is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed De Kalfmolen
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Windmolen De Kalfmolen
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Graaf Jansdijk: deel met Kalfmolen
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed De Kalfmolen
Deze vaststelling was geldig van tot
Houten standaardmolen met open voet, waarschijnlijk opgetrokken rond 1670 op de Graaf Jansdijk, een zeedijk uit het begin van de 15de eeuw.
De molen werd genoemd naar de dichtbijgelegen herberg Het Kalf. Beide gebouwen gaven in de 19de eeuw hun naam door aan de wijk, die tot dan toe Oosthoek werd genoemd. De oudste vermelding van de molen dateert uit 1681 toen molenaar Cornelis Dyle op zijn molen verongelukte. In 1690 werd de molen vermeld als "de meulen die op den zeedyck staet". Achtereenvolgens wordt de molen vermeld als De Caelfmolen (1760), Calfmolen (1772) en Kalfmeulen (1838). De molen is aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (1843). Het oudste jaartal dat op (gerecupereerde) onderdelen van de molen werd teruggevonden, is het jaartal 1703.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog viel de molen stil en geraakte hij grotendeels in verval. De Belgische staat had de vervallen molen verworven en liet hem in 1924-1925 herstellen, wat echter niet zo grondig gebeurde. Pas in 1926 kon de Kalfmolen opnieuw in werking worden gezet. In 1927 werd de molen niettemin stilgelegd. In 1928 werd de molen eigendom van "Les amis de la Commission Royale des Monuments et des Sites", zoals te lezen op een houten bord. De Kalfmolen was de eerste Belgische windmolen die beschermd werd op basis van de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen.
De molen raakte getroffen door een granaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1958 werden verstevigings-, beschermings- en onderhoudswerken uitgevoerd door de Gistelse molenbouwer C. Peel, nadat een storm het molenkruis had beschadigd. In 1974 verwierf de gemeente Knokke-Heist de molen. De gemeente liet in 1979-1980 de molen restaureren door de firma Cottenier (Aalbeke), naar een ontwerp van architect Walter Snauwaert uit Oostende. In 1986 werden de olmen spieën in de askop vervangen door eiken spieën. Echte maalvaardigheid werd pas bereikt na nieuwe herstellingswerken in 1990 door de molenbouwers Peel uit Gistel. In 1995 werd de onmiddellijke omgeving van de molen beschermd als dorpsgezicht om de windvang te verzekeren. In 2013 werden onderhoudswerken uitgevoerd door Peusens Dirk bvba uit Merelbeke, waarbij onder meer de steenbalk uit 1925 en de boezem (brasem) uit de 18de eeuw werden vervangen en de houten binnenroede werd vernieuwd.
Open houten standaardmolen (staakmolen) op vier bakstenen teerlingen, bovenaan afgedekt met blauwe steen. Tegen de voor- en zijkant is er een verticale beschieting, tegen de windweeg en op de kap zijn eiken schalies aangebracht. De gebroken molenkap heeft aan staartzijde een luikapje en wordt bekroond door een windvaan met trompettende zeemeermin (een duplicaat van de Molen van Siska). Het gevlucht, met een lengte van ongeveer 23 meter, bestaat uit houten pestelroeden. Het kruiwerk met kruilier is bewaard.
De molen telt twee verdiepingen, met name een maal- en steenzolder. Op de maalzolder is een haverpletter aanwezig. Op de steenzolder zijn er twee koppels maalstenen. Het vangwiel telt 48 kammen, de schijfloop met 13 staven drijft ook het kamwiel van de haverpletter aan. Het aswiel telt eveneens 48 kammen, de schijfloop 13 staven. Het afremmen van de molen gebeurt met een houten hoepelvang. De luias wordt aangedreven door een sterrenwiel.
Er zijn heel wat inscripties genoteerd of nog terug te vinden. Op het klauwijzer van de voormolen staat "ANNA" en "180." (het jaartal is nu helemaal verborgen, het vierde cijfer was onleesbaar geworden). De twee bovenwielen werden tijdens de restauratie in 1979-1980 vervangen. Op het oude vangwiel stond "IHS ANNO 1746 ICM". Een fragment van de middenlijst waarop inschriften staan, werd afgezaagd en in de molen geplaatst. Hierop zijn volgende inscripties terug te vinden: “P. DELANGHE 1770”, "HUIBRECHT/COLLYN/1713", "TOMAES PO/UWAERT/1703", "1733", "1763". Op de ezel onder de voormolen is geschilderd "IACOBUS DE VOS/1837". Op de bovenas "LUDOVICUS DE VOS/1865".
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Op de kabinetskart van de Ferraris ligt de windmolen in het gehucht Oosthoek op de Graaf Jansdijk die de polder ten oosten van Knokke beveiligde. De dijk werd aangelegd in de 15de eeuw onder het bewind van Jan zonder Vrees, Graaf van Vlaanderen, die één doorlopende zeewering realiseerde. De benaming "Grave Jansdycke" verwijst naar de oprichter. Van uit de boerderijen achter de dijken werden de ingedijkte polders ontgonnen. In de 19de eeuw lag hier het gehucht ‘het Kalf’. Ten zuiden van de molen domineerde akkerland. Vanaf het midden van de 20ste eeuw werd de omgeving van de molen verder verkaveld.
De molen ligt in het noordoosten op de dijk die een duidelijk niveauverschil heeft met de omliggende percelen. De dijk wordt begraasd en vormt een groene onbebouwde strook in de verkaveling.
Is deel van
Graaf Jansdijk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Graaf Jansdijk met Kalfmolen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58620 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.