erfgoedobject

Brouwerswoning met dienstgebouw

bouwkundig element
ID
58156
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58156

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voormalig brouwershuis De Smet, Dauwe en naar de laatste brouwersfamilie zogenaamd "Huis Cremers", of ook "Les Saules" genoemd. De mouterij Dauwe, gelegen op de hoek van Mouterijstraat en Kerkakker, is beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 7 oktober 1993. Deze mouterij vormde vroeger als bedrijf een aanhorigheid bij het herenhuis Koffiestraat 2 binnen een voorheen omgrachte, omringende tuin. Een noordoostelijk deel van de tuin bij dit vroegere brouwershuis, de vroegere hoogstamboomgaard, werd verkaveld. Het grootste deel van de tuin bij het brouwershuis ligt nu ten zuiden ervan en bewaart een bijgebouw grenzend aan Kerkakker en zijdelings palend aan de mouterij.

Historiek

Een kaart in een heerlijk renteboek van Kalken 1756 door Carolus Benthuys geeft in het begin van de Koffiestraat een rechthoekig en enkelvoudig omgrachte hofstede weer met midden een woning met bovenverdieping; het latere brouwershuis gaat in kern op deze woning terug. Volgens het kadasterarchief en de bouwstijl verkreeg het brouwershuis zijn huidig voorkomen in het tweede kwart van de 19de eeuw. In 1835 werd het bestaande huis aanmerkelijk verbeterd en vergroot. Het was toen eigendom van de weduwe van landbouwer André Constantin De Smet. Naast de westelijke walgracht bevond zich een schuur. Jan Joseph De Smet richtte in 1837-1838 de brouwerij met droogeest en stoomgraanmolen op ter hoogte van de walgracht in de noordwesthoek van de omgrachte site. Ten laatste in 1841 werd het huis door brouwer De Smet vergroot onder meer met de zijdelingse uitbouw oostwaarts aan de kant van de Koffiestraat. Enkele jaren na het overlijden van brouwer J. J. De Smet in 1863 werd zijn brouwerij met een aanpalend deel van de tuin verkocht aan diens schoonbroer Pieter Franciscus Dauwe. Het brouwershuis met de rest van de omgrachte tuin werd bezit van burgemeester Adolf De Weirt, gehuwd met een dochter van De Smet. Adolf De Weirt zette samen met P. F. Dauwe de brouwerij voort. Zoon Cyriel Dauwe vormde in 1880 de brouwerij om tot stokerij met graanmolen; hij bewoonde het brouwershuis tot 1899. In dat jaar werd de stokerij en het bijhorende huis aangekocht door brouwer Eugeen Cremers; sindsdien werd het bedrijfsgebouw door de firma AMH Cremers omgevormd tot mouterij. Het herenhuis werd na zoon Alfred Cremers bewoond door diens dochters die er, na afschaffing van hun brouwerij in 1947, een bierhandel hielden. Agnes Cremers bewoonde het herenhuis tot in 1993.

Beschrijving

Brouwerswoning

Vrijstaand herenhuis in neoclassicistische stijl uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Kenmerkende symmetrische dubbelhuisopstand op rechthoekige plattegrond, vijf traveeën breed met een bovenverdieping onder pannen zadeldak (haaks ten opzichte van de straat ingeplant). Bepleisterde gevels, evenals die van beide symmetrische kleine lage zijaanbouwen, overwegend lichtgrijs geschilderd op een donkerder grijze plint. Enige elementen van de noordelijke lijstgevel en huidige achtergevel geven aan dat dit de vroegere voorgevel was van het neoclassicistische herenhuis. Typerende gevelordonnantie met horizontaliserende vensterregisters ondersteund door een puilijst en hardstenen cordonlijst. Verticale accenten door terugwijkende hoekpenanten en het centrale uitspringende deurrisaliet. Rechthoekige hardstenen neoclassicistische deuromlijsting gevat tussen gewitte pilasters met hardstenen lijstkapiteel. Kenmerkend hoofdgestel voor het tweede kwart 19de eeuw samengesteld uit een gelede architraaflijst, vlakke fries en gekorniste kroonlijst op klosjes. Rechthoekige vensters met persiennes en houten kruiskozijnen; sommige ramen zijn in de 20ste eeuw vervangen door nieuwe met kleine roedeverdeling terwijl nog recenter aan de oudere voor de homogeniteit kleine roeden werden toegevoegd. Naar verluidt is de dubbele deur met paneeldecoratie afkomstig uit de soberder opgevatte zuidgevel die minstens sinds de jaren 1920 als voorgevel fungeert. Aflijnende brede overstekende houten kroon- en tandlijst op modillons met dropmotief. Het houtwerk van de rechthoekige vensters met persiennes op hardstenen lekdrempels is evenals dat van de deur pas in de 20ste eeuw met kleine roeden uitgevoerd. Zuidgevel eveneens met neoclassicistische hardstenen omlijsting ter accentuering van de centrale deur en een breed aflijnend hoofdgestel. Beide overeenkomstige zijaanbouwen onder een half schilddak met omlopende band en kroonlijst op gekoppelde pilasters.

