gemeten 1 lijn aan het Sint-Janshospitaal schenken. Gravin Johanna van Constantinopel maakte deze grond vrij van elke feodale verplichtingen. Het goed groeide in de daaropvolgende jaren uit tot de belangrijkste hoeve van het hospitaal, bestaande uit een omwald erf gedomineerd door een monumentale bergschuur. De hoeve werd rechtstreeks door het Sint-Janshospitaal uitgebaat. Een aantal broeders administreerden het goed en hadden voor de exploitatie ervan een groot aantal dagloners in dienstverband. Men verbouwde er tarwe, gerst, haver, bonen, erwten en vitsen; de veestapel omvatte paarden, runderen, varkens en een grote kudde schapen. De opbrengst van de boerderij werd via de vlakbij geleden Grote Ede (nu Blankenbergse Vaart) naar Brugge gebracht. Vanuit de omwalde hofplaats van Schoeringe liep daarvoor een waterweg, "Schippersgracht" genoemd, naar de Grote Ede. Langs deze weg werden ook goederen vanuit Brugge naar Schoeringe gebracht, voor de bouw en het herstel van de huizingen en bedrijfsgebouwen. Bij de bouw van een schuur op Schoeringe in 1333 werd het nodige hout met twee schepen aangevoerd en tijdens herstellingswerken op het hof in 1532 werden 93 hoet Gentse kalk "ghelost uuten schepe".
De hoeve Schoeringe bleef tot in het midden van de 16de eeuw rechtstreeks onder beheer van Sint-Jan. In 1545 legde broeder Olivier Ghoetyt nog rekenschap af van inkomsten en uitgaven op Schoeringe; in 1567 werd de hoeve verpacht aan een externe persoon. In een ommeloper van 1690 werd de hoeve vermeld als "Die van Sint Janshuys ten hove van Schoorynge met alle de huysen daerop staende metten geheelen walgracht rontsomme totten uijtcante van eene gecalcyde dreve voor de poorte oost totten heerweg". Het grote goed werd volgens de literatuur eind 17de eeuw opgesplitst in twee landbouwbedrijven: Groot Schoeringe ten noorden van de Schippersgracht, Klein Schoeringe ten zuiden ervan. Samen besloegen ze in die tijd 474 gemeten 2 lijnen 1 ½ roeden. De twee hoeven bleven lange tijd dezelfde monumentale ingangspoort gebruiken waarvoor een dreef lag (de huidige zandweg Schoeringedreef). De hoeve bleef tot ver in de 20ste eeuw eigendom van de instelling, waardoor rijk bronnenmateriaal is bewaard in het archief van het Brugse Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Beide hoeves werden eind 20ste eeuw verkocht aan de pachters. De hoeve Groot Schoeringe is niet meer in bedrijf anno 2002, Klein Schoeringe wordt door de huidige uitbater grondig gemoderniseerd.
"Groot Schoeringe" (nummer 4). Op de eind-18de-eeuwse Ferrariskaart (1770-1778) wordt "Groot Schoeringe" weergegeven als een hoeve met bergschuur en stallen (samen L-vorm) ten noorden van het erf; ten zuiden daarvan de boerenwoning, achter de boerenwoning rondom een binnenerfje, een bakhuis en paardenstal. Samen met Klein Schoeringe wordt ze door een vierkante omwalling begrensd, toegankelijk via een stenen poortgebouw net ten noorden van de Schippersgracht, die de erven scheidt. De omgrachting is deels bewaard, de poort niet meer. De erftoegang tot Groot Schoeringe is wel nog steeds op deze plaats.
De bergschuur is tot 1965 het belangrijkste gebouw van de hoeve. In dat jaar is ze naar het Openluchtmuseum Bokrijk overgebracht (heropgericht in 1978), wegens instandhoudingproblemen. Een bouwrekening van 1333, bewaard in het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn-archief, getuigt van de bouw van een schuur. Daarin wordt een overzicht gegeven van de kostprijs van de materialen en daglonen van de werklui. Er kan uit afgeleid worden dat het om een heel groot gebouw gaat met bakstenen muren en bekapping van hout en stro. Wellicht gaat dit om de monumentale bergschuur die tot in 1965 op (Groot) Schoeringe aanwezig was. De datum "1404" die op de schuur was vermeld, wijst wellicht op een grote herstelling na een orkaan die in dat jaar de Noordzeekust heeft geteisterd en waarbij de goederen van het Sint-Janshospitaal in Zuienkerke en Wenduine veel schade opliepen.
Enkel de zuidelijke muur is anno 2002 in situ bewaard. Deze werd verhoogd en gebruikt als zijpuntgevel van de nieuwe koeienstal die werd opgericht. De bakstenen van deze muur zijn onregelmatig van vorm en afmetingen. Ze meten 26 à 29 centimeter x 11 à 14,5 centimeter x 6 centimeter; er komen groen geglazuurde stenen in de muur voor. De muur is met zes steunberen versterkt; drie deuren werden dichtgemetseld tot vensters.
Tegen de bergschuur en later tegen de nieuwe loods aan, staat sinds 1738 (jaartal in steen van de noordzijpuntgevel) een koeienstal. Gedeeltelijk (vroeger helemaal) witgekalkte dwarsstal, lage bakstenen muren onder pannen zadeldak (pannen); muurvlechtingen in zijpuntgevels. Hooizolder met bewaard dakspant, gebeitelde telmerken. Ten oosten van de stal, de vroegere mestvaalt.
