is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Begijnhofkapel toegewijd aan Sint-Mattheus
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Elisabethbegijnhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Sint-Elisabethbegijnhof
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed kernzone Sint-Elisabethbegijnhof
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Begijnhofkapel toegewijd aan Sint-Mattheus
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde eenbeukige kapel van vijf traveeën met driezijdige apsis, leien zadeldak met dakruiter. Op de noordwesthoek restant van traptoren heden volledig in huis nummer 2 ingebouwd. Beschilderde, bepleisterde baksteenbouw op gepikte plint. Traveeën gescheiden door verjongende steunberen. Drie korfbogige vensters op elke langszijde. Hoofdingang in zuidgevel: arduinen schouderboogvormige omlijsting met sluitsteen, rozetten op de hoeken en druiplijst. Erboven nis met Heilige Mattheus.
Op de zuidoostelijke hoek Ecce-Homo-kapel met opschrift MVDB 1888, met beeld van Christus op de koude steen. Bakstenen lijstgevel gedragen door vier getorseerde marmeren zuilen met twee steekbogen en een centrale schouderboog, twee arduinen treden.
Interieur: ten oosten koor afgesloten door communiebank. Ten westen orgeltribune.
Mobilair: hoofdaltaar van 1785-1788 door J.B. Casaer en beeldhouwer P.J. Reable. Orgel gedateerd 1678.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De bouwer van het oorspronkelijk orgel is onbekend. Door orgelhistoricus A. Deschrevel werd het instrument toegeschreven aan de orgelmakers Medaert uit Roeselare; deze hypothese dient niet a priori uitgesloten te worden. Als bouwjaar staat 1678 op de orgelkast gesculpteerd.
In de jaren 1785-1787 vond een ingrijpende renovatie plaats, toe te schrijven aan de orgelmakers De Rijckere (Kortrijk).
Het orgel werd in 2000-2003 gerestaureerd. Ontwerper was Gabriël Loncke (Overmere) en de werken werden uitgevoerd door Pels-D'Hondt Orgelbouw (Herselt).