WOONHUIZEN

Vrij homogene bebouwing met bakstenen huizen van twee bouwlagen, onder pannen zadeldak, doorgaans met ommuurde voortuin/ koer met rondboogpoortje en bijgebouwtje tussen huis en muur. Enkel nummers 1 en 2, beide van 1855, hebben drie bouwlagen; bij nummer 35 is door onderzoek in 1999 opgemerkt dat het in oorsprong om een éénlaagsbebouwing ging.

Het merendeel der huizen is 17de-eeuws. Zwartgepikte plint en gekaleide muren, enkel het huis van de grootjuffrouw wordt bij de restauratie van 1898 ontdaan van kaleilagen en vervolgens geschilderd in imitatiebaksteen en -natuursteen. Venster- en deuromlijstingen, kruismonelen en cartouches van witsteen. De meeste huizen zijn voorzien van een lijstgevel, soms met aandaken voorzien van vlechtingen op de zijgevels. We onderscheiden lijstgevels met kroonlijst (bijvoorbeeld nummer 6); lijstgevels aansluitend bij de Lodewijk XIV-stijl met geprofileerde pilasters op de bovenverdieping (nummer 7) of gekoppelde vlakke pilasters over de twee verdiepingen (nummer 35) en lijstgevels met vensters omvat in vlakke omlijstingen die al dan niet profileren in het hoofdgestel (nummers 30, 39, 40). Daarnaast komen tuitgevels (nummers 28 en 29) en trapgevels voor (zie nummer 31, Groothuis en beschrijving infra). Veel woningen zijn gedateerd door een jaarsteen in de toegangspoort of cartouches in de gevel. Bij nummer 23 zijn in de rollaag natuurstenen ingewerkt met namen van heiligen, nummer 19 steen met naam van Sint-Isidorus. huizen zijn deels onderkelderd (tongewelf). De houten roosteringen met moerbalken zijn grotendeels bewaard. In enkele ruimten zijn het gestucte plafond met eenvoudige kooflijst nog aanwezig, onder meer in het salon van nummer 18, of met moulures en hoekrozetten in de woonkamer van nummer 18. Uitgewerkte schouwboezems en schouwmantel in Lodewijk XV-stijl en Delftse tegels in onderboezem in nummer 32, in Lodewijk XVI-stijl in het salon en de woonkamer van nummer 18. Overige originele aankleding, bijvoorbeeld in salon van nummer 18 met Lodewijk XVI-wandkasten. Nummer 26, met 17de-eeuwse houten supraporta met voluten; nummer 24 met geschilderde fries.