Beeldbepalend gebouw gelegen aan de noordzijde van het plein. Breedhuis opgetrokken in neo-Vlaamse-renaissancestijl tussen 1912 en 1920, naar ontwerp van Jan R. Vanhoenacker (Antwerpen-Kortrijk). Het interieur van de schouwburg wordt in 1968 sterk gewijzigd. In 1999 wordt de schouwburg opnieuw heraangekleed en wordt getracht terug te keren naar het oorspronkelijke ontwerp.
Langgestrekte gevel van negen traveeën en twee bouwlagen onder leien schild- en zadeldaken met dakvensters onder schilddak. Kroonlijst met erboven attiek met spitsbogige nissen. Begane grond van geblokte witte natuursteen op geblokte arduinen sokkel. Bakstenen bovenverdieping afgelijnd door rondboogfries (sierankers) en verlevendigd door het gebruik van witte natuursteen voor muurbanden, hoekbanden, kruiskozijnen en ornamenten onder meer de cartouches in de risalieten en de hermen met muziekinstrumenten, die de middenpartij sieren. Eén travee brede risalieten oplopend in trapgevels met hoekfialen en overhoekse topstukken. Hoeken gemarkeerd door hoektorentjes onder ingesnoerd leien dak met windvaan. Begane grond verfraaid door leeuwenkopjes. Rondbogige en rechthoekige muuropeningen onder meer met boogveld onder druiplijst. In de boogvelden cartouches geflankeerd door musicerende engelen en mascarons. Zijtrapgevels geritmeerd door muurbanden van simili-natuursteen.
Rechthoekige plattegrond waarin centraal de ovaalvormige publieksruimte of "kuip" gesitueerd is. De architect baseerde zijn ontwerp op de klassieke "Theatre à l'Italienne", waarbij zaal en scène evenwaardige proporties hebben. Entreehal met behouden mozaïekvloer. Twee brede bordestrappen met ijzeren balustrades die leiden naar de balkons op de bovenverdiepingen. Publiekszaal met oorspronkelijk drie balkons, thans twee, waarbij het tweede werd doorgetrokken in de hoogte. De midden- en zijbalkons zijn in roodtinten geschilderd. De borstwering wordt geaccentueerd door vergulde reliëfs onder meer hoorn des overvloed. Loges gevat in rondboogomlijsting; witgeschilderde florale reliëfs. Borstweringen met onder meer datum 1920, hermen die het wapenschild vasthouden en een adelaar. De scène wordt van de kuip gescheiden door korfboog. Zenitale lichtkoepel aangebracht in 1999, naar ontwerp van Jean-Michel Aberola (Parijs), die het heelal met de verschillende sterrenbeelden weergeeft. Zijgalerijen met rondbogige muuropeningen, eveneens voorzien van kleurrijke brandglazen.
Links, voormalige rookzaal van de stadsschouwburg, thans herberg "De Komedie" en foyer. Lager aanpalende vleugel van 1924 naar ontwerp van stadsarchitect Joseph Demeere. Diephuis van één brede venstertravee met rondboogvenster; glas in lood met onder meer maskers. Gediversifieerde baksteenbouw verfraaid door het gebruik van witte natuursteen voor hoekkettingen, vensteromlijstingen, rondboogfries met palmetten en de fialen van de aflijnende borstwering. Aangepaste begane grond.
Stadsarchief Kortrijk, KP135, 9, 490.
De Koninklijke Stadsschouwburg te Kortrijk, in Curtricke, nr. 229, juni/juli 1997, p. 103-106.
De Koninklijke Stadsschouwburg te Kortrijk, in Curtricke, nr. 260, aug./sept. 2000, p. 133-135.
DHOOGHE L., Theaterarchitectuur in Vlaanderen in A+, nr. 147, aug./sept. 1997, p. 34-43.
LAVAERT W., De Kortrijkse schouwburg gerenoveerd, in De Gids, Tijdschrift van de Westvlaamse gidsenkring VZW, nr. 79, 2000, p. 43-45.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)