Het betreft een enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak met mechanische pannen en beschilderde stuckroonlijst. De lijstgevel met neoclassicistische inslag wordt gemarkeerd door een deurtravee afgelijnd dor kolossale pilasters.
Er bestaat een vermoeden dat er zich op de plaats van het huidige Sint-Jansstraat 9 aanvankelijk drie kleinere woningen bevonden. Deze zouden naast elkaar gesitueerd geweest zijn langsheen een kleine gang van waaruit zij bereikbaar waren. Twee van deze kleinere woningen zouden vervolgens samengevoegd zijn tot één groot pand waardoor de voor- en achterhuisstructuur van het huidige Sint-Jansstraat 9 ontstond. Het achterste pandje zou vanaf dat ogenblik gefungeerd hebben als achterhuis van de woning den Phijsant, het huidige Goswin de Stassartstraat 10.
Een aantal bouwsporen lijkt deze veronderstelling te ondersteunen. In de voormalige veronderstelde gang, de huidige inkompartij van de woning Sint-Jansstraat 9, bevinden zich de restanten van een gemetselde waterput. De vermelde driedeling in een voor- en achterhuis (Sint-Jansstraat 9) en een aanpalend achterhuis (G. de Stassartstraat 10) wijst eveneens in deze richting. Boven het achterhuis van Sint-Jansstraat 9 bevinden zich twee dakstoelen, respectievelijk voorzien van de telmerken 1 en 2. De dakstructuren van de overige gedeelten werden vervangen en kunnen dus niet meer als referentiepunt dienen. Enkel het achterhuis van G. de Stassartstraat 10 is onderkelderd. Het toont een afzonderlijke gewelfde kelder, zonder doorgangen naar het belendende achterhuis van Sint-Jansstraat 9.
In het historische wijkboek wordt de woning omstreeks 1647 omschreven als “een huys neffens 't hoeckhuys inde kerckhofstraete competerende de heer Mares pbre.”
Op een oude afbeelding uit 1790 zien we op de locatie van het huidige Sint-Jansstraat 9 een volume afgebeeld van twee traveeën over twee bouwlagen onder zadeldak met dakvenster en naastgelegen toegangsgedeelte van één bouwlaag onder mansardedak met toegangspoort. In 1807 werd er een bouwaanvraag ingediend met betrekking tot dit pand, waarbij zeker het voorhuis in neoclassicistische zin werd aangepast. Dit vertaalde zich onder andere in de toegangstravee van de lijstgevel, die werd voorzien van pilasters en een rondboogpoort.
Het primitief kadasterplan van Mechelen dat circa 1824 werd opgesteld toont ons een geknikt volume met trapeziumvormige uitloper aan de Sint-Jansstraat, dat eveneens uitgaf op het Sint-Janskerkhof. Blijkens de kadastrale archieven werd in 1867 het gedeelte dat uitgaf op het Sint-Janskerkhof in 1867 afgesplitst als perceel 171 b. Deze situatie is eveneens zichtbaar op de kadasterkaart opgesteld door P.C. Popp omstreeks 1853. Dit perceel werd in 1925 opgenomen in het huidige perceel 171 c, Sint-Janskerkhof 5.
In 1866 werd het huidige Sint-Jansstraat 9 te koop aangeboden door de familie de Meester de Ravenstein samen met vier andere panden in de buurt, waaronder de huizen Goswin de Stassartstraat 6 en 8. Het goed werd aangeduid als lot 3, omvattende een "groot en schoon huis met inrijpoort, hebbende vestibule, salons, keuken, cour”. Op de bijbehorende plattegrond zien we dat het perceel in niets verschilt van de toestand zoals weergegeven op de Popp-kaart.
Tijdens de restauratiewerken in 1985-1986 kwamen in de historische stijlkamer op de eerste verdieping van het achterhuis restanten van laat-18de-eeuwse muurschilderingen van onder enkele lagen behangselpapier te voorschijn. Deze zeldzame wandafwerking is bijzonder interessant voor de studie en de kennis van historische interieurverfraaiingen. Die bestond in de eerste plaats uit de imitatieschildering van een omvattende houten lambrisering. uitgevoerd in een typische 'vieux-rose' kleur; de rechthoekige vakken van de sokkel zijn met turkoois afgelijnd. Vervolgens werden door een 'fijn'schilder -naar analogie van de bespanning van houten lambriseringen met stof en behang op linnen of schilderijen op doek -rechtstreeks op de bepleisterde wanden enkele geromantiseerde landschappelijke taferelen gepenseeld. De zeer figuratieve voorstellingen liggen in de lijn van een welbepaalde stroming in de laat-18de-eeuwse landschapsschilderkunst waarin idyllische en pastorale taferelen de hoofdtoon voeren. De horizon werd laag gehouden, terwijl de bomen groot werden uitgetekend, waardoor het voor de gasten in de kamer net lijkt alsof zij zich op een zonovergoten dag midden in de natuur bevinden. Bijzonder fraai is de scène met het waterkasteel; de sloep op de voorgrond en de zeilboot op de achtergrond getuigen van de vaardigheid van de schilder.
