is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Witte Hoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Witte Hoeve: boerenhuis met aanbouwen en stalvleugel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Witte Hoeve
Deze vaststelling was geldig van tot
De zogenaamd "Witte Hoeve" (zie naambord aan straatgevel), te situeren in de noordoosthoek van de Vagevuurpolder (1282-1294) heet aanvankelijk "Wit Huis", maar wordt vaker omschreven als "Vijfhuizen". Deze benaming verwijst naar het aan het begin van de 15de eeuw verdwenen vissersdorp bij de monding van de Reigaarsvliet. De term Vijfhuizen wordt nadien gebruikt om de noordoosthoek van de Vagevierpolder aan te duiden. Een enkele keer wordt de site ook "Wittenbergh" of gewoon "stelle" genoemd.
De oorsprong van de site gaat vermoedelijk terug tot de laatste decennia van de 13de eeuw, vlak na de indijking van de Vagevierspolder. De hoeve is te beschouwen als een vooruitgeschoven schapenhoeve/ontginningshoeve, gelegen op de rand (de dijk) van de polder en de schorren. De schapen van de hoeve graasden eeuwenlang in het onontgonnen schorrengebied en tegelijk werd de nieuwe polder vanuit de hoeve ontgonnen.
De hoeve is vermeld op de kaart van Pourbus van 1571. Verder wordt de hoeve in verschillende ommelopers vanaf de jaren 1570 aangehaald. Een ommeloper van de jaren 1570 van Sint-Anna-ter-Muiden vermeldt dat de hoeve zwaar beschadigd werd door opstandige Geuzen. De site bleek bij de samenstelling van het landboek afgebrand te zijn. Blijkens de omlopers die daarop volgen werd de hoeve nadien heropgebouwd. Ze werd steevast omschreven als gelegen "cum noordtoostzyde ende noortwesthende anden zeegracht, ligghende onder anden zeedyck ende cum zuudtosthende anden dyck vanden nieuwen lande, ende es dhofstede ghenaempt te Vyfhuyse byden Hazegarse". De hoeve werd verpacht en was in het bezit van achtereenvolgens W. Van Huesden, Jorris Teerlynck, Valentijn De Clercq, Coenraed d'Ursele heer van Hingene en baron van Hoboken, jonker Philippe Norbert Cobrise en Maryn Van Aelsinge die het aankocht in 1732. In 1771 komt Sebastiaan Nachtegaele in de hoeve wonen, die in 1780 burgemeester van de parochie wordt.
Een belangrijke episode in de geschiedenis van de Witte Hoeve speelt zich af in de jaren 1620, tijdens de aanleg van de Linie van Fontaine, die als bevelhebber voor het Spaanse bewind de Zwinstreek tegen de aanvallen van de Nederlanders dient te beschermen. Bij de uitbouw van de "Redoute van de Verbrande Hofstede" vestigt Fontaine zijn hoofdkwartier op de Witte Hoeve, waarrond hij een groot kamp aanlegt.
De situering van de hoeve in de landboeken wordt verduidelijkt door enkele kaarten. Een eerste kaart van 1690 biedt een overzicht van de beginnen in de watering van Volkaartsgote. Vijfhuizen staat figuratief afgebeeld als een volume onder zadeldak, gelegen langs de Graaf Jansdijk in de Vagevuurpolder. Het afgebeelde volume is het boerenhuis, zie de datering in de kelder "AN1686NO". Twee kaarten uit het midden van de 18de eeuw zijn gedetailleerder en tonen twee langwerpige oost-west georiënteerde volumes (te identificeren als boerenhuis en schuur) met daartussen twee kleinere bouwdelen. (Op de kaart uit de omlopers Gilliodts is bijkomend nog een kleinere stip waar te nemen.) Kadastraal onderzoek toont aan dat de 18de-eeuwse situatie grosso modo blijft behouden gedurende de 19de eeuw. Op de primitieve kadasterkaart van 1846 staan de volgende volumes getekend: boerenhuis met geïncorporeerde stal (nok loodrecht op dijk), ten zuiden daarvan een wagenhuis, evenwijdig met het boerenhuis een schuur en tussen die twee gebouwen in twee stalgebouwen. Er is slechts één belangrijke mutatie in 1885, waarbij de twee kleinere stallen aaneengebouwd worden tot de huidige stalvleugel en de schuur wordt aangepast. In 1992 is de schuur door een zware storm volledig vernield en vervangen door een nieuw schuurgedeelte. Het wagenhuis is vervangen door nieuwe opslagplaatsen, ten zuiden van de schuur is een recente loods gebouwd.
