Imposant herenhuis aangepast en voorzien van nieuw parement circa 1912 + koetshuis van 1912. In oorsprong twee huizen (zie kadaster en prentbriefkaart) van 1875. Eén met een achterliggend vrijstaand gebouw, vermoedelijk een stal. In 1885 wordt tussen het linkerhuis en het nutsgebouw een tweede pand gebouwd. Dit laatste verdwijnt in 1909 ten voordele van een achterbouw aan het woonhuis. In 1910 twee opeenvolgende bouwaanvragen voor wijziging van straatgevels in opdracht van Ch. Goethals-de Thibault de Boesinghe, naar ontwerp van J. Demeere (Kortrijk); het tweede ontwerp wordt grosso modo uitgevoerd in 1912, zie cartouche boven traplicht, maar met erker op rechtertravee in plaats van op deurtravee- deur bekroond met balkon en met driehoekig fronton voor rechtertravee. Volgens de mutatieschets worden de twee achtergevels op eenzelfde lijn getrokken en wordt het nutsgebouw uitgebreid met een haakse vleugel uitgevend in de Hoveniersstraat, dit vormt dan het koetshuis waarvan ook het bouwplan (remise) bewaard is gebleven (1910).
Onderkelderd herenhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder pannen schilddak. Dubbelhuis met bepleisterde lijstgevels op arduinen sokkel/ plint. Horizontale geleding door middel van van imitatiebanden op de begane grond, doorgetrokken lekdrempels en waterlijsten, dito balkon- en erkerbasis en kroonlijst met tandfries op consoles. Neoclassicistische inslag zie consoles en festoenversiering van houten erker met ijzeren balkon, festoen in fronton en festoenenbekroning op waterlijsten van vensteromlijstingen op bovenverdieping; dit laatste komt ook voor op zijgevel waar het fascesmotief van het traplicht eveneens neoclassicistisch is. Steekbogige muuropeningen, benedenvensters met schuiframen, bovenvensters met T-kozijn; drielicht ter hoogte van erkerbalkon waarboven ovale oculus; op zijgevel rondbogig traplicht met glas in lood waarboven heden rechthoekig drielicht.
Interieur. Op begane grond indrukwekkende traphal met marmeren vloer en dito plint waarop wanden met imitatienatuursteen. Marmeren bordestrap met smeedijzeren trapleuning met vergulde elementen en houten greep. Salon in neo-régence-stijl, zie onder meer lambrisering omlijsting van wandbespanning en stucplafond. Eetkamer in neo-Lodewijk XVI-stijl, zie lambrisering en omlijsting wandpanelen met onder meer muziekinstrumenten, loofwerk, vaas, festoenen. Stucplafond met uitgewerkte kooflijst en rozet. Marmeren schouwmantel met vergulde versiering, met koperen plaat, gietijzeren haardplaat; schouwboezem met geslepen randen. Ruimte links van eetkamer: empire stucwerk, zie kooflijst van stucplafond en bekroning boven spiegel. Lambrisering. Zwarte marmeren schouw verfraaid met rode marmer, erboven spiegel. Bureel met eenvoudige moulures voor kooflijst en marmeren schouw met op bovenboezem omlijste spiegel.
Ommuurde tuin met poort naar koetshuis. In 1910 bouwplan van remise en een toegang tot de stallen in opdracht van C. Goethals, aangeduid op kadaster van 1912. Rode baksteenbouw verfraaid met arduin en witte natuursteen. Twee haakse volumes onder leien daken links koetshuis onder zadeldak; rechts stallen onder afgewolfd dak telkens met dakvenster. In oksel vierkante toren met leien tentdak. Opvallende geajoureerde windborden. Voor inkom naar zadelkamer beglaasd dak. Hooikamer boven koetshuis. Haverkamer boven zadelkamer. Zadelkamer met houten lambrisering. Heden rolluiken onder gietijzeren balken naar koetsstalling. Troggewelven op ijzeren balken in stal.
Stadsarchief Kortrijk, 59, nr. 4244 (of 591) (1910); 103, nr. 4223 (stal); 59, nr. 591 (1911).
DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van neoklassicisme tot nieuwe zakelijkheid, Kortrijk, 1983, p. 73-75, fig. 68, p. 186.
VAN HOONACKER E., Kortrijk in oude prentkaarten, nr. 62.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)