Voormalig Hof van Bouchout, in 1676 deels ingericht als klooster van de zusters maricollen. Het klooster werd in 1678 uitgebreid met twee aanpalende huizen die oorspronkelijk tot het hof behoorden. In 1798 afgeschaft en verkocht. In 1802 opnieuw aangekocht door de maricollen. In 1895 totaal aangepast door architect H. Meyns.
19de-eeuwse tekeningen en een bouwaanvraag van 1895 tonen een gedeelte van de voormalige gebouwen uitziend op het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof, namelijk een in- en uitgezwenkte topgevel met traditionele kenmerken (heden kapel) en aansluitende zijpuntgevel van een 18de-eeuws huis.
Huidige gebouwen met uitzicht uit de 19de eeuw, opgesteld in L-vorm ten zuidoosten en zuidwesten van een tuin; afsluitende gecementeerde muur met rondboogpoort en rondboogdeur aan het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof. Baksteenbouw met verwerking van natuursteen en similinatuursteen.
Ten zuidoosten. Twee vleugels in elkaars verlengde van respectievelijk zes en zeven traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (leien, nok loodrecht op de straat) met dakkapellen. Links een vleugel uit het vierde kwart van de 19de eeuw, geritmeerd door ondiepe korfboognissen met gekoppelde rechthoekige vensters; horizontaal accent door middel van muurbanden. Ervoor lagere bijbouw met korfboogvensters.
Linkerzijtuitgevel (aan het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof) in neogotische stijl. Zandstenen sokkel; naar boven toe vernauwende spitsboognis doorbroken door rechthoekige vensters. Parallel tegen achtergevel: neogotische kapel onder zadeldak (leien, nok loodrecht op de straat), uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Tuitgevel aan straatzijde: zandstenen sokkel en drie markerende spitsboogvensters onder rozet, gevat in ondiepe spitsboognis. Rechtervleugel voorzien van kruiskozijnen (19de-eeuws) op begane grond en voorts eenvoudige rechthoekige vensters met arduinen lekdrempels.
Ten zuidwesten. Twee naast elkaar gelegen vleugels met sporen van oudere kern en twee kleine omgevormde huisjes, heden bergplaatsen. Linkervleugel van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (leien) met eenvoudige rechthoekige vensters. Oude kern zichtbaar in de verankerde, bijna blinde achtergevel met dichtgemetselde rondboogdeur uit de eerste helft van de 18de eeuw in een kwarthol geprofileerde omlijsting met neuten, imposten en sluitsteen.
Rechtervleugel van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak; rondboogarcade met getoogde vensters in de spaarvelden en getoogde bovenvensters. Nieuwe bijkomende rechtertravee met rondboogvensters. Rechthoekige benedenvensters en rondboogvormige boven vensters in achtergevel.
Interieur. Jaartal 1734 op balken in benedenkamer.
- STADSARCHIEF MECHELEN, bundel 1895, nummer 39.
- VAN DE WIEL C., Maricollen drie eeuwen te Mechelen (1676-1976), in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, 1975, p. 283-292.