De oostelijke aanbouw bevat een afzonderlijke (berg)ruimte niet toegankelijk vanuit het huis zelf. De westelijke aanbouw is een jongere aanpassing van de minstens sinds midden 18de eeuw bestaande woning; deze aanbouw omvat een keuken met haard en een opkamer op overwelfde kelder.

Interieur brouwerswoning

Binnenshuis blijkt uit structurele elementen dat een bestaande woning met bovenverdieping, die minstens opklimt tot midden 18de eeuw, geïntegreerd werd in het brouwershuis: onder meer de behouden moerbalken in de bepleisterde zolderingen in vertrekken aan de zuidzijde op beneden- en bovenverdieping. Opkamer op overwelfde kelder vermoedelijk teruggaand op het aanvankelijke huis. Tweede grotere overwelfde huiskelder aan de noordzijde met gesinterde bakstenen keldertrap onder het trappenhuis. Huidige ruimte-indeling evenals vele aspecten van de aankleding en decoratieve afwerking uit het tweede kwart van de 19de eeuw, onder meer de paneeldeuren met ruitmotieven, deels nog met originele hengsels, en het geprofileerd omlopend stuclijstwerk van de plafonds. Brede centrale trapgang met natuurstenen zwart en witte tegelvloer met specifiek schuin verlopend patroon. Engelse trap in de zijdelings aansluitende trapkoker met voor de bouwperiode karakteristieke vormgeving en detailafwerking. Plafond en wanden van de gang nog met neoclassicistische stucornamentiek. Keuken met schouw van een traditionele open haard met geprofileerde haardlijst; de lambrisering met decoratieve wandtegels en het veelkleurige tegelvloertapijt met fraai mozaïekpatroon dateren uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Tegen de rug van de keukenhaard in de aangrenzende grote kamer behouden lichaam van open haard doch met gewijzigde afwerking. Aan de binnenzijde van de haard behielden de haardwangen wel de traditionele vroegere bekleding met typerende blauwe tegels: voorstellingen van landschapstaferelen in cirkel met ossenkop als hoekmotief (17de of 18de eeuw).

Tuin en bijgebouw

Bijhorende kleine tuin op het zuidelijk deel van de vroeger omgrachte hofstede. Typisch 19de-eeuwse landschapstuin met de dieper in een grasveld gelegen vijver en omlopend pad. Merkwaardige gebogen loofgang van linden. Het middendeel van het decoratief ijzeren toegangshek en het aansluitend gebogen hekwerk komen voort van de afsluiting uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Twee hardstenen stootpaaltjes werden teruggeplaatst.

Bijgebouw van het brouwershuis achter in de tuin gelegen, met de rugzijde palend aan Kerkakker en zijdelings palend aan de mouterijtoren van het vroegere mouterijgebouw. Laag en langgerekt landelijk bedrijfsgebouw in gewitte baksteenbouw onder zadeldak uit de 19de eeuw waarvan minstens een deel tot het tweede kwart van de 19de eeuw opklimt. Het middendeel is recent omgevormd tot twee woningen (Kerkakker 3 en bij Koffiestraat 2). Het globale uitwendige aspect bleef zoveel mogelijk gerespecteerd. Rechtertraveeën met vroegere paardenstal en sporen van deels gedichte bogen en hooggeplaatst gedicht venster, links brede schuurpoort met doorrit. Daklijst met rechte muizentand onder breed dakoverstek op houten schoren. In één van de kleinere jongere aanbouwen bleef een vroegere koelruimte bewaard. Haaks tegen de voorgevel van de paardenstallen, lage aanbouw benut als bergplaats, volgens kadasterarchief toegevoegd in 1912.

  • Rijksarchief Gent, Familiefonds, 4183. Kaart in renteboek van Kalken van 1756 door Carolus Benthuys.
  • TIBBAUT J. & VAN DE SOMPEL A. 1994: Enige gegevens over nijverheidsgebeuren en hun bezitters te Kalken in 1860, Castellum XI.3-4, 3-11.
  • VAN DE SOMPEL A. & HANSELAER L. 2001: De Mouterij te Kalken, Metaal, Brochure Open monumentendag 2001, Kalken.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Mouterijgebouw

  • Is deel van
    Kalken


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerswoning met dienstgebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58156 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.