In 1929 werd in de naastgelegen tuin een nieuw volume gebouwd van vier traveeën over twee bouwlagen onder een mansardedak. Dit volume werd circa 1987 afgebroken.
Het betreft een enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak met mechanische pannen en beschilderde stuckroonlijst. De lijstgevel met neoclassicistische inslag wordt gemarkeerd door een deurtravee afgelijnd dor kolossale pilasters. Foto's van de ontpleisterde toestand brengen het sporadisch gebruik van zandstenen hoekblokken aan het licht. De rechthoekige vensteropeningen zijn voorzien van arduinen dorpels. De rondboogdeur met zandstenen rechtstanden, imposten en grijsgeschilderde boogrug en sluitsteen bevindt zich onder een bekronende arduinen druiplijst.
Het interieur bevat een aantal elementen die verwijzen naar de aanpassing van het pand in 1807. Op de benedenverdieping bevinden zich in de kamer aan de straatzijde een mooi schouwlichaam in grijze marmer en een parketvloer. In de kamer aan de achterzijde situeert zich tegen de gemene muur met het achterhuis van Goswin de Stassartstraat 10 een eenvoudig marmeren schouwlichaam dat links en rechts geflankeerd wordt door twee dichtgemetselde deuropeningen naar dit achterhuis, voorzien van deuromlijstingen met kroonlijst. De eiken wenteltrap die alle verdiepingen bedient werd vermoedelijk ingebracht bij de verbouwing in 1807 en heeft een zeer eenvoudig uitgewerkte trappaal.
Op de eerste verdieping illustreren de aanwezige moerbalken de oude kern van het pand. In het achterhuis werden bij ontmantelingswerken in 1985 in totaal vijf decoratieve wandschilderingen blootgelegd. Het thema van deze schilderingen ligt in de lijn van de 18de en begin 19de-eeuwse landelijke en idyllische taferelen.
De 18de-eeuwse constructie op de schildering naast de deuropening betreft mogelijkerwijze het tuinpaviljoen van de Zusters van Liefde, die hun residentie in de omgeving hadden. Een andere schildering kan mogelijk beschouwd worden als een afbeelding van het zogenaamde Tongske, op de samenvloeiing van Dijle en Rupel en ooit eigendom van de familie de Meester de Betsenbroek die ook enige tijd het pand Sint-Jansstraat 9 in zijn bezit had.
Ingevolge een bominslag op een naburig pand in de loop van de Tweede Wereldoorlog werd de dakconstructie aan de straatzijde beschadigd en diende deze vervangen te worden. Boven het achterhuis bleven evenwel de spantbenen van de middeleeuwse dakconstructie behouden. Het betreft hier een gordingenspant van twee spantbenen met telkens twee stoelen. De spanten werden voorzien van gebeitelde telmerken die optellen naar de straatzijde toe.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002394, geografisch pakket Mechelen.
Auteurs: Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Brenders F. 2015: Herenhuis met kolossale deurtravee [online], https://id.erfgoed.net/teksten/167625 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen), uit het eerste kwart van de 19de eeuw.
Ontpleisterde lijstgevel met neoclassicistische inslag gemarkeerd door deurtravee afgelijnd door kolossale pilasters. Sporadisch gebruik van zandstenen hoekblokken. Rechthoekige vensters voorzien van arduinen lekdrempels; behouden houtwerk op de bovenverdieping. Rondboogdeur met zandstenen rechtstanden, imposten en grijsgeschilderde boogrug en sluitsteen; bekronende druiplijst van arduin. Beschilderde stuckroonlijst.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent.
Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Eeman M. & Mondelaers L. & Kennes H. 1984: Herenhuis met kolossale deurtravee [online], https://id.erfgoed.net/teksten/59221 (geraadpleegd op ).