erfgoedobject

Vlasweverij De Stoop

bouwkundig element
ID
59949
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59949

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Vlasweverij De Stoop
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Vlasweverij De Stoop
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Textielfabriek De Stoop
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalige textielfabriek De Stoop. De site van de voormalige textielfabriek ligt parallel aan de Minister Liebaertlaan. Zij is toegankelijk via de voormalige burelen (nu restaurant) gelegen aan de Minister Liebaertlaan. In het westen paalt de fabriek aan het domein van de middelbare school Onze-Lieve-Vrouw-ter-Engelen (zogenaamd "'t Fort"). In het noorden paalt het voormalige fabrieksterrein aan de rechteroever van de Leie. Ten zuidoosten paalt het aan de tuinen van de privé-woningen in de Gentsestraat, waar zich tevens de voormalige directeurswoning bevindt. Op oude stadsplannen is merkbaar dat de ligging van het fabriekspand zich situeert vlak naast de binnenzijde van de oude stadswallen, die verdwenen in het midden van de 19de eeuw. Onder de weg die langs de fabriek loopt bevindt zich nog steeds de 19de-eeuwse riolering.

Omstreeks 1840 stichtte Jean-André De Stoop samen met zijn twee broers in Kortrijk een bedrijfje dat vlas invoerde, vlasvezels braakte of kamde, en nadien het bewerkte vlas verder doorverkocht aan vlasspinnerijen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. De hele nalatenschap van de familie kwam in handen van hun zoon Camille De Stoop (1845-1923). In 1886 kocht hij een groot stuk land van verschillende hectaren tussen de Gentsestraat en de rechteroever van de Leie. Met de bouw van de weeffabriek wordt nog datzelfde jaar begonnen. In 1888 wordt de mechanische weverij, de eerste in Kortrijk, opgestart. De weefgetouwen zijn van Engelse makelij. De stroom circuleerde in alle gebouwen doorheen stalen buizen. Deze dienden tevens als verwarming van de bedrijfsruimte. Na 1900 wordt een dynamo met gelijkstroom verbonden met de stoommotor om elektriciteit voor de verlichting te produceren. Eveneens in 1888 wordt een ververij, een blekerij, en een appretuurbedrijf in gebruik genomen.

1897: uitbreiden van de stoomweverij, in de richting van de Leie.

1907: de stoomweverij wordt in aanzienlijke mate uitgebreid in de richting van de Leie. Volgens de kadastrale legger wordt er dat jaar eveneens een stoommachine geplaatst.

1927: het perceel wordt in lichte mate uitgebreid in de richting van de huidige Minister Liebaertlaan. Langsheen de toegang naar de huidige Minister Liebaertlaan worden een conciërgegebouw en een kantoorgebouw opgetrokken.

1941: heropbouw van enkele magazijnen die in mei 1940 afbrandden.

1946: de fabriek wordt ten dele afgebroken. Het betreft hier gebouwen van 1888 en 1897.

Periode 1956-1960: in 1956 wordt de weverij verkocht aan Leopold Demeulenaere-Roose, een handelaar uit Roeselaere en Robert Lefebure-Van Hoenacker, een handelaar uit Harelbeke. Zij namen in 1958 de uitrusting van de fabriek weg. In 1960 verdeelden de beide heren hun goederen, waarbij de "fabriek zonder bestemming" in handen kwam van de heer Lefebure-Van Hoenacker.

Voormalige burelen en conciërgerie van de fabriek Destoop. Heden restaurant. Imposant kantoorgebouw van 1927 naar ontwerp van de gebroeders J. en A. Moumal (Kortrijk). Dwars op de straat ingeplante baksteenbouw met langgestrekte lijstgevel, aansluitend bij de neo-Vlaamse-renaissancestijl zie de verhoogde halsgevel en de dakkapellen onder leien tentdak. Ook enkele typisch art-deco elementen zie rozetten. Op de benedenverdieping van dit gebouw situeerden zich onder meer een omvangrijke ontvangsthal, het bureau van de directie, het bureau van de werknemers en het lokaal van de economist. Gelijkaardige, maar minder imposante conciërgerie. Gekasseide erfoprit gemarkeerd door smeedijzeren hek met initialen TF en CSD.