Semigesloten opstelling van drie vleugels rondom een onverhard binnenerf: boerenhuis met aangebouwde stal, schuur en tussenliggend stalgedeelte. De hoeve ligt net achter de Graaf Jansdijk, lager gelegen tegenover deze dijk. Tussen de gebouwen ligt een grote mestvaalt, achterin het erf zijn restanten van een boomgaard aanwezig, het erf wordt ten noorden begrensd door een beek, die op oud kaartenmateriaal reeds is aangeduid.
Boerenhuis. Het boerenhuis bestaat uit twee tegen elkaar aan gebouwde, deels witgekalkte bakstenen vleugels met gepekte plint, onder zadeldak (nok loodrecht op dijk; Vlaamse pannen). Bouwnaden tussen de twee vleugels en oud kaartmateriaal toont aan dat de twee gedeelten oorspronkelijk losstaand waren; op het huidige kadasterplan staan ze nog steeds van elkaar gescheiden afgebeeld. Aan de erfzijde is het boerenhuis van het erf afgescheiden door een bakstenen muurtje.
Het oorspronkelijke boerenhuis is het meest zuidelijke gedeelte. Lage, witgekalkte, verankerde baksteenbouw van drie traveeën met twee opkamertraveeën. Oudste gedeelte is de opkamer: uitzonderlijke, gaaf bewaarde kelder met uitgewerkt kruisgewelf van twee traveeën, waarin de datum "AN1686NO"; 17de- of 18de-eeuwse kap boven het opkamergedeelte. De linkse drie traveeën werden vermoedelijk in de 19de eeuw opgehoogd, cf. veel nieuwere kap. Rechthoekige muuropeningen; bewaard houtwerk, luiken in de opkamervensters, diefijzers in andere twee vensters, deur met geajoureerd ijzeren hekwerk. Uitbouw onder golfplaten lessenaarsdak aan noordzijpuntgevel. Het interieur is heel sober, met in het oorspronkelijke boerenhuis enkele sobere houten schouwtjes, zichtbare balkenroostering, eenvoudige betegeling. Aangebouwde woonvleugel aan de erfzijde is oorspronkelijk stal, nu nog gedeeltelijk aldus gebruikt; waarschijnlijk 18de-eeuws. Aan de zuidzijpuntgevel van het oorspronkelijke boerenhuis is een dwarse (18de-eeuwse) koeienstal gebouwd onder een iets lager zadeldak. Rechthoekige muuropeningen aan erfzijde, met gedeelde staldeuren; achtergevel gesloten. Aan erfzijde is een stoep van onregelmatige kasseien.
Stalvleugel in blote baksteen, 18de-eeuws met 19de-eeuwse smallere aanbouw (oost), voorzien van in een driehoek geplaatste duivengaten in hoge zijpuntgevel. Interieur met arduinen vlieten, bakstenen bevloering en diltepersen boven de stallen. Enkele schaarse, licht getoogde muuropeningen; twee gedeelde staldeuren in elke gevel, tegenover elkaar liggend; twee luchtgleuven. Bakstenen stoep aan erfgevel.
Schuur en wagenhuis eind 20ste eeuw vervangen.
Bron: CALLAERT G., VANNESTE P. & HOOFT E. met medewerking van DE LEEUW S. & STRUYF J. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Knokke-Heist, Deel I: Deelgemeente Knokke, Deel II: Deelgemeenten Heist, Ramskapelle, Westkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Graaf Jansdijk
Is gerelateerd aan
Witte Hoeve
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Witte Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58764 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.