is aangeduid als beschermd monument Gebouwencomplex: herenhuis, brouwerswoning en kapel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis, brouwerswoning en kapel
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Elisabethbegijnhof: omgeving
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Sint-Elisabethbegijnhof: omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut ten Broele met klooster Heilige Vincentius à Paulo en kapel
Deze vaststelling was geldig van tot
Heden zogenaamd "Instituut ten Broele" met klooster van Heilige Vincentius à Paulo en kapel.
Oorspronkelijk mote met 15de-16de-eeuws huis, eigendom van de heren van Vichte, in 1584 kreeg de abdis van het Cisterciënzerklooster van Wevelgem er de amortisatie van. Vanaf dan staat het gebouw bekend als het refuge van Wevelgem (zie Sanderus, 1641). In 1572, bij het begin van de 80-jarige oorlog, waren de Cisterciënzerinnen van de Guldenbergabdij van Wevelgem genoodzaakt een veilig onderkomen te zoeken in de stad Kortrijk. Ze vonden tijdelijk beschutting in het begijnhof. Eenmaal terug in hun abdij werd uitgekeken naar een vaste refuge, waar de zusters in geval van nood hun intrek konden nemen. In 1576 kochten ze daartoe enkele huisjes op de hoek van de huidige Guido Gezellestraat naar de Broeltorens toe. In 1578 werd het klooster in Wevelgem vernield. Zolang de Calvinisten ook Kortrijk in handen hadden, konden ze hun refuge niet betrekken en dienden ze onderdak te zoeken bij familie of vrienden. Eens de opstandelingen verdreven waren, kwamen de zusters weer samen. De refuge bleek echter al snel te klein voor een kloostergemeenschap van een vijf-en-twintigtal leden. Toen het Onze-Lieve-Vrouwekapittel in de zomer van 1582 enkele huizen te koop stelde in de Kanunnikenstraat (de huidige Groeningestraat), kocht de abdis van de abdij twee aanpalende huizen, die voorheen eigendom waren van Kanunnik Jan de Jonckheere.
In 1591 ombouwen van een gebouw tot kapel.
In 1605 slaagde de abdis erin het erf uit te breiden met een blekerij die grensde aan de Leie en aan de refuge. Pas in 1613 konden de kloosterlingen terugkeren naar hun abdij in Wevelgem.
In de volgende decennia moesten de zusters nog herhaaldelijk komen schuilen in hun refuge te Kortrijk voor het oorlogsgeweld.
1706: Na de verovering van Kortrijk door de geallieerden (Engelsen, Oostenrijkers en Staatsen) op de troepen van Lodewijk XIV, werd de refuge van Wevelgem opgeëist "pour faire une fortresse et un arsenal".
1796: Het opheffingsdecreet van de Franse Republiek betekende het einde voor de Guldenbergabdij. Het huis te Kortrijk werd als Nationaal Domein verkocht en kwam in het bezit van Th. Denys, handelaar uit Armentières, die het in 1824 verkocht aan F. Vercruysse.
Enkele leraressen waren in 1814 begonnen met een "School van Bermhertigheyd", waar gratis onderwijs verschaft werd aan minderbedeelden. Félicité Vercruysse stelde de aangekochte gebouwen van de refuge ter beschikking van de school. In 1833 kreeg de gemeenschap erkenning als geestelijke orde van de H. Vincentius à Paulo.
1837-1839: Oprichting van een kapel. De inwijding vond plaats op 2 juni 1841.
1838: De voormalige refuge van Wevelgem wordt bij testament overgedragen van F. Vercruysse op het Weldadigheidsbureau, onder voorwaarde dat de zusters Paulinen het eeuwige gebruik van de gebouwen en de grond zouden hebben.
1850: Het klooster koopt een pand, genaamd de brouwerij "de Krone", geëxploiteerd door de heer Vandemaele-Valcke.
1858: Eerste steenlegging van een nieuw schoolgebouw op de gronden van de voormalige brouwerij. De nieuwe vleugel telde drie verdiepingen, naderhand werd er het pensionaat in ondergebracht.
1874: Er werd een gebouw opgetrokken op de binnenplaats.
