Mouterijgebouw, gelegen achter Koffiestraat 2B en aan hoek Kerkakker. Deze mouterij hoorde als bedrijfsgebouw oorspronkelijk bij het herenhuis Koffiestraat 2 binnen de voorheen omgrachte, omringende tuin.
Historiek
In 1835 waren de weduwe van landbouwer André Constantin De Smet en zoon Jan Joseph eigenaar. Volgens gegevens uit het kadasterarchief richtte deze laatste in 1838 een brouwerij met droogeest en stoomgraanmolen op ter hoogte van de walgracht in de noordwesthoek van de omgrachte site. Hiervoor had hij op 28 november 1837 de toestemming gekregen een stoommachine te plaatsen, gemaakt door de firma Vanderbank-Pauwels (Ledeberg).
In 1851 werd de vroegere schuur verlengd tot aan de mouterij, samen met verbouwingswerken aan het woonhuis. In 1856 werd een nieuwe stoommachine aangekocht van het atelier Petry Drianne (Grevegnée), aangepast door J. Staelens (Gent) die de brouwerij en maalderij in werking moest houden. In 1868 kwam het brouwerijgebouw in handen van de familie Dauwe die het gebouw vergrootte aan de oostzijde en omvormde tot stokerij en graanmolen. In 1899 werd E. Cremers eigenaar en verbouwde het voormalige brouwerij-stokerijgebouw tot mouterij. Hierbij werd het gebouw opgesplitst in twee delen, rechts de mouteest, links de mouterij voorzien van bijkomende vloeren om zoveel mogelijk oppervlakte te hebben voor het moutproces. Stopgezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1954 kwam het mouterijgebouw in handen van de familie Piens die het als opslagplaats voor granen gebruikte tot 1991. Heden als zaal bij gelegenheid ter beschikking gesteld voor organisaties met een goed doel.
Beschrijving
Imposant rechthoekig gebouw in kern van 1838, uitgebreid in 1868 en aangepast in 1899. Constructie van twee bouwlagen op kelderverdieping en afgedekt onder zadeldak (golfplaten). Gewitte bakstenen gevels op gepikte plint; traveeën gemarkeerd door ovale industriële ijzeren ankerplaten met moer; rechte ankers onder de getrapte daklijst en hanggoot. Drie rechter traveeën verhoogd tot mouttoren van drie verdiepingen met grote ankers met lange schieters en kleine vierkante openingen. Afdekkend piramidedak met metalen structuur ingevuld met gewapend beton en afgedekt met bitumenvilt. Centrale ronde ijzeren verluchtingsschoorsteen onder metalen schermkap. Mouterijgebouw van tien traveeën met kleine getoogde openingen, (deels gedichte vroegere muuropeningen) op de benedenverdieping met gemetste middenstijl; ijzeren ramen. Linker zijpuntgevel met gelijkaardige benedenvensters en rechthoekige bovenvensters onder houten latei; rechthoekig zolderlaadvenster, hijsbalk en katrol onder houten afdak. Achtergevel met centrale uitbouw van vier traveeën, op de begane grond geritmeerd door pilasters met lijstkapiteel. Luifel op ijzeren spant aan de eerste traveeën.
Interieur met drie niveaus: kelderverdieping met drie beuken met gedrukte bakstenen gewelven rustend op zware vierkante pijlers. Gelijkvloerse verdieping overwelfd met betonnen troggewelven op ijzeren I-liggers gedragen door gietijzeren zuilen. Op de bovenverdieping worden de troggewelven gedragen door houten moerbalken en dezelfde ijzeren zuilen. Behouden oude dakstructuur met negen eiken spanten.
Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, onroerend erfgoed, archief.
VAN DE SOMPEL A. – HANSELAER L., De Mouterij te Kalken, in Metaal, Brochure Open monumentendag Kalken, 9 september 2001, p. 1-13.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)