Villa zogenaamd "Rêve d'Enfant", voorheen gekend als villa "Wonderland", gebouwd volgens kadaster in 1913 naar ontwerp (1911) van architect Adolphe Pirenne (Brussel, 1876-1932) en een tijdlang betrokken als zomers buitenverblijf voor de bekende Belgische musicus-componist Eugène Ysaÿe (Luik, 1858 - Brussel, 1931). De naam van de villa verwijst naar een muziekstuk dat hij schrijft gedurende een rondreis naar Dresden, München en Kopenhagen in 1900-1901, tijdens dewelke hij verneemt dat zijn zesjarig zoontje Antoine erg ziek is. Na één van zijn avondconcerten schrijft hij, in afwachting van meer nieuws, dit muziekstuk voor viool en draagt het op aan zijn zoontje : "Rêve d'Enfant, dedié à mon p'tit Antoine".

Oorspronkelijk opgetrokken in het nog onbebouwde duinengebied ten zuiden van het Britspad; thans met hoofdtoegang vanuit de Fochlaan, die pas in de jaren 1920 wordt aangelegd. De villa kent een uitbreiding aan de noordoostelijke zijde in 1928 en is gerenoveerd in de jaren 1980 en 1990, echter met behoud van de bestaande stijlkenmerken.

Villa in cottagestijl met Normandische inslag, gelegen in deels verharde tuin met bakstenen tuinmuur waarachter haag. Baksteenbouw van twee bouwlagen en een kelderverdieping onder combinatie van schild- en zadeldak (pannen), met overkragende kroonlijst en aan zuidzijde laag doorgetrokken als overdekking van terras. Groot dakvlak doorbroken door grote typerende erkervormige dakkapellen onder plat dak. Verdwenen schouw met typische rookmond. De oorspronkelijk ongeschilderde bakstenen onderbouw is thans deels voorzien van zware witgeschilderde crepi op zwartgeschilderde plint (onder meer zuidgevel, inkomportaal); bepleisterde en witgeschilderde bovenbouw voorzien van pseudo-vakwerk in de top van de gevelvelden. Aan zuidzijde op benedenverdieping driezijdige erker onder schilddak bedekt met daktegels. Houtwerk met kleine roedeverdeling gedeeltelijk bewaard. De villa is toegankelijk langs zowel voor- als achterzijde, zie ligging voorheen aan Engels-, thans Britspad. Aan zuidzijde, voorheen de tuinzijde, overdekt inkomportaal op houten pijlers, thans gedicht aan oostzijde en voorzien van nieuwe lage muurtjes en betegelde vloer. Tevens later aangebrachte vierdelige beglaasde deur onder latei ter vervanging van centrale deur met zijlichten. Recentere uitbreiding onder plat dak aan noordoostelijke zijde.

Het interieur bewaart grotendeels de oorspronkelijke indeling en aankleding. Benedenverdieping met hal, zit- en eetkamer, keuken met achtergelegen proviandkamer en garage. Grote -huidige- inkomhal ingericht als bibliotheek. Behouden interieurelementen, onder meer trap, originele parketvloer in visgraatverband en bakstenen haard met neoclassicistisch getinte houten haardbalk. Vermeldenswaardig is het fraaie art-decogetinte meubliair naar verluidt afkomstig van de Luikse meubelmaker Gustave Serrurier-Bovy, eertijds bevriend met Eugène Ysaÿe. In een slaapkamer hangt een lijst met de namen van de vroegere gasten die er gelogeerd hebben, onder meer de Belgische Koningin Elisabeth en diverse bekenden uit de kunst- en muziekwereld als G. Charpentier, C. Debussy, G. De Smet, M. Ravel, I. Duncan, enzomeer.