is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onze-Lieve-Vrouwhospitaal met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Onze-Lieve-Vrouwhospitaal: kapel en oude delen
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onze-Lieve-Vrouwhospitaal
Deze vaststelling was geldig van tot
Site vermoedelijk opklimmend tot in het begin van de 13de eeuw. Oudste bewaarde vermelding van 1211, uitgaande van ridder Goswijn, heer van Moeskroen, en betreft een schenking aan het armenhospitaal. Oudste vermelding van een kapel van 1220. Hervorming van de communauteit vóór 1302 en de vestiging van enkele zusters die leefden volgens de regel van Sint-Augustinus.
1325: hospitaal vernield door brand in de wijk Overleie, gesticht op bevel van Lodewijk van Nevers. Van het oorspronkelijke hospitaal zijn heden enkel twee gotische bogen op blauwstenen zuilen op de binnenplaats behouden.
1328: heropbouw hospitaal mogelijk gemaakt door omvangrijke schenking van Lodewijk van Nevers. Complex bestond onder meer uit een klooster, kapel, ziekenhuis,grote kloosterhoeve met schuren, stallingen en een molen.
1382: Kortrijk zwaar gebrandschat door de grafelijke troepen en Franse huurlingen, waarbij ongetwijfeld ook het hospitaal getroffen werd.
1399: voltooiing graven Kleine Leie in een bocht omheen het hospitaal en opnamehospitaal binnen stadswallen. Laatste van de twee verdedigingstorens op het terrein in 1919 gesloopt, delen van de oude stadsmuur zijn heden nog zichtbaar.
1565: huidige keuken rond de binnenplaats voltooid (jaarsteen met wapen en initialen van de toenmalige priorin).
1566: schade toegebracht door Beeldenstormers.
1578: het zilverwerk en andere kostbaarheden aangeslagen; de hospitaalkapel totaal leeggeplunderd. Waarschijnlijk pas in de 16de eeuw werkelijke heropbouw.
1616: schenking van de stad voor herstellingen aan de kapel en de vervallen gebouwen.
1624: uitvoeren van een aantal belangrijke verbouwingen in het klooster en optrekken nieuwe slaapzaal voor de zusters.
1651-1660: alle panden rond de binnenplaats worden herbouwd of ingrijpend gerestaureerd: (opnieuw) optrekken noordelijke klooster vleugel (1651), poortgebouw in laat-gotische stijl en westelijk pand voltooid (gevelankers) (1655), plaatsen zware ingangspoort met gesculpteerde naald (1658).
1675: aankoop gronden langs de Kleine Leie waarop de stadsmuren waren gebouwd.
1709-1743: herbouw kapel met behoud van enkele oudere onderdelen (noordelijke gevel op het binnenplein vermoedelijk 1651-1655, barokke voorgevel circa 1680-1690).
1719: vermoedelijke afwerking kapel (sluitsteen gewelf hoofdaltaar).
1731: wijding nieuwe kapel.
Periode 1751-1760: verfraaiing interieur kapel: contract met Pieter-Jozef De Rijckere voor orgel (1751) en vernieuwing oksaal (1755-1756).
1782: aanpassing van salons aan de Franse mode.
1793: sekwestratie van de eigendommen van het klooster.
1794: plundering van de kapel vastgesteld.
1795: inrichting kapel als hooimagazijn en verbanning zusters naar voorlopig hospitaal in Sint-Amandsproosdij.
1796: plaatsing onder de voogdij van de Burgerlijke Godshuizen.
1797: reïntegratie van de zusters.
1811: herstellingswerken aan de kapel.
1842: de schouw en de pilaren die de mannenzaal scheidden van wat men de kapel pleegde te noemen, worden afgebroken en warmwaterbaden naast de mannenzaal worden vernieuwd.
