Historische hoeve "Goed ten Houte", gelegen ten zuidwesten van de Kortrijkbeek. Thans situeert de hoeve zich te midden van een verkaveling en doet dienst als feestzaal en taverne. De lange westelijk dreef naar het erf, reeds aangegeven op historische kaarten is thans verdwenen. De oudste vermeldingen gaan terug tot de 14de eeuw. De hoeve was het foncier van de gelijknamige heerlijkheid, die zich uitspreidde over de gemeenten Kortrijk, Bissegem en Bellegem. In het Landboek van de heerlijkheid van Busschaers van 1752, weergegeven als gesloten vierkantshoeve met omwalling. De Atlas der Buurtwegen (1843) en de M.C.I. kaart tonen dezelfde opstelling. Op de Ferrariskaart (1770-1778) echter aangegeven als hoeve met losse bestanddelen. Heden een gesloten vierkantshoeve met ten zuidwesten de mote van 100 meter diameter en 5 meter hoog en resten van de omwalling.
Gesloten hoeve, op nagenoeg rechthoekige plattegrond. De opstelling van de hoeve gaat vermoedelijk terug tot de 17de eeuw, maar de huidige gebouwen dateren voornamelijk van 1749. Verschillende elementen werden echter inwendig sterk verbouwd. Anderzijds werd er bij de bouw van de hoeve gebruik gemaakt van recuperatiemateriaal onder meer van een nabijgelegen kasteel. De bakstenen vleugels zijn gegroepeerd rondom een gekasseid erf. Het poortgebouw bestaat uit een inrijpoort en duivenzolder. De voorgevel werd na de Tweede Wereldoorlog hersteld en bevat een kapelletje dat een verdwenen datumsteen vervangt. Achtergevel met vlechtingen en waterboog. De zoldering bestaat uit een vloer van moer- en kinderbalken en bezit nog oude gebinten.
Het woonhuis, dateert in zijn huidige vorm uit de 19de eeuw. Verankerde lijstgevel van zeven traveeën op een met schijnvoegen gecementeerde plint. Dakvenster met laadluik. Tussen het woonhuis en de bergschuur, bevinden zich resten van een merkwaardig poortgebouw dat toegang geeft tot de mote. Het bestaat uit een hoofdingang en twee kleine doorgangen, die boogvormig zijn afgedekt. Een van de bogen rust op een herbruikte, gotische portaalzuil van hardsteen. De in 1986 sterk vervallen bergschuur is thans gerestaureerd. De stallingen zijn inwendig volledig vernieuwd.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. W/00415.
DE SPRIET P., Twintig Zuidwestvlaamse hoeven, Kortrijk, 1978, p. 104-111.
VAN HOONACKER E., DECALUWÉ C., Kortrijk, in Landelijk leven en hoevengids groot Kortrijk, deel 3, Tielt, 1988, p. 111-115.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Ten westen van de omwalling is een perceel grasland omzoomd met bomenrijen. De hoeve is bereikbaar langs de Ten Houtedreef en via de Jan van Ruusbroeclaan. Beide straten zijn anno 2015 beplant met jonge bomen. Het noordelijke deel van de Ten Houtedreef is langs de niet-bebouwde zijde voorzien van een knotbomenrij.