is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Delacroix met park
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Landhuis Delacroix met park
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Park en kasteeltje van de la Croix
Deze vaststelling was geldig van tot
Park en kasteeltje van Delacroix, in de 18de eeuw vermeld als "Bewalde speelmote van de Penthevilles".
Omwalde mote met poortgebouwtje. Landhuis dateert in kern van 1759, zie cartouche schouwmantel in eetkamer. Aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) evenwel zonder de omliggende parkstructuur: binnen de geometrische omwalling bevinden zich twee volumes; voorts brug en L-vomig volume buiten de omwalling. In de leggers van het kadaster wordt het als een kasteel benoemd. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) wordt een trapeziumvormige omwalling aangeduid met daarop een rechthoekig volume; binnen de omwalling maar tegen de gracht is een volume getekend ter hoogte van de brug. Parallel hiermee maar buiten de omwalling staan nog enkele gebouwen (koetshuis, stal, conciërgewoning ?). Op Vander Maelenkaart aangeduid als Chateau de Mr. Delacroix (1852), het werd toen bewoond door Aimabel Delacroix. Vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw herkennen we de omliggende parkstructuur en is de kapel aangeduid op de hoek van het domein.
In 1877 worden op de noordzijde twee polygonale torens gebouwd (zie mutatieschetsen van 1877). In 1883 toevoeging van een vierkantig volume, zijnde serre tegen de oostgevel. De gebouwtjes buiten de omwalling worden met een zuidelijk volume uitgebreid. Ter hoogte van het westelijk gedeelte tegen de grens met het boerenhof worden eveneens volumes toegevoegd. In 1899 toevoeging van een zuidelijk volume aan het kernvolume. In 1919 wordt dit zuidelijk volume uitgebreid en krijgt het afgeschuinde hoeken (dit is veranda). Het kasteel krijgt ook een kleine uitsprong op de westelijke zijde. Het poortgebouw wordt op de noordzijde ingekort. Dit geldt ook voor het parallelle gebouw buiten de omwalling. Eén van de gebouwen op de grens van het perceel naast het westelijk boerenhof wordt vergroot. Het zuidelijk boerenhof wordt uitgebreid. Op de noordoosthoek van het perceel achtzijdige beloftekapel van 1936 in opdracht van dhr. P. Delacroix naar ontwerp van A. Watteyne (Vorst) met ouder Heilig-Hartbeeld (zie mutatieschets van 1937). Het geheel wordt in 1937 omschreven als een landgebouw en een lusttuin. Serre tegen oostgevel wordt afgebroken in 1976 (volgens Debrabandere). Koetshuizen en conciërgewoning in 1980 afgebroken (volgens Debrabandere).
Landhuis in eclectische stijl met neoromaanse inslag, zie rondboogfriezen, vensters met driepasbovenlichten op begane grond en rondbogige bovenvensters met sluitsteen. Rode baksteenbouw verfraaid met zwarte baksteen op de torens; arduin voor plint, omlijsting benedenvensters en omlijsting deuropening. Rechthoekig volume met dubbelhuisplattegrond onder leien mansardedak met aedicula en oeils-de-boeuf en belvedère; geflankeerd door twee polygonale hoektorentjes met lichtsleuven en leien spits. Voorgevel horizontaal geleed door middel van doorgetrokken lekdrempels en kroonlijst. Middenrisaliet geaccentueerd door middel van twee halfronde zuilen met omlijste korfbogige deur bekroond met balkon met ijzeren hek; op tweede bouwlaag deurvenster tussen pilasters gevat. Op begane grond vensters met driepas-bovenlicht. Op bovenverdieping rondbogige vensters, in geprofileerde omlijsting met soort sluitsteen. 19de-eeuws vensterhoutwerk of naar 19de-eeuws model. Vensters voorzien van metalen plooiluiken. Op zijgevels rondboogfries onder dakgoot; talrijke bouwsporen. Achterbouw met afgeronde hoeken van gele baksteen en één bouwlaag onder plat dak. De achtergevel van het hoofdvolume zelf vertoont een dakverdieping van drie vensters tussen pilasters, het middelste venster is afgedekt door een rondboog. Ter hoogte van de keldertrap is er een dichtgemetselde rondboogopening die er op wijst dat de vroegere kern tot hier liep. Vrij gaaf bewaard interieur dat elementen omvat uit de 18de, 19de en 20ste eeuw.
De toegang tot het domein bestaat uit een dreef van platanen. Deze dreef loopt door tot aan de boerderij. De historische band met de boerderij is er voor zover bekend steeds geweest. De toegangsdreef is gekasseid.
Voorbij de omwalling loopt een geasfalteerde toegang naar het poortgebouwtje en het park achter de omwalling. Deze toegang is afgeboord met buxusbollen en geschoren taxussen, terwijl langs de omwalling enkele grote taxussen zorgen voor een gedeeltelijke wintergroene afscherming. Twee grote buxusmassieven flankeren de brug over de wal naar de rijk gedecoreerde smeedijzeren toegangspoort. Langs de toegangsdreef zijn eveneens de nog resterende afbakeningspalen in blauwe hardsteen verzameld. De oorspronkelijke brug is vervangen door een betonnen en betegelde plaatbrug. Vanaf de nog originele pilasters in gietijzer werden nieuwe smeedijzeren leuningen ingebracht langs beide zijden van de brug. De omwalling zelf is een relatief smalle wal met steile oevers, afgezet met gestapelde breuksteen onder een helling van ongeveer 80°.
Binnen de omwalling is de aanleg vrij sober met enkele massieven rododendron en taxus tussen het toegangsgebouwtje en het kasteel. Voor het kasteel accentueert een formele aanleg met een rozenperk geflankeerd door twee grote geschoren buxusbollen en twee vormgeschoren taxussen, de symmetrie van de voorgevel. In de zuidoostelijke hoek van de omwalling wordt op de plaats van de vroegere moestuin een kleine siertuin aangelegd die afscherming moet bieden tussen de straat en het terras. In de zuidwestelijke hoek vinden we nog een beeldensokkel. Een tweede sokkel, die een trapje flankeerde, aan de overkant van de wal is in de wal gegleden ten gevolge van de uitbaggeringwerken. De verharding voor het kasteel bestaat uit grote platen in gebouchardeerde blauwe hardsteen. Het pad tussen dienstgebouw en voorkant kasteel bestaat uit zwarte natuurstenen tegels. Het terras achter het kasteel is recenter aangelegd in geelbruine rechthoekige greztegels.
Het parkdomein bestaat uit een centraal gazon met rondwandeling, waarvan het padentracé grotendeels verdwenen is, en een gesloten cortina of gordijnwand, teneinde de privacy van de bewoners van het kasteel te vergroten. De ijskelder is ingestort en opgevuld.
Verankerd poortgebouw met centrale doorgang ter hoogte van brug. Baksteenbouw, gepikte plint en wit geschilderde muren. Pannen zadeldak op korbelen met lambrekijnen. Links en rechts lagere aanbouw eveneens onder zadeldak op korbelen. Korfbogige poortopening waarboven geprofileerde lijst; erboven driehoekig fronton met houten betimmering; links en rechts van poort eveneens korfbogig spaarveld met kleine vensters; ook in kleine aanbouw links korfbogig spaarveld; rechts open ruimte onder zadeldak. Tussen hoofdgebouw en aanbouw trap/opening naar poortgebouw.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Anna
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis Delacroix met park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60178 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.