1843: afbraak van de vrouwenzaal, de drie kamers ernaast en de soldatenzaal en aanvang bouw nieuwe vrouwenzaal. De wal rond de mote in de tuin wordt opgevuld; het laatste pesthuisje en het huis genaamd pottocaritje verdwijnen. De apotheek van het hospitaal werd volledig heringericht. In het klooster zelf worden vier nieuwe cellen voor de zusters ingericht. Naast het hospitaal werd het huis Verwee aangekocht en aangepast voor de verzorging van de geslachtszieken (latere Testaertszaal).
1845: bouw nieuwe bakkerij.
1848: heraanleg kloostertuin naar model van Engelse landschapstuin. Omstreeks deze periode opfrissing en restauratie kapel. Achter de kapel wordt de oude keuken uitgebroken en omgevormd tot een oratoir voor de zieken.
1851: infirmerie van de zusters wordt omgebouwd tot refter, vroegere refter ingerichtals spreekkamer.
1854/1855: herstel orgel en nieuwe trap voor de kansel.
1858: herschilderen Onze-Lieve-Vrouwbeeld boven de doorgangpoort.
1866: aanvang bouw eerste zaal voor betalende zieken.
1869: verlagen altaar in de kapel met één trede en plaatsen nieuwe altaarsteen met de relieken van de Heilige Concordius en Theodorus.
Circa 1872: herstel voorgevel kapel.
1885: herstel dak van de kapel.
1887: leveren nieuwe orgel door orgelbouwer Schijven (Brussel).
Periode 1893-1917: bouw nieuwe wasplaats met toiletten, twee nieuwe badinstallaties voor schurftlijders, een desinfecteerinrichting en warmwaterbaden met stadsgas.
1895: ingebruikname Testaertshuis als kraamkliniek.
1896: op de mote in de tuin worden twee afzonderingszalen opgetrokken voor besmettelijke zieken. Er worden herstellingswerken aan de andere gebouwen, beschadigd door de overstroming van 1894, uitgevoerd.
1906: restauratie top van de kapel.
1933: ingebruikname zaal voor TBC-patiënten en solarium.
1934: optrekken nieuwe etage boven de afdeling betalende zieken.
1936: gedeelte neerhof gesloopt en de boomgaard gerooid om plaats te maken voor de nieuwe kraaminrichting (pas in 1948 in gebruik genomen). Afbraak dodenhuisje achter de vrouwenzaal en heroprichting met een aanpalend kabinet voor lijkschouwingen langs de muur van de kloostertuin.
19.04.1937: de kerk en de oude delen van het Onze-Lieve-Vrouwgodshuis worden beschermd als monument.
1938-1939: eerste steenlegging op de plaats van de verouderde zaal drie van de afdelingen Sint-Kamiel en Sint-Thérèse.
26 maart 1944: geallieerd bombardement vernield de oude wasserij en de desinfecteerinstallaties. Kortelings na de Tweede Wereldoorlog besluit het C.O.O. de mannenzaal af te breken en een volledig nieuwe kliniek te bouwen.
1952: eerste steenlegging nieuwe gebouwen.
1967-1968: grote uitbreiding hospitaal, voornamelijk aan de zijde van de Reepkaai.
1982, 1983, 1987: kleinere verbouwingen aan hospitaal.
1986: herstelling top kapel.
1995: afbraak van een vleugel aan de Reepkaai; heropbouw voltooid in 1998.
De straatgevel omvat van zuid naar noord de kapel, de poorttravee naar kapel,een poorttravee naar de binnenkoer en zeven traveeën van twee bouwlagen van het klooster. Straatgevel vertoont een stilistisch heterogeen karakter met name de kapelgevel in classicerende barok, een laatgotisch korfbogige natuurstenen omlijsting met waterlijst waarin zware houten, gespijkerde poort met gesculpteerde makelaar met cartouche 1658, erboven nis met pinakel waarin Maria met kind, het volledig gedeelte rechts van het portaal met neogotisch maaswerk in de boogvelden.
Grote, gekasseide binnenkoer met ten zuiden kapel; ten westen volume met doorgang naar hospitaal; ten oosten het voormalig koetshuis en ten noorden het klooster.
