Zogenaamd "Vlaams Huis", zie gevelsteen, van 1912 naar ontwerp van R. Acke (Kortrijk) in opdracht van "de Vlaamsche Wacht van Kortrijk".
De eerste ontwerpen van het Vlaams Huis dateren van 1910-1911. De verschillende ontwerptekeningen wijzen op een verschuiving naar meer monumentaliteit. De eerste ontwerpen tonen de karakteristieken van woningbouw, en worden geleidelijk meer in overeenstemming gebracht met de functie. De bouwvergunning dateert van 1912 en de uitvoering van 1912-1913. Het gaat hier om een genootschaplokaal voor "de Vlaamsche Wacht" met woning, feestzaal, een verbruikerszaal en een verenigingslokaal. Het toont Engelse (Arts-&-Crafts) en Nederlandse (Berlage) invloeden, maar is toch typisch voor Acke: niet-dogmatisch of nadrukkelijk en modern. Pand gerenoveerd in 1994 naar ontwerp van Ir.Arch. R. en B. D'hondt. De Vlaamsche Wacht omvatte kunstenaars als A. Caullet, J.E. Delbaere, A. Lagast, P. Lagneil, J. Lelan, A. Matthijs, K. Noppe, S. Streuvels, G. Vandevoorde, J. Vermaut, E. Viérin, en de broers Acke. Dit pand bevatte een expositiezaal (de meest gegeerde in Kortrijk na de twee zalen van de stadsschouwburg); tijdens het interbellum stelden hier talrijke kunstenaars tentoon, onder meer in 1922 Modest Huys, A. Servaes met zijn beroemde Kruisweg, de Gentenaars M. Callewaert en J. Meer, in 1929 Prosper De Troyer. In 1928 werd in navolging van de Antwerpse Pelgrimtentoonstelling (1927), een tentoonstelling gehouden over religieuze kunst.
Onderkelderd enkelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder (kunst)leien zadeldak. Geel-oranje baksteenbouw op natuurstenen plint. Lijstgevel -afgelijnd door middel van balustrade- met centrale schoudergevel. Centraal een gebogen erker bekroond met steekbogig venster. Deurtravee met steekbogige vleugeldeur bekroond met reliëf met wapenschilden. Rondbogige vensteropeningen op begane grond, rechthoekige vensters op bovenverdieping. Behouden houtwerk met fijne roedeverdeling.
Interieur van gelagzaal naar ontwerp van V. Acke: houten toog met glazenrek en spiegels en lambrisering met spiegels, zoldering afgewerkt met moerbalken op consoles. Trap naar hoger gelegen salon met trappaal versierd met Vlaamse Leeuw. Brede korfboog leidt naar dit salon dat afgelijnd is door houten balustrade. De feestzaal is inmiddels gewijzigd.
DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van neoclassicisme tot nieuwe zakelijkheid, Kortrijk, 1983, p. 159.
DEBRABANDERE P., Kortrijkse schilders in het Interbellum, in De Leiegouw, jg. XXXV, 1993, p. 241-278.
HOSTE H., Richard Acke, in La Cité, Avril 1924, p. 163, pl. I-II.
Neogotiek in het Kortrijkse, KADOC, studiedag 30 september 1995.
STYNEN H., Profiel: Architect Richard Acke (1873-1934) en de woningbouw in de frontstreek, in Monumenten en landschappen, 2de jaargang, nr. 5, 1983, p. 42-53.
RENDERS V., De West-Vlaamsche architecten in Kortrijk, in De Bouwgids, jg. 13, nr. 11, 1922, p. 253.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)