Diep achterin gelegen boerenarbeidershuis met bijgebouwtje, mogelijk nog opklimmend tot het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw, zie weergave op het primitief kadasterplan (1835) van een dieper gelegen woning met twee landgebouwen. Landbouwer Frans De Bruyne († 1856), die minstens sinds 1835 eigenaar was van de hoeve, liet het boerenhuis in 1842 uitbreiden en in 1851 opsplitsen in twee woongedeeltes. Volgens het kadasterarchief werd het huis in 1938 uitgebreid in opdracht van bakker Edouardus Lammens-De Bruyne.
Voormalige tweewoonst met bewaard landgebouwtje. Dubbelhuis van drie traveeën met een aanpalende en met klimop overgroeide stal tegen de linkerzijgevel (voormalig, tweede huis) onder doorlopend pannen zadeldak. Achteraan een aangebouwde carport. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw met beraapte voorgevel op een bepleisterde en grijsgeschilderde plint. Rechthoekige openingen; beluikte vensters en centrale deur met blind bovenlicht onder pannen luifel.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)