Oostelijk poortvolume: op binnenkoer drie bogen steunend op twee zuilen in Doornikse steen. In poortdoorgang graatgewelf met in het centrum een zonmotief. Twee noordelijke traveeën later gedicht en als kamers verwerkt. Op de bovenverdieping steekbogige vensters in omlijsting met natuurstenen negblokken. Uitzwenkend leien zadeldak met drie dakkapellen.
Noordelijke wand: ten oosten volume met lijstgevel van twee bouwlagen en vier traveeën onder leien zadeldak met dakkapel. Rode baksteenbouw met natuurstenen speklagen, op gepikte natuurstenen plint. Rechthoekige muuropeningen; op begane grond houten kruiskozijnen en diefijzers, bovenvensters met stenen kruiskozijnen. Witte natuurstenen deuromlijsting met waterlijst; erboven wapenschild bekroond met engelenhoofdje waarop een nis rust met Christus aan de geselpaal.
Ten westen volume met tuitgevel met rechts natuurstenen hoekketting. Op de begane grond steekbogige vensteropeningen voorzien van diefijzers; op tweede bouwlaag,stenen kruiskozijnen in geprofileerde rondbogige omlijsting, op zolderverdieping, rondbogige laadluiken, waarvan één onder leien dakje, erboven twee asemgaten, met rondbogige zolderopeningen, witstenen hoekvlechtingen en gewijzigde benedenvensters.
Zuidelijke wand: kapelgevel met lage gang op de begane grond onder leien lessenaarsdak. Op bovenverdieping geprofileerde tudorvormige vensteropeningen op afzaten. Kapel met aandak op westzijde en dakruiter.
Westelijk poortvolume onder leien zadeldak (nok evenwijdig aan de straat) gevat tussen aandaken; op binnenkoerzijde drie dakkapellen. Binnenkoergevel van zeven traveeën gedateerd 1655; centrale korfbogige poort met op omlijsting geschilderd "Zonder vlek ontvangen bescherm uw hospitaal". Boven sluitsteen cartouche met engelkopje met opschrift "O Maria". Erboven nis met Mariabeeld.
Doorgang naar hospitaal twee kruisribgewelven op gordelbogen. Gewitte achtergevel op gepikte plint; korfbogige arduinen omlijsting waarboven wapen van priorin Marie-Jeanne de Bruyne met jaartal 1714. Rechthoekige beluikte vensteropeningen met houten kruiskozijnen, rechts, twee tudorvormige bovenvensters op afzaten.
Tuinzijde: het volume met laadluiken op de binnenkoer omhelst op tuinzijde vier (refter) + zes traveeën gevat tussen twee trapgevels. Zes noordelijke benedenvensters met opmerkelijke boogvelden in geprofileerde tudorvormige boogvelden met maaswerk. Houten kruisvensters met kleine roedeverdeling; recht op de begane grond, getoogd op bovenverdieping, persiennes.
Ten noorden volume van vier traveeën + een gangtravee met ten zuiden tuitgevel met aandak. Getoogde kruisvensters met persiennes, ter hoogte van gang ellipsvormig venstertje.
Binnenhofje: Oostelijke vleugel met keuken gedateerd 1565. Westelijke vleugel voorzien van cartouches met opschriften "Jesus", "Maria", "Augustinus" en jaartal 1689.
Kapel. Eenbeukige kapel van vijf traveeën onder leien zadeldak met dakruiter. Voorgevel: barokke verhoogde halsgevel getypeerd door kolossale pilasters met Corinthisch kapiteel waartussen nis met Maria der Smarten. Op kapitelen rust kroonlijst bekroond met twee urnen, eronder fries met reliëfs. Top met oculus tussen twee Corinthische pilasters geflankeerd door cartouches, driehoekig fronton. Rechts van kapelgevel, toegang, zijnde natuurstenen korfbogige omlijsting met reliëf in zwikken en driehoekig fronton met oculus; erboven barokke heiligennis.
Achtergevel: puntgevel met aandak. Met ten westen rechte apsis en ten oosten doksaal. Ten noorden gang onder leien lessenaarsdak. Vensters van kapel en gang in geprofileerde bakstenen tudorvormige omlijstingen, op afzaten.
