Gesloten hoeve, in haar huidige vorm daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, doch met oude inplanting. Op de Ferrariskaart (1771-1777) aangeduid als een L-vormig gebouw, in de Atlas der Buurtwegen (1846) reeds weergegeven als een gesloten hoeve.
Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (mechanische pannen) gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, bereikbaar via een getoogde, bakstenen inrijpoort in de zuidoostelijke vleugel; houten kapelletje met Sint-Donatusbeeld erboven.
Ten zuidwesten, woonhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen. De zuidwestelijke gevel aan straatzijde is de voorgevel: getoogde bakstenen vensters met hardstenen lekdrempels, voorheen beluikt op de eerste bouwlaag. Centrale, getoogde deur in een hardstenen omlijsting op neuten. Identieke ordonnantie aan erfzijde; het oorspronkelijk houtwerk en een aantal luiken bleef hier bewaard.
De stallen in de noordwestelijke- en zuidoostelijke-vleugel werden sterk aangepast.
De lagere dwarsschuur rest waarschijnlijk van een ouder hoevecomplex (eerste helft 19de eeuw): stijl- en regelwerk onder zadeldak (Vlaamse pannen), vergroot naar de noordoostelijke zijde toe. Pannen beschieting van de gevel aan straatzijde.