is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis met conciërgewoning en weverij
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Herenhuis met conciërgewoning en weverij
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Imposant herenhuis met bijhorende conciërgewoning en dieper in gelegen voormalige textielfabriek. Volgens Cierkens (1822) en primitief kadasterplan (1835) dubbelhuis met bordes aan voordeur en U-vormige plattegrond, gevolgd door terras met trapje naar lager gelegen tuin. In 1850 laat weduwe L. Vanoutryve-Delacroyère het huis vergroten, door het naastgelegen perceel (links) te incorporeren, dit is een perceel met huidige koetspoort dat dieper doorloopt, met behoud van het aldaar aangeduide volume. Wel wordt de U-vorm van het herenhuis verkleind. Het Louis-Philippe uitzicht dateert vermoedelijk uit deze periode. In 1865 in het bezit van L.-M. Bruneel-Devla. Deze laat in 1878 het nummer 15 voorzien van een nieuwe voorgevel naar ontwerp van L. Deseyn. In 1879 worden de percelen van 15 verkocht aan G. Bruneel-de Montpellier (Antwerpen) die vanaf 1882 ook in het bezit komt van het woonhuis nummer 17. Deze laat het herenhuis in 1882 uitbreiden, het deel dat in 1850 bijgekomen is, wordt verbouwd en de oude weverijzaal achter nummer 15 wordt gebouwd. Vervolgens komt het geheel in bezit van de Kortrijkse nijveraar A. De Vlaminck-Vandaele en dit vóór 1922, het jaar waarin verbouwingswerken worden uitgevoerd, onder meer toevoegen van een "motorweverij" achter de bestaande weverij. In 1923 komt het geheel in handen van E. Vandermensburghe-Montagnie, een bankbeheerder. Deze verkoopt alles opnieuw in 1926 nadat hij alles heeft omgevormd tot een maatschappij, de "Anciens Etablissements Ed. van der Mensbrugghe et N. Stragier", later weverij Menstra. Deze firma weeft kwaliteitsstoffen, zoals jacquard, damast en matrastijk, die voornamelijk uitgevoerd worden naar Engeland. In 1928 wordt het bedrijf verder uitgebreid met de achterliggende percelen, 20 jaar later is er een verdere uitbreiding. In 1981 en 1983 volgen nog twee verbouwingsfasen. Het conciërgehuis met koetshuis en de oudste weverijzaal zijn in 2001 gerenoveerd als ontmoetingscentrum. Het herenhuis komt in 1926 in het bezit van R. Decock-Vandenameele (nijveraar) die het in 1941 verkoopt aan T. Nuyttens-Kemseke en O. Nuyttens-Van Sande (nijveraars). In 1953 wordt de tuin grotendeels overbouwd met een magazijn. Heden in het bezit van de textielhandelaar Vanneste.
Nummer 15 bestaat uit twee delen: de conciërgewoning en het bedrijf bestaande uit het koetshuis en de fabrieksruimte voor de weefgetouwen, met zaagtanddak en gietijzeren kolommen.
Onderkelderde conciërgewoning van twee traveeën en twee bouwlagen; lijstgevel in neoclassicistische stijl aansluitend bij nummer 17 naar ontwerp van L. Deseyn van 1878. Rode baksteenbouw verfraaid met witte natuursteen voor onder meer speklagen en omlijstingen van muuropeningen; arduinen plint. Mansardedak met twee dakkapellen. Kroonlijst boven fries met trigliefen en cirkels. Steekbogige muuropeningen in geriemde omlijsting met oren en neuten en sluitsteen; op bovenverdieping balusterborstweringen. Vleugeldeur met bovenlicht.
Koetshuis in neo-Vlaamse-renaissance, zie rode baksteenbouw afgewisseld met witte simili-natuursteen; trapgevels. Drie rondbogen geven toegang tot het koetshuis. Interieur overwelfd door troggewelven.