Interieur. Onder koor, grafkelder. Kruisribgewelven tussen met gepolychromeerde reliëfs versierde gordelbogen steunen op versmallende pilasters in Lodewijk XVI-stijl. Wanden voorzien van sjabloonversiering, doksaalwand met wandschildering met onder meer musicerende engelen. Doksaalsokkel gevat tussen pilasters waarop kroonlijst; links en rechts deur met supra-porta; gepolychromeerd stucwerk. Zwart/ wit marmeren vloer.
Mobilair: altaar met "Hemelvaart van Maria door L. Vermote. Onder altaar graflegging. Biechtstoel, communiebank, preekstoel, koorstoelen. Orgel.
Klooster. Omvat een noordzuid georiënteerde gang met ten westen refter, salette, kleine refter, en ten oosten ruimten geconcentreerd rond kleine binnenkoer, onder meer spreekkamer, kamer van priorin, slot, keuken en andere spreekkamers. Interieur. In westelijke poortvleugel spreekkamer met vakkenplafond met gestucte moerbalken met balksloffen; houten lambrisering.
Westelijke vleugel: Kelder: onder refter kelder met centrale zuil, waaruit brede natuurstenen ribben ontstaan. Refter van vier traveeën: brede schouw met houten schouwmantel en Delftse tegels in onderboezem, bovenboezem met gestucte pilasters. Gestuct vlakkenplafond, met gestucte moerbalken met balksloffen. Witte marmeren vloer.
Salette van vier traveeën. Lodewijk XV-aankleding, zie schouwboezem, en vakkenplafond, met gestucte moerbalken op consoles. Natuurstenen schouwwangenen Delftse tegels in onderboezem.
Kleine refter: van twee traveeën, roostering met uitgewerkte balksloffen met aanbidding van Jezus door herders en koningen. Brede schouw met houten schouwmantel en natuurstenen wangen. Supra-porta met God de Vader. Wandkasten met perkamentbladeren. Gang op begane grond met graatgewelven op gordelbogen steunend op consoles.
Zolder: zuidelijk deel met hijstoestel; noordelijk deel met uitgewerkte moerbalken.
Oostelijke vleugel: Kelder: met tongewelf toegang met spitsbogige omlijsting.
Op tussenverdieping: kamer priorin: gestuct plafond met in octogoon IHS-monogram, uitgevend op haakse kamer met tongewelf en trekankers, met kamerbrede wandkast.
Keuken: Wanden bekleed met Delftse tegels. Vrijgelegd bakstenen troggewelf op houten balken. Spreekkamertje: sober gestuct plafond met moerbalken; wanden bekleed met Delftse tegels; marmeren schouwmantel in bepleisterde onderboezem; bovenboezem bekleed met tegels met kruisiging. Bovenverdieping: naaikamer: eikenhouten roostering. Zuidelijke vleugel: spreekkamer; tongewelf tussen gordelbogen.
Tuin. Ten noordwesten muur, restant van omwalling, met dichtgemetselde korfbogige nissen. Siertuin en moes-, fruit- en snijbloementuin. Franse tuin met broderie of barokke fantasie en groene buxushaagjes ten westen van refter en salette. Ten westen gloriëtte en beeld van Maria met kind.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De bouwer van het oorspronkelijk orgel is P.-J. de Rijckere (Kortrijk); de orgelbouwer leverde behalve het instrument ook de orgelkast (wat zeer ongebruikelijk is). Het bouwjaar is 1752-1755. Het instrument werd zwaar beschadigd door Franse revolutionairen in 1794; het orgel is daarna vermoedelijk lange tijd ongebruikt gebleven. In 1854-1855 vond een herstelling plaats door Maximilien van Peteghem (Gent). In 1887 werd in de oude orgelkast een totaal nieuw instrument geplaatst door P. Schyven uit Brussel-Elsene.
Is deel van
Budastraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Onze-Lieve-Vrouwhospitaal met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59407 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.