1878: De communauteit koopt het belendende pand, dat tot 1966 betrokken werd door de priester-directeur van het klooster (= nummer 3).
1879-1884: Tijdens de schoolstrijd wordt de kapel ingericht als schoolgebouw en wordt het gebouw uit 1874 opnieuw afgebroken. Tevens gaan de gebouwen over op het stadsbestuur.
Vanaf 1882 fungeert de kapel als schoolgebouw.
1887-1889: Aankoop van het klooster door Graaf de Thibault de Boesinghe, die het opnieuw ter beschikking stelt van de zusters Paulinen. Onmiddellijk na hun terugkeer wenst de abdis de kapel in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Na protest wordt geopteerd voor de bouw van een nieuwe kapel in neobarokstijl, die uitgeeft op de Groeningestraat. Op 18 augustus 1890 wordt ze ingewijd.
1896: De binnenruimte van de kapel wordt ingericht. De schilderwerken worden uitgevoerd door J. Speybrouck. Tegen de speelplaats, overdekt in 1882, wordt een nieuwe vleugel opgericht, waar een 'onbetalende' kleuterschool wordt in ondergebracht.
1905: De kloostergemeenschap koopt een aanpalend 18de-eeuws pand, huis Chomé genaamd, als slot voor de zusters.
1918-1919: De school loopt schade op bij een bombardement op het einde van de Eerste Wereldoorlog. Samen met de herstellingswerken wordt in 1919 een bijkomende verdieping gebouwd, die gebruikt wordt als slaapplaats.
1937-1938: Voormalige refuge van Wevelgem met traptoren wordt gesloopt (deels na aardbeving).
1947: Pas in 1947 zijn de zusters in staat de voorgevel in de Groeningestraat te laten herstellen. De plannen van de hand van Lucien de Munnynck (Kortrijk) geven de voorgevel, die uit verschillende delen bestaat, een egaal uitzicht. De voordeur met rocaille ijzerwerk, die toegang verschaft tot het huis Chomé, wordt verplaatst naar het huis Vandemaele.
1978-1980: Bouw van een nieuwe turnzaal en klaslokalen op de plaats van de priester-directeurswoning (nummer 3).
Zogenaamd "huis Chomé" naar de laatste bewoonster, thans in gebruik als klooster van "Ten Broele" instituut. Gebouwd tussen 1761 en 1765 samen met het "Raepsaet" in de Kapittelstraat nummer 14, in opdracht van het Kapittel van Onze-Lieve-Vrouw voor de kanunniken. Circa 1790 bewoond door kanunnik Robette. Op oude prentbriefkaarten van circa 1900, had de gevel een bepleisterde lijstgevel met ter hoogte van de twee linkertraveeën een deel van een fronton. Het huis had een rococodeur in arduinen omlijsting met smeedijzeren bovenlicht; de deur werd voorafgegaan door drie treden. Deze deur gaf uit op de vestibule. In 1947 gevel in neorococostijl vernieuwd naar ontwerp van architect L. De Munnynck (Kortrijk), (ontwerp van 1946, zie gevelsteen). De voordeur met rocaille ijzerwerk, die toegang verschafte tot het huis Chomé, werd verplaatst naar het huis Vandemaele.
Onderkelderd herenhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, leien/pannen) met zes dakkapellen bekroond met fronton (achtergevel van drie bouwlagen). Gevelparement van rode baksteen op arduinen plint; witgeschilderde doorgetrokken vensteromlijstingen. Rechthoekige kruiskozijnen met glas in lood. Rococodeuren in arduinen omlijsting onder kroonlijst, bovenlicht in schouderboog voorzien van rococosmeedwerk. Boven de deur arduinen nis met beeld van Heilige Vincentius-à-Paulo.
