In oorsprong herenhuis van 1806 gebouwd in opdracht van baron F.-L. Triest met monumentale empiregevel. Volgens C. Cierkens (1822) en primitief kadaster (circa 1835) rechthoekig volume aan straatzijde waarachter links kleine koer en centraal grote binnenkoer met afgeronde hoeken, op primitief kadasterplan reeds opgesplitst in twee percelen.
Nummer 57: Voor 1846 reeds in het bezit van de familie Van Lerberghe (fabrikanten en kooplieden). In 1864 wordt het perceel met nummer 57 uitgebreid en opgesplitst, op het achterste deel staat een oliefabriek. In 1875 laat E. Descamps het huis vergroten en de "olieklaerderij" afbreken. In 1901 wordt het huis verkocht aan de Kerkfabriek van Sint-Elooi die er een pastorie inricht en dit tot 1977. In 1940 ontwerp van André Carette (Kortrijk) in opdracht van Kerkfabriek van Sint-Elooi om poort en vensteropeningen van linkse traveeën te veranderen, enkel deur werd uitgevoerd. In 1947 nieuwe vleugel opgericht in plaats van een vermoedelijk houten constructie van 1901. In 1947 wordt ook op achterliggende gronden een werkhuis met magazijn opgericht voor dhr. Maes Silence. Heden centrum voor gehoorrevalidatie en logopedie (zusters van Liefde van Heule); bij verbouwing nieuw dak op dit gedeelte, het sluit nu ook aan bij andere gebouwen van de Zusters van Heule met uitgang in de Recolettenstraat. Van de oorspronkelijke interieuraankleding is weinig origineel bewaard. Wel nog bewaard dakspant.
Nummer 59: Behoort in 1844 toe aan J.B. Demeulemeester, een kleermaker uit Kortrijk. In 1846 verkocht aan A. Vandeleene die ingrijpende verbouwingen laat uitvoeren: met name middelste deel van het huis afbreken, waardoor de typerende vorm van de binnenkoer verdwijnt. In 1864 achterbouw uitgebreid zodat deze doorloopt achter nummer 57. In 1903 wordt het huis verkocht aan H. Vansteenkiste-Lagea (bakker). Vermoedelijk dateert de winkelpui in de twee rechtertraveeën (zie prentbriefkaart) en poort links ervan uit deze periode. In 1919 verkoopt hij het aan A. Silence-Verplancke, die het woonhuis in 1947 laat vergroten. Ook de gebouwen achteraan de tuin worden vergroot maar gaan over naar de eigenaar van nummer 57. In 1949 wordt R. Maes-Silence eigenaar van het huis (zie nummer 57). In 1985 worden de voor- en achterbouw aan elkaar aangesloten. Rechts juwelenfabriek Polycast met achterliggende ateliers onder sheddaken.
Bepleisterde empiregevel gekenmerkt door kolossale pilasters die het middenrisaliet benadrukken. Op begane grond van zijtraveeën en bovenverdieping van middenrisaliet imitatiebanden. Middenrisaliet benadrukt door rechthoekige deurvensters onder kroonlijst en voorzien van Frans balkon, erboven rondboogvensters met 19de-eeuws houtwerk (of naar model van).
Het interieur is sterk verbouwd; van het oorspronkelijk grondplan blijft er weinig over buiten de centrale traphal en twee salons. Traphal met houten slingertrap; empire trappaal met vierkante doorsnede, naar onder toe verjongend. Zwarte vloer met witte vierkanten en centrale ster. Stucplafond met centrale rozet. In ganggedeelte en traphal nog rondbogen en zwarte vloeren met witte tegels. Salons met marmeren schouwmantels en empire schouwboezems.
Stadsarchief Kortrijk 173, nr. 78/40.
DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van de XVIde eeuw tot het empire, Kortrijk, 1973, p. 117, afb. 136-137.
Het Kortrijk van toen, p. 158.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)