Neogotische kruisbasiliek, gebouwd in 1896 naar ontwerp van architect H. Martens. Gelegen op een plein dat thans tot parkeerplaats is omgevormd. De kerk kende een bedevaart ter ere van Sint-Gertrudis.
De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van drie traveeën, een transept van een travee, een voorstaande westelijke toren met polygonaal traptorentje aan de zuidelijke zijde en flankerende kapellen, en een koor van een rechte travee met driezijdige sluiting.
Bakstenen gebouw onder zadeldaken (leien), de zijbeuken onder lessenaarsdaken, de toren onder ingesnoerde naaldspits; afwerking door middel van een zachte en harde natuursteen. Spitsboogvensters, gekoppeld in schip, transept en koor. Neogotisch bak- en hardstenen spitsboogportaal in de voorgevel van de toren.
Volledig bepleisterd interieur met neogotische muurschilderingen. Midden- en zijbeuken gescheiden door een spitsboogarcade op achtkantige zuilen met hardstenen sokkel. Overwelving door middel van een houten spitstongewelf op spanten; houten kruisribgewelf boven de kruising.
Mobilair: Neogotische beelden: Piëta, Sint-Jozef, Heilig-Hart, Heilige-Familie, triomfkruis, Sint-Franciscus, Sint-Gertrudis. Neogotisch hoofdaltaar, witte steen, met belangrijk retabel (derde kwart 15de eeuw); neogotische zijaltaren. Twee koorbanken (eind 19de eeuw). Communiebank, thans omgevormd tot altaar, geschonken door de graaf van Schoonbeek (1898). Preekstoel (midden 19de eeuw). Twee biechtstoelen (midden 19de eeuw). Doopvont, neogotisch.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Bilzen, Brussel-St.-Truiden, 1975, p. 13.
- PAQUAY J., Oudheidkundige inventaris der kunstvoorwerpen in kerken en openbare gebouwen, Volume, Aflevering VIII. Kanton Bilzen, sine loco, 1932, p. 14.