Nummer 17: Breedhuis van twee bouwlagen en acht traveeën. Bepleisterde lijstgevel met imitatiebanden op de begane grond; arduinen plint. Horizontaliserende werking door middel van doorgetrokken lekdrempel, waterlijst en opmerkelijke kroonlijst met fries voorzien van trigliefen alternerend met cirkels en sterren, uitgewerkte overkragende houten kroonlijst. Poortrisaliet voorzien van hoekkettingen op de bovenverdieping en bekroond met driehoekig fronton; vleugeldeur met bovenlicht geflankeerd door voetschrapers. Zes benedenvensters verbouwd tot drie winkelpuien. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, bekroond met consoles waarop afwisselend gebogen en driehoekig fronton, borstweringen met balusters. Links heiligennis met lantaarn. U-vormig grondplan, met centrale bordestrap aan de achtergevel geflankeerd door twee leeuwen. Achtergevel benadrukt door spitsbogige vensters met vorktracering in de top als uiting van empirestijl gecombineerd met neogotiek. Interieur: grotendeels behouden aankleding, onder meer in Louis-Philippestijl.
Kelders met graatgewelven, minstens één op kapiteel (van ingemetselde zuil). Wijnkelder eveneens onder graatgewelf. Lange koetsgang met vakkenplafond (vierkant) met rozetten, deels onzichtbaar door wandpanelen en verlaagd plafond. Zwart-wit tegelvloer. Marmeren treden (zwarte aanzettrede) naar traphal. Op begane grond neogotische kamer. Gepolychromeerde balkenlaag op consoles, eveneens gepolychromeerd. Schouw: marmeren schouwwangen met leeuwenkop waarboven schouwbalk met onder meer reliëf van eikenbladeren en wimpels. Onderboezem met tegels onder meer met Vlaamse leeuw. Houten bovenboezembekleding met onder meer eikenbladeren afgelijnd door middel van goud; erboven schilderij met Sint-Maarten als Romeinse soldaat en banderollen met tekst "Den arme gegeven - Gode Geleend". Deur met briefpanelen. Neogotisch venster, met houten maaswerk, langs buitenzijde deels dichtgemetseld. Kapel met marmeren tegelvloer, marmeren plint. Altaar met voluten op marmeren basis, tegen rondbogige omlijsting. Monumentale traphal met polychrome marmeren vloer in geometrisch motief: wit, oker, rood en zwart. Zware houten Louis-Philippe-trap. Gestuikte polygonale trappaal waarachter volute. Rode marmeren aanzettrede.
Salon in het midden op tuingevel omvat een zuilenzaal: Marmeren vloer. Ionische kapitelen (verguld) op vier zuilen en als console. Vakkenplafond met uitgewerkte kooflijst en rozet. Venster- en deurpartij in neogotische trant. Het salon op de tuinzijde rechts heeft een beschilderd plafond met lucht en bloemen: grote centrale ovaal en in vier hoeken rond medaillon. Rechthoekige beschilderde panelen op rand en kooflijst. Papieren (?) damastbehang. Het Louis-Philippe-salon op de straatzijde links heeft een opmerkelijk plafond van geschilderd doek met rankwerk. Onder de kooflijst panelen met driehoekig fronton boven medaillon met geschilderd vrouwenportret. Ernaast panelen met geschilderd textiel met rankwerk. Het salon in het midden aan de straatzijde vertoont een plafond met ronde rozet, in cirkel gevat en vervolgens in achthoek. Versierde kooflijst. Het salon rechts vooraan (heden inkom) met polychroom plafond met grote ronde rozet afgezet met meandermotief. Panelen met beschilderd motief en motief in reliëf op hoeken. Uitgewerkte kooflijst. Polychrome kleurstelling. Muren effen geschilderd en deels weg. Zolder met behouden 18de-eeuwse deuren.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Overleiestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis met conciërgewoning en weverij [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60056 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.