Rococo-interieur met monumentale traphal met zwarte marmeren tegelvloer met witte ruiten en houten bordestrap met zwarte marmeren aanzettrede; houten rococotrappaal met rocaille, acanthusbladeren en bloemmotieven. Op eerste verdieping trappaal versierd met plantaardige motieven. Houten leuning met balusters, bestaande uit vierkant voetstuk, vaasvorm en vierkantig kopstuk. De wanden waren vroeger gemarmerd, heden geschilderd bovenop glasvezel. Stucplafond: met rondlopende kooflijst; schelp- en bladwerk op de hoeken; in centraal veld gestileerd hart in laurierkrans. Eenvoudiger stucplafond op overloop. Salon, eetkamer en ontvangkamer met vakkenplafonds met rocaillemotieven, panelen op de wanden en originele schouwen, op bovenboezem van het salon bijvoorbeeld medaillons met twee fluiten, opengeslagen muziekboek en rocaillemotieven. Op bovenverdieping eveneens plafonds met rocaillemotieven en een alkoof.
Voormalige brouwerswoning van Vandemaele-Valcke, van de brouwerij "de Krone" in 1850 gekocht door het klooster. In 1947 gevel in rococostijl vernieuwd naar ontwerp van architect L. De Munnynck (Kortrijk) (ontwerp van 1946). Sierlijke ijzeren trapleuning voor granitotrap. Vestibule met cementtegelvloer geeft uit op glas in lood; in lokalen links en rechts van vestibule gestucte moerbalk, rechts duidelijke aftekening van balkslof.
Neobarokke kapel van de zusters Paulinen van 1889, zie jaarsteen, naar ontwerp van architect Van Hoecke (Gent) ingewijd in 1890 en toegewijd aan de Heilige Apollonia. Diephuis onder pannen zadeldak bekroond met dakruiter met kruis voorzien van windhaan. Onderkelderde rode baksteenbouw op arduinen plint, dito materiaal voor banden, deur- en vensteromlijstingen. Markante, geblokte deuromlijsting met engelkopje op sluitsteen, bekroond met rondbogige heiligennis onder kroonlijst met vleugelstukken; geflankeerd door twee smalle, steekbogige vensters met ijzeren hekken. Tweede geleding, rondbogig doksaalvenster met glas-in-lood in schouderbogige omlijsting onder kroonlijst; erboven blinde oculus in geblokte omlijsting met voluten en kroonlijst. Zware houten vleugeldeur met gesculpteerde middenstijl.
Eenbeukige kapel van zes traveeën + portaaltravee bekroond met orgeltribune met houten balustrade. Traveeën gescheiden door pilasters met engelenhoofdje op kapiteel; tegen pilasters consoles met heiligenbeelden. Erboven kroonlijst met tandfries en consoles. Gebogen apsis geflankeerd door twee decoratieve geverniste deuren. Tongewelf op gordelbogen. Vensters in omlijsting met twee trigliefen en decoratieve sluitsteen. Cementtegelvloer. Wandbeschildering met sjablonen naar ontwerp van J. Speybrouck. Glasramen van 1891. Kruisweg van J.J. Lelan (Kortrijk). Neogotische beelden in originele kleurstelling op consoles van pilasters. Vrijstaand Mariabeeld op sokkel. Altaar eveneens in originele kleurstelling. Houten biechtstoel. In portaal cementtegelvloer. Oud wijwatervat, gevonden bij opgravingen. Godslamp.
Voormalig internaat met refter met lambrisering van art-nouveautegels, tegelvloer verfraaid met mozaïekbanden, en rode marmeren schouwmantel met betegelde onderboezem. In internaatsgedeelte monumentale terrazzo-trap met mozaïeksteentjes en ijzeren trappaal en smeedijzeren leuning. Ook lambrisering van de trap van rode en grijze terrazzo met geel, blauwe en zwarte mozaïektegeltjes. Cementtegelvloer en lambrisering van gele, blauwe, bruine geglazuurde tegels. Typerende art-nouveaugetinte roedeverdeling voor vensters in exterieur en interieur. Ook deuren met gelijkaardige roedeverdeling en gekleurd glas. Nog enkele kleine sanitaire ruimten met bad bewaard gebleven.
In de Guido Gezellestraat schoolgebouw van 1928 met typerende interbellumgevel (zie Guido Gezellestraat nummer 4-6).
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Groeningestraat
Is deel van
Sint-Elisabethbegijnhof: omgeving
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis, brouwerswoning en kapel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59619 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.