In oorsprong imposant classicistisch herenhuis van negen traveeën en drie bouwlagen, vermoedelijk opgetrokken in het laatste kwart van de 18de eeuw. Op de kaart van C. Cierkens (1822), evenwel reeds aangegeven als drie verschillende percelen. Volgens P. Debrabandere werd het pand circa 1900 verdeeld in drie eigendommen. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, horizontaal belijnd door de waterlijst en puilijst. Benadrukt middenrisaliet bekroond door driehoekig fronton met ronde oculus met guirlandes. Rechthoekige vensters in vlakke, verdiepte omlijsting. Bovenvensters met vensterbanken rustend op consoles. Nummers 20-22, aangepaste begane grond. De traphal in nummer 22 werd in 1973 ontmanteld, bij de verbouwing van de begane grond tot winkelruimte.

Nummer 24. Laatste woonplaats van Guido Gezelle, die hier verbleef van 1894 tot 1899, zie bronzen gedenkplaat.
Het interieur met traditionele enkelhuisplattegrond behield de 19de-eeuwse aankleding. Bakstenen spiltrap leidt naar de kelder met 18de-eeuws graatgewelf. Gang met natuurstenen vloerbekleding. Sporen van imitatie-marmerschildering. Houten wenteltrap met binnenboom. Twee opeenvolgende salons met bepleisterde plafonds met rozet en eenvoudige marmeren schouwen. Veelzijdige uitsprong duidt vermoedelijk het oude trappenhuis aan. Gang die leidt naar achterbouw: wand beschilderd met idyllisch tafereel naar verluidt geschilderd door Guido Gezelle in samenwerking met Stijn Streuvels.