De boerenwoning bevindt zich ten zuiden van de bergschuur, haaks op de stal. Dit woonhuis is met muurankers "1629" gedateerd in de oostelijke zijpuntgevel. Witgekalkt volume onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen). Verankerde baksteenbouw van anderhalve bouwlaag en drie opkamertraveeën + vijf traveeën; in de lijstgevels zijn bouwsporen af te lezen die wijzen op verschillende verbouwingen onder meer ophoging van de vijf oostelijke traveeën tot anderhalve bouwlaag. In de 20ste eeuw werden muuropeningen gewijzigd. Interieur. Indeling gewijzigd; balkenlagen en getelmerkt dakspant bewaard. In woonkamer schouw met betegelde schouwboezem. Tegels in de Delftse traditie met mengaankleurige taferelen (molens, boten, dieren enzovoort op een eilandje, hoekmotief is spinnenkopje) rondom twee tableaus met blauwe afbeeldingen van helden (2 x zes tegels), omringd door schildpadtegels. In de schouwmantel is een recuperatiebalk gebruikt, elders in het huis teruggevonden bij verbouwingen. Kelder werd in jaren 1930 vlak afgedekt.
Paardenstal ten zuidoosten van de boerenwoning, met toegang vanaf het binnenerfje; wordt op Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid. Bakstenen (onbeschilderd) volume onder vrij steil zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan huis). Achtergevel gesteund door vijf steunberen, westelijke zijgevel heropgebouwd. Interieur bewaard, opgeklampte binnendeur met onder meer 19de-eeuwse inscripties. Oostelijke aanbouw is een bakstenen koetshuis, vermoedelijk gebouwd eerste helft 19de eeuw. Ten oosten daarvan, klein bakstenen hondenhok in de vorm van een rond hutje.
Aan westelijke kant van het binnenerf, witgekalkte bakstenen zomerkeuken onder pannen zadeldak. Volume is op Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid, maar in 1967 omgebouwd tot garage. In datzelfde jaar nieuwe bakstenen koeienstal ten westen van het erf.
Ten oosten van de bergschuur wordt in 1858 (zie datumsteen in erfgevel) een wagenhuis gebouwd. Breed bakstenen gebouw onder zadeldak (golfplaten, nok loodrecht op straat). Twee korfboogpoorten geven toegang tot het driebeukige gebouw, gedragen door vijf getelmerkte gebintes. In de lage zijbeuken zijn varkensstallen ondergebracht, afgescheiden door houten tussenmuren confer gekoppelde rondboogopeningen als voedergaten in de zijmuren.
"Klein Schoeringe" (nummer 2). Op de eind-18de-eeuwse Ferrariskaart (1770-1778) wordt "Kleyn Schoeringe" weergegeven als een hoeve bestaande uit de U-vormig tegenover elkaar geplaatste stal (noord), schuur (west) en boerenwoning (zuid), met ten zuiden daarvan een zomerkeuken/ bakhuis/ stalgedeelte, en ten oosten van de boerenwoning een varkensstalletje. Samen met Groot Schoeringe wordt ze door een vierkante omwalling begrensd, toegankelijk via een stenen poortgebouw net ten noorden van de Schippersgracht, die de erven scheidt. De omgrachting is deels bewaard, de poort niet meer. De erftoegang van Klein Schoeringe is zuidelijker gelegd, ongeveer ter hoogte van de boerenwoning. Hoeve is beduidend minder gaaf bewaard dan Groot Schoeringe, anno 2002 zijn zware aanpassingen aan de gang: oude gebouwen worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
De boerenwoning met geïncorporeerde stallen is ten zuiden van het erf gebouwd, anno 2002 wordt het gebouw gesloopt. Witgekalkt met gepekte plint, pannen zadeldak, opkamer onder hogere nok. De verhoogde opkamer is in de zijpuntgevel (onleesbaar) gedateerd in een cartouche (vermoedelijk opklimmend tot de 17de eeuw); in die zijpuntgevel eveneens muurvlechtingen. Ten oosten van de boerenwoning, een bakstenen varkensstalletje onder pannen zadeldak; aangeduid op kaart van Ferraris (1770-1778).
Rechttegenover de boerenwoning, de witgekalkte stalvleugel (varkens), verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok parallel aan boerenwoning). Volume aangeduid op kaart van Ferraris (1770-1778). Segmentbogige muuropeningen, één dichtgemetselde poort in vierde travee.
Om de U-vorm te sluiten, de schuur ten westen van het erf. Volume aangeduid op kaart van Ferraris (1770-1778). Bakstenen schuur, niet witgekalkt, onder pannen zadeldak (nok loodrecht op boerenwoning). Enkel voorgevel is bewaard; luchtgleuven in linkergedeelte, centraal dichtgemaakte poortdoorgang onder dakoverstek; wagenhuis met twee segmentboogpoorten uiterst rechts. Achter een recente aanbouw onder lessenaarsdak. Achterin het erf, nieuwe loodsen; vooraan bij de straat is een nieuwe villa gebouwd ter vervanging van de af te breken boerenwoning.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Schoeringstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeves Klein en Groot Schoeringe [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58113 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.