Administratief gebouw met magazijn en aansluitend weefatelier: dit gebouw bevat een voorbouw met drie verdiepingen onder plat dak. Hier bevonden zich de administratieve ruimten, waartoe op de begane grond een viertal ruimten werden ingericht. De voorgevel van het administratieve gebouw bevindt zich in feite in het huidige park van de school Onze-Lieve-Vrouw-ter-Engelen ('t Fort). Het gebouw is opgetrokken in baksteenmetselwerk van de streek; elf traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. Alle raamopeningen werden vermoedelijk na de jaren 1950, dichtgemetseld. Centraal dichtgemetselde toegangsdeur waarlangs de directeur zijn fabriek kon betreden. Boven de toegangsdeur arduinen gedenkplaat waarop de tekst te lezen staat: CAMILLE DE STOOP EN VROUW HUNNE KINDEREN JOSEPH, ROBERT, KAREL, PAUL, MARIA GROOTOUDERS W.-JOANNES DE STOOP DÉSIRÉ DEPOORTERE DEN 15 SEPTEMBER 1888. Erboven blind venster waarboven nis met heiligenbeeld. De voorgevel is voorzien van een muizentandfries in baksteen. De strook tussen de ramen van de begane grond en de eerste verdieping werd voorzien van een fries van wandtegels in grès, gedecoreerd met gestileerde bloem- en meandermotieven. De gevel aan de zijde van de Minister Liebaertlaan bevat een laadluik dat in verbinding stond met een systeem van katrollen, waardoor het mogelijk werd om balen textiel op te hijsen. Aan deze zijde bevindt zich ook een vleugelpoort.

Interieur. Het voorgebouw heeft een vierkantig grondvlak en is volledig onderkelderd. Kelder met plafond van gemetselde bakstenen troggewelven, de vloer van Doornikse kalksteentegels. De kelder is enkel toegankelijk via het weefatelier. De administratieve lokalen eveneens overwelfd met bakstenen troggewelven. Hierdoor was het mogelijk om de ruimten van de bovenverdieping als opslagruimte te gebruiken. Aansluitend bij de administratieve ruimten drie traveeën breed open magazijn, dat een structuur heeft van gietijzeren kolommen op geboute samengestelde liggers. De houten dakstructuur is uitgewerkt in sheddak of zaagtand vorm, waarbij de doorlopende daklichten naar het noorden gericht zijn.
Het weefatlier van 20 traveeën heeft een trapeziumvormig grondplan dat versmalt naar de Leie-oever toe. Elke travee is voorzien van een sheddak of zaagdak met doorlopend, naar het noorden gericht, daklicht. De lange zijde van het zaagdak heeft een bedekking van rode zogenaamde Pottelberg pannen van Kortrijkse makelij. Aan de interieurzijde zijn de dakplafonds bepleisterd op tengellatjes. De draagstructuur bestaat opnieuw uit gietijzeren kolommen waarop geboute liggers rusten, die verankerd zijn in het buitenparement. De binnen- en buitengoten, en alle overige waterafvoerbuizen werden in zink uitgevoerd. Het binnen- en buitenschrijnwerk is uitgevoerd in grenenhout. De vloer van het weefatelier is gedeeltelijk uitgevoerd in Doornikse kalksteentegels en gebakken tegels.

Het weefatelier heeft drie toegangen. Eén in de tweede travee naast een klein lokaaltje. Een tweede, brede toegang situeert zich tussen de 13de en de 15de travee. Het betreft een brede en hoge ijzeren schuifdeur, die later werd aangebracht. Ten derde is er in de 17de travee een houten vleugelpoort. In de laatste travee naar de Leieoever toe situeerde zich het ketelhuis met de stoommachine. De installatie zelf is reeds volledig verdwenen. Aansluitend bij dit ketelhuis bevinden zich ten westen de resten van de panelen van de elektrische installatie. Het weefatelier wordt van het magazijn en het administratieve gedeelte afgesloten door een houten tussenschot met glasverdeling in het bovenste register, waardoor er vanuit het administratief gedeelte permanente controle van de werklieden mogelijk was.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. W/01565.

Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Herenhuis ontworpen door E. Van Hoecke-Peeters

  • Is deel van
    Minister Liebaertlaan


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vlasweverij De Stoop [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59949 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.