Herenhuis, voormalig brouwershuis van de brouwersfamilie Cremers.
Historiek
In de bebouwde dorpskom gelegen, oorspronkelijk vrijstaand herenhuis met twee koetshuizen opgesteld in U-vorm rond voortuin van de straat afgesloten door ijzeren hekken. Volgens gegevens van het kadaster gebouwd in 1854 door juffrouw Amelie Deweirt op de plaats van een vroegere hoeve. In 1884 werd het huis door de erfgenamen Deweirt verkocht aan bierbrouwer Eugène Cremers. De ertegenover gelegen brouwerij werd stopgezet in 1946. Het herenhuis bleef in het bezit van de familie Cremers en Ongena-Cremers tot de verkoop ervan in 1955.
Beschrijving
Typisch neoclassicistisch herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen schilddak. Gepleisterde en heden geel- en witgeschilderde lijstgevel met symmetrische dubbelhuisopstand. Horizontaliserende hardstenen puilijst en tot cordonlijsten verbonden vensterdorpels, op de begane grond op consooltjes; spiegels op de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries met spiegels en overstekende houten kroonlijst op modillons lijnt de gevel af. Steekboogvormige vensters in geriemde omlijsting met oren; behouden 19de-eeuws schrijnwerk. Geaccentueerde centrale, licht steekboogvormige vleugeldeur in geprofileerde hardstenen omlijsting op hoge neuten en verbrede steektrap van vier treden. Bekronend hardstenen balusterbalkon op voluutconsoles.
Bakstenen achtergevel en uitgebouwde veranda. Links en rechts van het herenhuis, smalle deurtraveeën als verbinding met de dienstvleugels (links washuis, rechts koetshuis), rechts met portaal, trap en bovenverdieping van het later aangebouwde dokterskabinet. Dienstvleugels van twee traveeën en één bouwlaag onder haakse schilddaken (pannen) met houten dakkapelletje in de naar de straat gerichte kopgevel. Gepleisterde geel- en witgeschilderde gevels per travee geritmeerd door geblokte pilasters verbonden door geprofileerde korfbogen op imposten, met diamantkop als sluitsteen. Gevels uitziend op de voortuin met getoogde muuropeningen, links met deur in de tweede travee. Rechter koetshuis met rechthoekige poort in de voorgevel.
Oorspronkelijke woning op vierkante plattegrond met dubbelhuis aanleg en deels behouden aankleding. Centrale gang met midden links het trappenhuis met wenteltrap; gecanneleerde trappaal en siervaasbekroning. Salons links en rechts met rijkelijke stucplafonds en marmeren schouwen.
DE BUCK I., Studie van een 19de-eeuws woonhuis, onuitgegeven studie, Universiteit Gent, 1993-1994.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)