Meergezinswoning in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Alexander Van Roey uit 1912, uitgevoerd door de aannemer Frans Claes. Het nieuwbouwpand incorporeerde de doorgang naar de broodbakkerij van de naamlooze maatschappij “Het Volk”, die in 1907 was opgetrokken op het binnenterrein. De bouwaanvraag werd ingediend door de afgevaardigd beheerders van "Het Volk", F. Leussens en A. Bruyninckx. Tot het project behoorde een kantoor bij de bakkerij en een paardenstal achteraan op het perceel, die vandaag net als de bakkerij gesloopt zijn. Van Roey was in Antwerpen actief vanaf eind jaren 1890 tot begin jaren 1930, aanvankelijk als aannemer en van kort vóór de Eerste Wereldoorlog ook als architect.
Rijwoning van twee traveeën omvat drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft en parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband. Pui met privé-inkom en de oorspronkelijk open doorrij, overspannen door een ijzeren I-balk met rozetten op bewerkte hardstenen posten. Hierboven een gevelbreed tegelpaneel met opschrift BAKKERIJ ‘HET VOLK’ in rode letters op een roomkleurige achtergrond. Verder regelmatige registers van rechthoekige vensters, met lekdrempel en entablement op consoles uit witte natuursteen; tegelfriezen op de borstwering van de tweede verdieping. Van het klassieke hoofdgestel is de kroonlijst vernieuwd, evenals de dakkapel met driehoekig fronton.
Volgens de bouwplannen vormden de drie huurkwartieren op de bovenverdiepingen tweekamerwoningen met keuken annex terras en wc, ontsloten door de zijdelings en vanef de eerste verdieping dwars ingeplante inkom- en traphal.
Op scheimuur met nummer 61: monochroom witgeschilderd, houten Onze-Lieve-Vrouwebeeld uit het laatste kwart van de 18de eeuw, dat bij de heropbouw van het pand in 1912 werd herplaatst. Aangenomen wordt dat het beeld eertijds de titel Onze-Lieve-Vrouw van Peis droeg, en in 1785 vervaardigd is door Jan Engelbert Pompe. An Tant en Seppe Roels voerden een restauratie uit in 1999-2001. De grote, zwierige Madonna met het kind op de rechterarm, rust op zware sokkel zijdelings versierd met twee grote engelenhoofden en het monogram van Maria; koepelvormige metalen luifel.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1912#1863, 1907#899.