erfgoedobject

Kasteeldomein Reesinghe

bouwkundig / landschappelijk element
ID
58231
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58231

Juridische gevolgen

Beschrijving

Huidig landhuis gebouwd in 1858 naar plannen van architect Eugène Carpentier van 1854 door de familie Pecsteen-de Lampreel op de historische site van het heerlijk kasteel van Maldegem.

Historiek

De heerlijkheid Maldegem strekte zich uit over het hele grondgebied van het Ambacht Maldegem in de parochies Maldegem, Adegem en Sint-Laureins met de heren van Maldegem als belangrijke feodale heren. De heerlijkheid Maldegem bleef in dezelfde familie vanaf Salomon tot Filips IX van Maldeghem. In 1483, door schijnverkoop aan de familie van Halewijn, nadien aan het huis van Claerhout, Vilain, Zuniga y Mendoza en de Fonseca y Ayala. Door huwelijk van barones Zuniga y Fonseca met de Spaanse don Juan Domingo, graaf van Monterey en Fuentes, in handen van laatstgenoemde familie. Laatste heren waren de prinsen van Croy.

Hun heerlijk verblijf was het domein van Reesinghe, gelegen ongeveer 1 kilometer ten westen van het dorpscentrum, aan de oude Antwerpse heerweg. In de landboeken uit einde 17de en begin 18de eeuw omschreven als "een schoon casteel, hoven, schuren, bosschen, meerschen, landen ende velderijen en pitterijen, ghenaemt de stede van reesyn", onder meer voorgesteld in Sanderus’ "Flandria Illustrata" van 1641. In L-vorm opgetrokken renaissancegebouw met kenmerkend zeszijdig traptorentje, omgeven door een brede gracht en door een dreef verbonden met het dorpscentrum. De Ferrariskaart (1771-1778) toont nog de oude site met walgracht met cirkelvormige omgrachte mote en rechthoekig omgracht kasteel, door dreven verbonden met het dorp en met het galgenveld. Kasteel herhaaldelijk vernield en heropgebouwd tot einde 18de eeuw. Begin 19de eeuw volledig in ruïne. Verschillende tekeningen, onder meer van A. de Noter, overgenomen door A. Heins rond 1900, tonen de indrukwekkende ruïnes waarvan enkel het traptorentje overeind bleef en twee imposante linden bij de ingang.

Beschrijving

Kasteel

Huidige kasteel opgetrokken door Charles Pecsteen-de Lampreel voor zijn dochter Ida gehuwd met Camille Rotsart de Hertaing. Plannen van het neogotische jachtpaviljoen getekend door architect Eugène Carpentier (1819-1886).

Huidige landhuis in neogotische baksteenarchitectuur met de allure van een jachtpaviljoen. Rechthoekig, deels onderkelderd gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak afgewerkt door trapgevels, volgens een prent in het album "Souvenirs de Voyage" oorspronkelijk voorzien van kleine dakkapelletjes en vorstkam en smeedijzeren bekroningen. Vermoedelijk werd het dak, de gekanteelde daklijst en het centraal getrapt dakvenster vernieuwd. Naar het zuiden gerichte voorgevel met dubbelhuisopstand, gemarkeerd door een middenrisaliet met deur, bekronend balkon en dakvenster. Verzorgd spitsboogportaal met archivolten, hoge arduinen neuten, dito latei op consooltjes en boogveld met neogotische baksteentracering. Omlopende geprofileerde bakstenen waterlijsten lijnen de benedenverdieping horizontaal af. Geaccentueerd centraal deurvenster met arduinen geajoureerd balkon met vierpasmotief, gevat in een spitsboognis met bekronende waterlijst en kruisbloem. Kleurrijk voorkomen door de arduinen dorpels en lateien en het blauwgeschilderde houtwerk. Een fraai spitsboogfries lijnt de gevel onder de gekanteelde daklijst af. Twee achthoekige arkeltorentjes met bekronende kantelenrij en voorzien van schietgaten begrenzen de voor- en minder rijk uitgewerkt achtergevel met rechthoekige vensters en gekanteelde daklijst. De drie middentraveeën op de begane grond hebben deurvensters die uitgeven op het terras. Zijtrapgevels gemarkeerd door de centrale schoorsteen.

Indeling en interieurelementen bleven naar verluidt ongewijzigd maar het interieur kon niet bezocht worden.

Bijgebouwen

Ten noorden achter het kasteeltje, koetshuis met paardenstallen. Heden witgeschilderd bakstenen gebouw onder zwart pannen zadeldak tussen aandaken met schouder- en topstukken, vijf traveeën met getoogde muuropeningen onder doorgetrokken waterlijsten aan de oostzijde. Twee paardenstallen rechts met typische gestreepte deuren in twee delen en arduinen voederbakken binnenin. Centrale koetspoort vernieuwd. Aflijnende bakstenen muizentandfries. Zuidgevel met typische gekoppelde rondboogvenstertjes onder waterlijst, aangebouwde garage.

Kapel

In de zuidoosthoek van het kasteeldomein, kapel opgericht door de familie Rotsart de Hertaing-Pecsteen, kort na de bouw van het kasteel. Typisch neogotisch bak- en zandstenen eenbeukige kapel, heden witgeschilderd op arduinen plint, onder leien zadeldak tussen aandaken met schouder- en topstuk; begrenzende zandstenen dekstenen en hoekkettingen. Voorgevel gemarkeerd door spitsboogdeur onder waterlijst en bekronende neogotische beeldnis met verweerd Onze-Lieve-Vrouwebeeld. De houten vleugeldeur met vouwbladmotief heeft een fraai bovenlicht met vierpasmotief.

Interieurafwerking vermoedelijk circa 1900 vernieuwd. Spitstongewelf afgewerkt met ijzeren profielen met typische rozetjes en wanden versierd met een palmettenfries in sjablonentechniek. Neogotisch altaar met polychroom Mariabeeld met Kind en verschillende kleine heiligenbeelden.

Motte en omgrachting

Ten oosten van het huidige kasteel, begroeide heuvel omgeven door een halfcirkelvormige omgrachting en wal als rest van de vroegere meervoudige site met walgracht zoals nog opgetekend op de Ferrariskaart van 1771-78. Ook de kaart van 1816 toont de halfcirkelvormige omgrachting met in het midden een cirkelvormig perceel met vermelding "souterrain". Vermoedelijk gaat het hier om de oude motte van het oorspronkelijke slot van de heren van Maldeghem waar, op de kaart van Pourbus (1561-1571) nog een gebouw zichtbaar is. Aan de noordzijde, boven op de heuvel, de ingang van een ijskelder. Een open trap daalt af naar een overwelfde gang met fraai bakstenen toegangssas dat leidt naar een gewelfde kamer waar vleermuizen in overwinteren.

Oude, halfcirkelvormige omgrachting, nu nog verbonden met de vroegere rechthoekige omgrachting van het oude kasteel, bij het vernieuwen van het kasteel in 1858 aangepast tot een meer cirkelvormige aanleg met verbrede vijver aan de zuidzijde en verschillende brugjes. Neogotische toegangsbrug in het zuidwesten, in baksteen met spitsboogbrug afgewerkt door een spitsbogenfries en voor- en achteraan geflankeerd door vierkante, overgaand in achthoekige pijlers die oorspronkelijk aan de kasteelzijde bekroond waren door twee torentjes.

Kasteeldomein, dreven, Warandebos

Heden nog 6 hectare groot kasteeldomein, toegankelijk via een nieuw hek aan arduinen zuilen in de zuidwesthoek bij de Brugse Steenweg. Een dreef leidt doorheen een park met voornamelijk beuken en rododendrons naar de omgrachte site met brug geflankeerd door twee imposante linden, mogelijk een restant van een vroegere dreef, onder meer afgebeeld op midden 19de-eeuwse prenten van de ruïnes van het oude kasteel en door A. Heins in "Vieux Coins en Flandre" van 1900-01.

Verschillende dreven ontsluiten het kasteeldomein: samen met het 19de-eeuwse kasteel werd in het noorden over de omgrachting een beukendreef aangelegd die aansluiting geeft op een oost-west georiënteerde populierendreef. In het westen lijnt de Oude Kasteeldreef, een imposante beukendreef, het parkbos en het Warandebos ten zuiden van de steenweg af. Een eikendreef ten oosten van het park leidde oorspronkelijk naar het eveneens in 1858 aangelegde neerhof.

Warandebos, verwijzend naar de warande van het heerlijk kasteel, vermeld in 14de- en 15de-eeuwse archieven en begin 18de-eeuwse landboeken, in het begin van de 19de eeuw om economische redenen ontbost en vanaf het einde van de 19de eeuw opnieuw bebost door de toenmalige kasteelheren. Gelegen ten zuiden tegenover het kasteeldomein, gemengd loofbos van voornamelijk beuken, eiken en dennen, aangeplant in rijen met een radiale aanleg tegenover het kasteel.

  • DE MAEYER J., De Sint-Lucasscholen en de neogotiek 1862-1914, Leuven, 1988, p. 414.
  • HEINS A., Vieux Coins en Flandre, Gent, 1900-1901.
  • LEDEGANCK K. L., Het Heerken van Maldegem (voorwoord), Belgisch Museum, deel II, Gent, 1838, p. 19.
  • MARTENS M., Vertaling van Gravin de Lalaing, Maldeghem die Loyale, Herinneringen en archivalia, (Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, jaarboek 2000, p. 68-69).
  • NOTTEBOOM H., Een literair-historische benadering van de leghende van het heerken van Maldegem, in Appeltjes van het Meetjesland, Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland, nummer 46, 1995, p. 63-108.
  • STYNEN H., De onvoltooid verleden tijd, Een geschiedenis van de monumenten- en landschapszorg in België 1835-1940, Brussel, 1998, p. 351.
  • VERSTRAETE D., Het domein van de heer van Maldegem, in Appeltjes van het Meetjesland, Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland, nummer 3, 1951, p. 121-130.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Beukendreef bij Kasteel Reesinghe

  • Omvat
    Eiken- en populierendreef bij Kasteel Reesinghe

  • Omvat
    Jonge beukendreef bij Kasteel Reesinghe

  • Omvat
    Twee welkomstlindes bij Kasteel Reesinghe

  • Is gerelateerd aan
    Amerikaanse eikendreef bij Kasteel Reesinghe

  • Is gerelateerd aan
    Populierendreef bij Kasteel Reesinghe

  • Is deel van
    Brugse Steenweg


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Reesinghe [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58231 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.