Reeks van dertien kleine huisjes en kapel, gegroepeerd rond een rechthoekig ommuurd kruidentuintje, tevens met verschillende bomen onder meer een valse acacia, een hazelaar, een vlier, hulst en een zeldzame witte moerbeiboom. De kruidentuin werd (her)aangelegd in 1981.
Gesticht in 1638, in opdracht van Jossine Baggaert, zie naamgeving, die dertien huisjes aankoopt voor arme en behoeftige vrouwen, en die het in 1643 aan de stad schenkt. Sinds 1939 beschermd als monument. Van 1979 tot 1981 gerestaureerd onder leiding van architecten Jacques en Christian Viérin (Kortrijk). Tweede restauratie in 1989. Het hof is te bereiken via een gangetje dat leidt naar een gekasseid erf met pomp. Rechts van het gangetje staat het huisje van de "portierster" en links een groter huisje dat voorzien was voor de erfgenamen van J. Baggaert.
Dertien kleine enkelhuisjes van één bouwlaag en twee traveeën onder pannen (Vlaamse) zadeldak. Witgeschilderde verankerde baksteenbouw op gepikte plint. Beluikte kruisvensters. Van verschillende huisjes werd het oorspronkelijk interieur behouden. Zeer eenvoudig interieur met vloer van Boomse tegels. Balkroostering met moer- en kinderbalken. Eenvoudige balkslof. Brede bepleisterde schouw met houten schouwbalk.
Ten westen eenbeukige bakstenen kapel gewijd aan de Heilige Dymphna. Verankerde, witgeschilderde baksteenbouw onder zadeldak. Puntgevels met vlechtingen. Korfboogportaal in natuurstenen omlijsting waarboven oeil-de-boeuf onder druiplijstje afgedekt door tegels. Zijgevels geritmeerd door twee korfboogvensters met glas in lood. Bepleisterd interieur, overwelfd door afgeknot tongewelf. Marmeren vloer. Altaar met in nis houten gepolychromeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw ter Olmen, gesculpteerd in 1626 door de meester-beeldsnijder J. Bolle Veys (Kortrijk) en gepolychromeerd door Joos Van Moerkercke (Kortrijk). Het beeld werd in 1708 hersteld door J. Brandefer en in 1998 gerestaureerd door H. Vanden Borre.
Nummer 35. Aan de straat gelegen huisje, dat bestemd was als woning voor de erfgenamen van J. Baggaert. Breedhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak. Centrale dakkapel. Beschilderde bakstenen lijstgevel op gepikte plint. Beluikte kruisvensters onder houten latei. Onderdorpels van tegels. Rechthoekige deur met bovenlicht, onder houten latei, waarboven rondboognis.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. W/00407.
DEBRABANDERE P., Historische parken en tuinen in Kortrijk, Kortrijk, 1992, p. 31-32.
DESPRIET P., 2000 jaar Kortrijk, Kortrijk, 1990, p. 296-298.
VANDEKERCKHOVE P., onuitgegeven nota's.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)