Café zogenaamd In den Bouw. Aan de driesprong Zomerstraat, Eethoek en Apostelhuizen, tussen voornoemde straten, ligt het omhaagde min of meer driehoekige erf van het landelijke café In den Bouw.

Historiek

De gemeente Kalken bood in 1863-64 dit onbebouwde terrein, omringd door tot het openbare domein behorende wegen, te koop aan. Volgens gegevens van het kadasterarchief liet de nieuwe eigenaar Pierre De Bleu, arbeider van Overmeire, in 1864-1865 er een woning met kleine stal oprichten. Van toen af tot op heden staat dit wijkcafé bekend als Estaminet In den Bouw. In 1885 werd herberg In den Bouw bezit van Ludovicus Verstraeten die vlakbij een familiale landbouwbrouwerij uitbaatte (nummer 83). Van typisch landelijk dorpscafé uitgegroeid tot een ontmoetingsplaats van kunstenaars. De stallen doen nu dienst als tentoonstellingsruimte en kunstgalerij. Tevens een bekende pleisterplaats voor het landelijk (fiets)toerisme en de weekendrecreatie.

Beschrijving

Herberg

Herberg uit het derde kwart van de 19de eeuw met het voorkomen van het kleinere boerenhuis in sobere baksteenbouw. Rechthoekig huis van vier traveeën onder pannen zadeldak. Naar het zuiden gerichte voorgevel, zoals de traditionele boerenhuisbouw, 's zomers beschaduwd door een rij van vier linden, een gebruikelijke aanplanting bij landelijke herbergen. Verankerde lijstgevel afgelijnd door een witgepleisterde geprofileerde daklijst met hanggoot. Smalle gekante bakstenen verharding van het erf tegen de voorgevel. Sporen van de gepikte plint onder grijze beschildering. Hoge rechthoekige muuropeningen met strekse boog en typerend groen- en witgeschilderd houtwerk. De vensters zijn van luiken met luikklemmen en hardstenen lekdorpels voorzien. Geschilderde herbergnaam op een gewitte bepleisterde band boven de deur met gedeeld bovenlicht. Klein halfrond omlijst venstertje uitgespaard in de gecementeerde linker zijpuntgevel, palend aan de Zomerstraat, en in de rechter zijgevel.

Interieur herberg

Oorspronkelijke indeling en andere karakteristieke aspecten bleven behouden. De grootste ruimte wordt ingenomen door de gelagkamer vooraan. De voordeur verleent rechtstreeks toegang tot dit vertrek. Onder het middelste rek van de open glazenkast, in de wand achter de houten toog, is een lage kelderdeur uitgespaard. De zwart geschilderde houten glazenkast met fijne pilasters en kroonlijst zou als vaste wandkast tot de oorspronkelijke uitrusting van het café behoren. Schouwmantel met zwart geschilderde houten bekleding. Bakstenen keldertrap overhoeks in de kelderhoek gemetst en bedient een tweede kelderdeur in de gang achter de gelagkamer. Opkamer boven de kelder (vernieuwde trap met toegang tot de zoldertrap). Keuken met een kleine traditionele open haard met haardwand van gesinterde bakstenen en haardbalk bekleed met geprofileerde houten haardlijst. Vierkant venstertje in de wand tussen keuken en gelagkamer. Behouden binnendeuren.

Bijgebouw

Laag langwerpig bakstenen bijgebouw onder pannen zadeldak gelegen schuin achter het huis op het spievormige kleine achtererf. Achtergevel aan Apostelhuizen afgelijnd door een getrapte daklijst. Erfgevel met oorspronkelijke muuropeningen (staldeuren en -vensters met luik onder houten latei) onder een breed dakoverstek. Twee behouden zwart en witte richtingspijlen met straatnaam Zomerstraat en Eethoek geschilderd aan de gevelhoeken van de stal in opdracht van de Duitse bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog.