is aangeduid als beschermd monument Fort Sint-Paulus
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Paulusfort
Deze vaststelling was geldig van tot
Resten van het Sint-Paulusfort. Het binnenwater van de gracht van het Sint-Paulusfort, opgeworpen in 1627 op het oosteinde van de Blinckaertduinen, is thans gelegen in de tuin van het privé-domein van de kunstschilder Roger Nellens en deels op de omliggende percelen, zie de actuele kadasterplannen.
De Zwinstreek met zijn talrijke verbindingswaterlopen kent een bewogen militaire geschiedenis. De Zwingeul vormt reeds vroeg een invalsweg maar is tevens een natuurlijke grens en dit vanaf de Honderdjarige Oorlog (1337-1441). Dit uit zich vanaf de periode van de eerste Bourgondische Hertogen in een reeks stadsversterkingen (Damme, Sluis) en de bouw van het kasteel van Sluis en de toren van Bourgondië (1394-1397) ter verdediging van het Zwin. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vormt de Zwinstreek het betwiste grensgebied tussen de Spaanse Nederlanden in het zuiden en de Verenigde Provinciën in het noorden. De Zwingeul zelf vormt een gemakkelijke toegang voor de troepen van de Verenigde Provinciën om snel en vlot de Zuidelijke Nederlanden binnen te dringen om rooftochten en plunderingen te houden. De militarisering van de site waar nu onder meer de resten van het Sint-Paulusfort aanwezig zijn, start op het einde van de 16de eeuw met de aanleg van een fort (Sint-Marcus of Sint-Clara) in het kader van de toen heersende godsdiensttroebelen. In 1609 worden de conflicten tussen Spanje en de Nederlanden opgelost in het zogenaamde Twaalfjarig Bestand, dat in 1621 wordt opgeheven. De vijandigheden en de Staatse infiltraties worden in 1621 hervat. Hiertegen ontwerpt de Spaanse bevelhebber Graaf Fontaine een verdedigingslinie op de linker Zwinoever ongeveer parallel met de Zwingeul, om de nieuwe grens tussen de Spaanse Nederlanden en de Verenigde Provinciën te beschermen.
De zogenaamde "Linie van Fontaine" bestaat uit een fortengordel met tussenliggende waterwegen voor de bevoorrading. In 1622 start de aanleg van de linie met de bouw van het Isabellafort (eigenlijk een versterkte sluis) en het Theresiafort (iets oostelijker) op en bij de monding van het Reigaartsvliet. De Vuile Vaart wordt als linie uitgewerkt, met op de westelijke oever vijf redoutes, een versterkt legerkamp en het herwerkte Frederikfort. In 1622-1623 wordt de linie in de noordelijke richting verder getrokken tot over de Blinkaartduinen om invallen van de Hollanders via de Hazegrasschorren te beletten. Hiertoe bouwt men het Sint-Paulusfort in 1627, het Sint-Bernardusfort (zogenaamd "Papemutse") en het Sint-Annafort. Eind 1629 wordt een nieuwe aanval voorbereid vanuit Nederland, die in 1631 start met een omsingelingsbeweging via Maldegem richting Brugge. Hierdoor moet de Spaanse verdediging vernieuwd worden: Fontaine laat een nieuwe voorlinie aanleggen, de zogenaamde Fontaine-Cantelmolinie (beschermd als landschap bij M.B. van 18.11.1991). Meestal dienen de forten van de "Linie van Fontaine" ook ter bescherming van sluizen die van militair belang zijn in deze laag gelegen polderstreek. Het Sint-Paulusfort vormt hierop een uitzondering omdat het volledig buiten het ingepolderd gebied ligt. Als meest noordelijk gelegen fort van de Fontainelinie, dient het Sint-Paulusfort als eerste verdediging tegen invallen via de schorren rond de Zwingeul. Bij de bouw ervan in 1627 bestaat de omgeving uit duingebied en schorren en was er van inpoldering nog geen sprake.
Het Sint-Paulusfort wordt afgebeeld op de "Kaerte van Sluys, Het Zwin, ende de Schansen aen weder syden" daterend van 1627, de bouwjaar van het fort. In de begeleidende tekst staat : "Een nieuwe Schans, die nu bij de Spaensche wert gemaekt in de duynen om van daer een Haven te leggen, door de Laege Pannen, ende met Chaloupen als oock andere Schepen in Zee te komen [...]". De Spanjaarden zijn dus blijkbaar van plan een haventje bij het fort aan te leggen, wat echter nooit wordt uitgevoerd. Tussen het Sint-Paulusfort en het meer zuidelijk gelegen Isabellafort wordt in hetzelfde jaar (1627) de Sint-Paulusvaart, thans nog bestaande onder deze benaming, gegraven om de bevoorrading voor de soldaten vanuit Brugge te vergemakkelijken en in de zomer tevens te benutten als extra watertoevoer voor de grachten. Het uitgegraven zand wordt gebruikt voor de aanleg van een opgehoogde weg naar het fort, die door de hogere ligging tegelijk een dijk vormt, de zogenaamde Paulusdijk. Zonder dit als hoofdbedoeling te hebben, beveiligt deze het achtergelegen land - de Hazegrasschorren - tegen de zee. Aldus ontstaat de Hazegraspolder, later de zogenaamde Oude Hazegraspolder. Rond het fort verschijnt een bewoningskern, de wijk Oosthoek. Het Verdrag van Munster van 30 januari 1648 maakt een einde aan de Tachtigjarige Oorlog. Hierdoor geraakt het Sint-Paulusfort snel in onbruik en wordt het reeds in 1650 verlaten. Bij latere grensconflicten en geschillen wordt het nog enkele keren opnieuw gebruikt en hersteld. Zo wordt Knokke volgens het Barrièretraktaat in 1718 Hollands grondgebied waarvan de grens vlakbij het Sint-Paulusfort ligt. Vandaar dat er opnieuw een kleine bezetting van het fort plaats vindt, ditmaal door de Hollanders. Onder Oostenrijks bewind wordt het Sint-Paulusfort in 1783 gedeeltelijk afgevoerd, met afbraak van het fort en nivellering van de buitengracht als gevolg. Evenwel blijft het op stafkaarten als versterking genoteerd. In de Eerste Wereldoorlog plaatsen de Duitsers er enkele kanonnen. In de Tweede Wereldoorlog wordt het Sint-Paulusfort door de Canadezen als een belangrijk fort en doelwit aanzien, hoewel het in wezen niets meer voorstelt.
Volgens de gegevens van het IAP - in casu de Centrale Archeologische Inventaris - en enkele historische kaarten onder meer uit 1627, wordt het Sint-Paulusfort opgetrokken op een vierkant grondplan met op elk van de vier hoekpunten een klein bastion met barbetten (geschuttorens) en kruitmagazijnen eronder. Het bestaat aanvankelijk uit één gracht en een wal die een binnenplein omsluiten, waar houten gebouwen of tentconstructies zijn opgetrokken. De versterking is toegankelijk via een ophaalbrug.
Volgens historische documenten is er aan het fort oorspronkelijk een aanlegkade gelegen en een stenen waterput aanwezig, doch een exacte situering hiervan is niet mogelijk gezien tot nog toe geen restanten ervan zijn teruggevonden.
Naderhand, met name onder het Oostenrijks bewind, wordt ook een stervormige buitengracht en glacis aangelegd zoals te zien op kaartdocumenten van 1780. Vermoedelijk kunnen grondsporen een idee geven van de omvang van het gehele fort.
Van het oorspronkelijke Sint-Paulusfort resteren thans nog de binnengracht (walgracht) en de hoofdwal, onderbroken aan de noordzijde voor de toegang tot het privé-domein. In de jaren 1950 heeft de huidige eigenaar-bewoner op eigen initiatief de verlande gracht opnieuw uitgegraven volgens de toen waarneembare contouren van de gracht. De uitgegraven specie wordt op het terrein uitgespreid.
De wal in de tuin, waar momenteel bomen op staan en waar de inplanting van het speelhuis "Le Dragon" aan de oostzijde op geënt is, is nauwelijks of niet gewijzigd.
Bron: CALLAERT G., VANNESTE P. & HOOFT E. met medewerking van DE LEEUW S. & STRUYF J. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Knokke-Heist, Deel I: Deelgemeente Knokke, Deel II: Deelgemeenten Heist, Ramskapelle, Westkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Cantelmolinie
Is deel van
Zoutelaan (Knokke - Het Zoute)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Paulusfort [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59023 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.