Herenhuis van 1876 naar ontwerp van Leopold De Geyne gebouwd in opdracht van G. Goethals-Vercruysse, doctor in de rechten en onder meer lid van de Provinciale Raad en de bestendige Deputatie in West-Vlaanderen. Pas op de mutatieschets van 1880 wordt het aangeduid, het pand heeft een rechthoekig grondplan met centraal op de achtergevel een hoekige uitbouw. Het perceel is L-vormig, met een zijde uitgevend op de Minister Tacklaan, pas in 1883 wordt daar een rechthoekig koetshuis gebouwd. In 1985 wordt het koetshuis met achterliggende grond door een muur gescheiden van het woonhuis met tuin. Volgens de mutatieschets wordt de achtergevel van het woonhuis trapsgewijs rechtgetrokken, het is niet duidelijk of het hier om een verbouwing gaat of om een rectificatie van een vroegere situatie.
Onderkelderd herenhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder kunstleien zadeldak, heden winkelpand. Neoclassicistische bepleisterde lijstgevel geblokt en voorzien van imitatiebanden op de begane grond. Breed middenrisaliet gemarkeerd door zwaar balusterbalkon op uitgewerkte consoles. Op de bovenverdieping borstwering met festoenen. Uitkragende houten kroonlijst op consoles en klossen. Rechts houten vleugeldeur met bovenlicht van koetspoort. Rechthoekige muuropeningen in vlakke omlijsting op de begane grond, en in geprofileerde omlijsting op de bovenverdiepingen; op de tweede bouwlaag voorzien van oren en kroonlijst op consoles. Op de bovenverdiepingen houten T-ramen, op begane grond enkel bovenlicht bewaard omwille van winkelfunctie. Twee keldervensters voorzien van diefijzers. Schoenschraper rechts van koetspoort.
Typerende enkelhuisplattegrond met rechts koetsdoorgang naar het vrijstaande koetshuis in de tuin. Via brede trap in de koetsdoorgang komt men in het eigenlijke woongedeelte links met grote traphal waarrond spreekkamer en enfilade van salon, eetkamer en veranda gegroepeerd zijn. De interieurversiering is uitgevoerd in neoclassicistische stijl, de originele kleuren zijn heden witgeschilderd; veranda met art nouveau glas in lood.
In Minister Tacklaan, voormalig koetshuis, heden winkelpand. Eén bouwlaag en vijf traveeën, opgetrokken uit rode baksteen. Leien mansardedak met vier dakkapellen, waaronder twee oeils-de-boeuf en één dakvenster. Horizontaal belijnde gevel met fries van cementtegels met bloemmotief, arduinen plint, kordon en muurbanden. Licht vooruitspringende poorttravee met dakvenster onder gebogen houten fronton en summiere voluten. Verticale accentuering door lisenen met cirkelmotief. Getraliede korfbogige vensters waaronder later aangebrachte (zie bouwplan) verdiepte poort onder ijzeren I-balk. Interieur met troggewelven.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, primitief kadasterplan; mutatieschetsen nr. 207 (1877/schets 28, 1878/schets 43, 1880/schets 25, 1883/schets 138, 1992/schets 32); legger nr. 212 (nrs. 475/3, 284, 10954).
DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van neoclassicisme tot nieuwe zakelijkheid, Kortrijk, 1983, p. 132.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)