Voormalig refugium van Sint-Truiden, heden Aartsbisschoppelijk Archief. Mooi gelegen aan het zogenaamd "Groen Watertje", enig overblijvend gedeelte van de vroegere Melaan, een waterloop die de hele stad doorkruiste en sedert de Eerste Wereldoorlog gedempt is. Refugiehuis van de benedictijnenabdij van Sint-Truiden van 1551 tot 1611.
Het domein omvatte toen ook hovingen en een inmiddels verdwenen "klein huis", aangekocht door de abdij in 1574, gelegen op de hoek van de Goswin De Stassartstraat en de Schoutetstraat. In 1611 verkoop van beide huizen en optrekken van scheidingsmuur tussen refugiehuis, het zogenaamde "grote huis" en het "klein huis"; laatstgenoemde kreeg verscheidene eigenaars en huurders. In 1894 verblijfplaats van de militaire kring. In 1896 aangekocht door kanunnik Loucin, die het verhuurde aan de Katholieke Nijverheidsschool. Kort voor de Eerste Wereldoorlog aangekocht door de provincie voor het aartsbisdom. In 1920 belangrijke restauratie met vernieuwing van de natuursteen, toevoeging van kruiskozijnen enzovoort.
Drie vleugels in traditionele stijl uit de 16de eeuw gegroepeerd rondom een binnenplaats. Verankerde bakstenen gebouwen van twee bouwlagen onder aaneengesloten zadeldaken (leien); gebruik van zandsteen - grotendeels vernieuwd - voor sokkel, omlijstingen, kruis-, klooster- en bolkozijnen, steigergaten, kordons, hoekblokken en verdere afwerking. Gebouwen van de Schoutetstraat afgesloten door middel van een nu gekanteelde bakstenen muur op zandstenen sokkel voorzien van tudorboogpoort en -deurtje gevat in een vernieuwde zandstenen omlijsting.
Zuidwestelijke vleugel van zeven traveeën gelegen aan de Melaan, via een overdekte brug verbonden met de tuin van het aartsbisschoppelijk paleis. Rechthoekige kelderdeur in binnentuin; voorts rechthoekige vensters, kruis- en kloosterkozijnen, getrapte dakvensters met bolkozijnen. Zijtrapgevels (zes treden en topstuk). In top van linkerzijtrapgevel: sierlijk muuranker met staf en hartvorm.
Tegen linkerzijtrapgevel: lagere bijbouw van twee traveeën en anderhalve bouwlaag onder steil zadeldak. Recentere bijbouw in neotraditionele stijl tegen gevel van binnenplaats.
Noordwestelijke vleugel van zes traveeën. Kruiskozijnen in voorgevel; blinde achtergevel gemarkeerd door zandstenen muurbanden.
Korte noordoostelijke vleugel van twee traveeën aan de binnenplaats en vier traveeën aan de straat; eerstgenoemde voorzien van kleine rechthoekige vensters en kruiskozijn, laatstgenoemde van kruiskozijnen. Zijtrapgevels met bolkozijnen en rechthoekige vensters in top; zandstenen rondboogdeur gemarkeerd door imposten en sluitsteen op de binnenkoer.
In de oksel van de zuidwestelijke en noordwestelijke vleugel: goed bewaarde, slanke, achtzijdige huistoren van vijf registers afgelijnd door waterlijsten; markante hoekblokken, speklagen, rechthoekige vensters en kloosterkozijnen van oorspronkelijke zandsteen. Naaldspits met oorspronkelijke getrapte dakkapellen.
- DE MEESTER DE RAVESTEIN B., Het hof van St.-Truiden te Mechelen, Overdruk uit Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, Mechelen, 1945.
- TERRIJN L., Sprekende ankers, in De Metaalbode, augustus 1956.