Diephuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Mooie barokgevel naar ontwerp van Lucas Fayd'herbe, op cartouches gedateerd 1684, gerestaureerd in 1918 onder leiding van C. Van den Bergh.

Krulgevel met zandstenen parement en verwerking van arduin voor lijstwerk en versiering. Gekoppelde kruiskozijnen van arduin afgelijnd door waterlijsten. Bekronend register met twee barokcartouches ANNO/1684.

Begane grond gerestaureerd in 1918 met vernieuwing van parement: rondboogdeur met aanleunend steekboogvenster, gevat in een geblokte omlijsting van arduin; deur voorzien van geprofileerd beloop, versierde oren met festoenen, maskerkop als sluitsteen en gekorniste druiplijst; venster onder gecanneleerde sleutel en druiplijst.

Tweeledige top gemarkeerd door geprofileerde waterlijsten en bekroond met verhoogd pseudofronton. In de onderste geleding, rondboogluik in een geringde schouderboogomlijsting met imposten en voluutsluitsteen, flankerende rechthoekige luiken; erboven: oculus met sluitstenen, vleugelstukken en druiplijst.

De zijgevel vertoont een duidelijk voorbeeld van "versteende" vakwerkbouw. Overkragende bovenverdieping met aangepaste rechthoekige vensters. Vernieuwde benedenverdieping. Volgens J. Grootaers enig bewaard voorbeeld van een laatgotisch houtskelet met doorgaande balkdragende muurstijlen (16de-eeuws). Volgens H. Sermeus uit de 16de (?) of de eerste helft van de 17de eeuw; onderste bouwlaag uitgevoerd als dragend metselwerk waarin nog enkele houten fragmenten verwijzend naar de oorspronkelijke vakwerkbouw; tweede bouwlaag bestaat uit tweelagig vakwerk van hout met vulling van baksteenmetselwerk.